De Luister-en-Vertel-Tournee

13.9.07

Een dronken kameel in New York

Zondag 9 september 2007, dag 6 van het tweede deel van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
The Bean, New York

Het is zondagavond, en de man met de hoed voelt zich als dronken. Hij heeft niet gedronken, dus van de alcohol kan het niet zijn. Hij gelooft dronken van blijdschap te zijn. Dronken van weer een bijzondere dag. Dronken van geluk misschien?

Zojuist is Bert uit dit cafe op de hoek van First Avenue en 3rd Street weggelopen naar het dichtstbijzijnde subway-station. Drie blokken zuidwaarts. Downtown, zeggen Manhattenaren. Bert moet de bus naar zijn logeeradres in Queens hebben en wil het niet op de allerlaatste aan laten komen. Die gaat om 9 uur. Vanaf half twaalf, het moment dat hij Bert liggend op een stenen bankje in de zon op Plaza Square trof, heeft de man met de hoed de dag met de ex-voorzitter van de Stichting doorgebracht. Het was geen toeval dat ze elkaar daar troffen; ze hadden om elf uur afgesproken. Bert zat daar al vanaf kwart voor elf. De man met de hoed was rijkelijk laat.

Zijn huidige staat van gelukzalig geestelijk welbevinden is voor een deel te verklaren door die gezamenlijke dagbesteding met zijn vriend uit Nederland. Geweldige kerel. Als hij homo zou zijn, zou hij er verliefd op worden en hem verleiden, maar voorzover hij weet is hij dat niet en als hij het zou zijn heeft hij nu geen zin uit de kast te kruipen.

Voor een deel maar, hoor. Het gezelschap van Bert is niet de enige factor die van deze zondag een memorabele dag heeft gemaakt. Het begon al vroeg in de morgen, vlak na zonsopkomst. Hier aan ditzelfde tafeltje op de stoep voor The Bean op de hoek van First Avenue en 3rd Street in East Village op Manhattan, New York.

"Technically we open at seven, but we come here at six and as soon as the coffee is brewing we start serving", hoort de man met de hoed Cary, de serveerster met de Tibetaanse tatoeage uitdagend precies tussen haar borsten, tegen een andere vroege klant antwoorden op diens vraag hoe laat The Bean opengaat. Aha, vandaar dat hij al een espresso kan bestellen en op 1 van de 11 computers zijn email kan checken, ook al is het pas half zeven.

The Bean is zijn vaste ochtendbestemming in de bijna-drie weken dat hij nu in New York is. Een goede plek om zijn Yahoo-inbox te checken en zo nodig berichten te beantwoorden, de kaarten voor zijn kinderen en voor Donald en Bill te schrijven, wat te lezen, en te werken aan de onderhandenzijnde brieven. Iedere dag begint hij een nieuwe, zelden lukt het die ook nog dezelfde dag af te ronden. Sommige van die brieven zijn geplukte dagen, carpe diem tonii, andere zijn ongevraagde verrassingen. 17 zijn er onderweg gschreven te worden.

Zo ook deze zondag. Al om zeven uur zit hij in de zon voor The Bean. Het cafe is aan de westkant van First Avenue, dus het terras aan de zonsopkomstzijde. Na een half uur gaat een man aan het tafeltje naast hem zitten met zijn zoontje. De man met de hoed schat hem een of twee jaar jonger dan zijn eigen zoon, die zeven is. De man, achter in de dertig, beginnend grijs haar, goed verzorgd geleefd gezicht, casual netjes gekleed in donkerblauwe polo op een grijs/rood geruite korte bandplooibroek, zichtbaar well-to-do, legt een New York Times op tafel. "What section would you like?", vraagt hij de jongen, "the travel section?". De vader bladert door wat zo te zien de zaterdageditie is. Hij haalt de reis-bijlage eruit en geeft die aan de jongen.

Met plezier en weemoed bekijkt de man met de hoed het tafereel pal naast hem. Plezier omdat duidelijk is dat vader en zoon lol hebben op deze zonnige zondagse ochtend. Weemoed; hij mist Tom. Mooi woord eigenlijk, weemoed. Als het gaat om Nederlands kan hij niet tippen aan de klasse van Bert, zijn vriend die hij dadelijk gaat zien. Definitely in different leagues. Bert zou hem vast wel iets kunnen vertellen over de etymologie van dat woord. Over de achtergrond van 'wee' en 'moed', over de achtergrond van de combinatie. Hij kan de verleiding niet weerstaan even terug te lopen naar een computer, in te loggen en op internet naar vandale.nl te surfen. Weemoed: zacht-treurige gemoedsstemming, met een verwijzing naar melancholie.

