De Luister-en-Vertel-Tournee

17.3.15

Rijk en laat


Het is rijkelijk laat.

Want zeg nu zelf: het was afgelopen donderdag, nog zes nachtjes slapen en dan zijn de verkiezingen voor de provinciehuizen, en pas op die donderdag zijn Rick en ik verkiezingsposters wezen plakken. Als dat niet rijkelijk laat is, wat dan wel?

Tuurlijk waren wij dus de laatste van allemaal. Logisch. Alle borden in Oisterwijk en Moergestel hingen al vol. Bij ieder bord weer stonden we voor het dilemma: wie zullen we nou eens overplakken?

Onze posters waren van een lullig A3-formaat. Je kunt het ook bescheiden noemen natuurlijk. Dus als we van een andere partij een joekel van een poster tegenkwamen, A0-niveau, dan zochten we een goed plekje op die poster om de onze erop te plakken.

Die van de PvdA was zo’n joekel. Kolossaal groot. Pontificaal bordvullend. Rechtsonder op die rood-witte propaganda voor onze sociaaldemocratische broeders is nog wel plaats voor onze boodschap. De hunne blijft ook nog goed zichtbaar. Enige maar: de slogan Meer banen voor Brabant is afgekort tot Meer banen voor Bra. Nou, geloof niet dat daardoor de essentie van de boodschap verloren is gegaan. Denk dus niet dat de plakkers van de PvdA aanstoot zullen nemen aan onze brutaliteit.

Op een ander bord treffen we verspreid over het hele bordoppervlak een stuk of wat PVV-oproepen op flyerformaat. Over bescheiden gesproken. Bij dat bord besluiten we om onze poster over twee van die flyers heen te plakken. Er blijven nog een paar leuzen van Geert leesbaar. Dus vertrouwen wij erop dat ook onze plakvrienden van de PVV ons onze vermetelheid niet euvel zullen duiden.

Op sommige borden wordt het ons gemakkelijk gemaakt. Niet alle borden blijken helemaal volgeplakt, en op sommige borden treffen we posters, die duidelijk zichtbaar de tand des weers niet weerstaan hebben. Resultaat: er is toch nog genoeg plakruimte om ons A3-tje op te hangen zonder het werk van een collega ongezien te hoeven maken.

Op weer een ander bord zien we het werk van een wel heel brutale en ijverige SP-vrijwilliger. Die heeft er twee opgehangen. En niet eens van die kleintjes! Reken af! wordt ons in tweevoud toegeschreeuwd. U begrijpt, toen wij bij dat bord klaar waren met onze missie stond de SP-oproep nog maar één keer te lezen. Dat zal ze leren.

Dit keer vallen de verkiezingen voor Provinciale staten samen met die voor de Waterschappen. En dus zijn in de gemeente Oisterwijk de verkiezingsborden in tweeën gedeeld. De ene helft voor PS, de andere voor W. Dus als Rick en ik een waterschapsposter op de verkeerde helft tegenkomen, nou ja, dan is onze keuze gauw gemaakt. We gaan over W heen. Zal ze leren.

Afijn.

Zo komen we bij het laatste bord. Op de hoek van de Groenstraat met de Burgemeester Verwielstraat. We veroorloven ons een staaltje burgerlijke ongehoorzaamheid: ook op de achterkant plakken we twee D66-posters. Hier niet plakken staat er in kleine viltstiftletters te lezen. Voor deze ene keer is dat aan dovemansoren gericht. Het bord staat ook té mooi opgesteld om niet aan twee kanten te beplakken. En toch zijn wij de enige die de ambtelijke instructie trotseren.

We hebben nog tijd over om een paar foto’s te maken. De late middagzon laat het resultaat van onze arbeid stralen in het licht. Nu maar hopen dat we op 18 maart ook nog kunnen stralen.
Zelfs hebben we nog tijd om op de voorzijde de posters van onze collega’s te bewonderen. Eerlijk is eerlijk, die van het CDA oogt aantrekkelijk. Marianne van der Sloot op een prachtige foto. Een frisse glimlach zonder te overdrijven.