Terug aan tafel spreekt hij de man aan. Of hij hem een moeilijke vraag mag stellen? "Sure. Go ahead"
"How do we build the beloved community?"
De man kijkt hem met een gepuzzeld gezicht aan. "I don't know"

De vreemdeling legt hem uit waarom hij die vraag stelt. Dat er eind oktober in Memphis een conferentie is. 26 en 27 oktober. Een Gandhi-King conferentie. Of hij Gandhi kent? en hij toont de man de cover van het boek dat hij aan het lezen is, Louis Fischer's 'The Life of Mahatma Gandhi'. Het portret van de Indier siert de voorkant. Zeker kent hij die. En Martin Luther King, die kent hij vast wel, als Amerikaan zijnde? De vreemdeling vertelt hem dat het thema van die conferentie How do we build the beloved community? is, en dat hij, om zich erop voor te bereiden, twee maanden door de VS reist om antwoorden op die vraag te verzamelen. Want, zo legt hij de Newyorker uit, dat had hij zelf ook wel begrepen, dat er vele antwoorden zijn en dat een definitief antwoord niet bestaat. Dat de vraag keer op keer opnieuw wordt gesteld en keer op keer opnieuw moet worden beantwoord. Zelfs als het keer op keer dezelfde antwoorden zijn.

De vreemdeling stelt zich voor en houdt op vreemdeling te zijn. De Newyorker heet Vincent, de jongen Caz. Hij is 5.

De gewezen vreemdeling helpt Vincent door hem te vertellen van zijn dagelijkse kaart aan Donald Trump, met daarop steeds diezelfde vraag. Hoe Vincent denkt dat Donald die vraag zal beantwoorden. "Money" is het directe antwoord. Frappant, dat is precies hetzelfde antwoord dat Danny hem gisteren gaf, de buschauffeur van upstate New York die hij gisteren bij Bryant Park trof en ook de vraag stelde. "Money. The man is deceited by money", was ook toen het meteene antwoord.

Vincent werkt in het financieel district van Manhattan, in de buurt van Wallstreet, en leeft nu een paar jaar in East Village. Hij legt uit dat geld voor mensen als Donald Trump vooral een manier is om status en aanzien te verwerven. En daar gaat het hem volgens Vincent om. Status, niet eens zozeer om het geld zelf of het comfort dat je ermee kunt kopen. En daarom heeft die man nooit genoeg. Vincent vertelt het verhaal van de twee Wallstreet managers, die op weg zijn naar lunch in een chique restaurant. De een voelt zich goed, de ander niet. Onderweg vergelijken ze elkaars inkomen. Ze verdienen allebei heel erg goed. De een verdient wel 1 miljoen per jaar, een fenomenaal salaris. De ander doet twee miljoen. De man van 1 miljoen voelt zich rot. Hij is niet blij met het fantastische salaris van 1 miljoen; hij is depressief om het ene miljoen dat hij mist.

Vincent en de VS-reiziger praten nog wat verder. Over van alles en nog wat. Vincent blijkt in de buurt van Memphis te hebben gewoond, in Missouri, een staat noordelijk van Tennessee. Ondertussen doet Caz verwoede moeite de aandacht van zijn vader te trekken. Trekt hem aan de haren, klimt op zijn rug, houdt zijn handen voor de ogen, trekt aan zijn neus.

"Do you mind if I entertain your son for a second?", vraagt de reiziger Vincent.
"No, go ahead".
Hij wenkt Caz bij zich. Die komt meteen.
"Would you like to ride a camel?"
"Yes", verwachtingsvolle ogen blikken omhoog.
"Okay". De reiziger zet zijn hoed op, tilt de jongen omhoog en zet hem op de schouders. Eerst wat voorzichtige stappen, maar dan in kamelegalop over First Avenue. Een mensekameel in New York, dat heeft de East Village vast nog nooit gezien.

"Loosing our ego's" is Vincent's antwoord, als de reiziger Caz weer veilig heeft terug gebracht.


3 brutale vragen:

1.
Soms is het best leuk om eens te overdrijven. Om de werkelijkheid net een beetje dikker te maken dan die is. Om de nuance ongenuanceerd te laten. Om niet te relativeren. Soms, niet altijd. A propos, hoeveel miljoen verdient u niet? En? Hoe rot voelt u zich daar onder?

2.
Misschien vindt u het verhaal van Vincent wel leuk, of nuttig genoeg het door te vertellen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Voor zover ik weet heeft Vincent er geen copyright op. En als dat wel zo is, dan vindt hij het vast niet erg er niets voor te vragen.

3.
Misschien, heel misschien is de overdreven schets van de goede start van een zonnige zondag u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet. Anders bewaart u het maar als goed begin voor dat ontbrekende miljoen.




Vriendelijke groet, ton