Die met Geert Wilders komt ons een beetje duivels voor, maar dat kan ook vooringenomenheid zijn. Alsof hij ons vanuit de duisternis van de hel wil toeroepen: Stem zwart, stem PVV! Dat is vast niet de bedoeling, maar in de politiek is de bedoeling wel vaker achter de werkelijkheid verborgen.

Niet alleen in de politiek, trouwens. Want wie kent nou de echte werkelijkheid?


En de rest? Ach, die zijn een beetje net als de onze: je mag niet ontbreken, maar dat is ook meteen de crux van zo’n verkiezingsbord. Het gaat er niet om wat er precies te lezen valt, als je maar gezien wordt.

16.9.13

Duizendmensenmissie in New York

Hoe absurd is een Mission Impossible?
Hoeveel poten heeft een duizendpoot?
Hoever is New York van Oisterwijk?

Op duizendmensenmissie ben ik. Eind oktober geef ik in de Leerfabriek in Oisterwijk een Vertelling. Duizend mensen nodig ik voor die Vertelling uit.

Niet zomaar duizend mensen. Mensen die een rol in mijn leven hebben gespeeld. Een kleine rol of een grote rol, dat doet er niet toe. Size doesn’t matter. Lang geleden of kort geleden, of zelfs in het heden. Tijd doet er ook niet toe. Als ik een manier wist om de mensen van de toekomst uit te nodigen, dan zou ik dat ook doen. Maar ja, dan zou de toekomst heden worden en voor zoveel tijdreizen is alleen in films en stripboeken een teletijdmachine.

Niet zomaar nodig ik die duizend mensen uit. Efficiënt zou zijn vanuit Oisterwijk 1.000 uitnodigingen op de post te doen. Leuker is het persoonlijk een uitnodiging te geven. Soms gaat dat gemakkelijk, bijna vanzelf, als ik die mensen sowieso tegenkom. Soms doe ik er extra moeite voor, veroorloof me de vrijheid hen op te zoeken. Hoop maar dat niemand me die brutaliteit kwalijk neemt.

Inmiddels staat de teller op 273. Dat is nog lang geen duizend, maar een duizendpoot heeft ook niet 1.000 poten en heet toch duizendpoot.

Nu ben ik in New York. Kleine kans dat ik hier een van die mensen tegenkom die een rol in mijn leven gespeeld hebben. Terugkeer in Nederland is gepland op 3 oktober. Een beetje laat om nog gasten uit te nodigen voor een evenement dat op de laatste zondag van oktober gaat plaatsvinden. Wat nu gedaan?

Ja, wat nu gedaan?

28.2.13

Brief aan zus over het nut van alledaags werk


Woensdag 12 september 2012
dag 15 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay
Cafe de la Paix, Plaza San Martin, Cordoba

Lieve zus,

Wat is het nut van werken?
Wanneer gaat de boot naar Montevideo?
Welke Uruguayaanse schrijver ken je?

Weet je waar ik nou vrolijk van word? Van mensen die gewoon hun werk doen met een air van optimisme.
Zelfs als dat werk gewoon alledaags werk is. Zoals de ober in dit cafe.

Gistermorgen, dinsdag, was ik hier ook. Toen schreef ik een brief aan Jacqueline. Over een schilderij
van Van Gogh, waarvan hier een poster aan de muur hangt. Terrazza del Cafe. Cafeterras bij nacht. Als je het ziet
ken je het wel.

En eergistermorgen, maandag dus, was ik ook al hier. Dat was de eerste volle dag in deze stad. Daags ervoor was ik in
Cordoba gearriveerd. Toen schreef ik een brief aan Marietje Schaake, een Europarlementarier voor D66.
Durf te dromen!

Alle drie de dagen viel me op met hoeveel schik deze ober zijn werk doet. Niet overdreven amicaal, hoor. Gewoon vriendelijk.
Maar wel steeds weer. Bij iedere klant.

Dit is een druk cafe in een winkelstraat in het oude centrum van Cordoba. Mensen blijven hier over het algemeen
niet lang zitten. Ze bestellen een broodje, drinken een kop koffie, rekenen af en vertrekken weer. Uit niets
valt op te maken dat mensen hier stamgasten zijn. Heb in drie dagen tijd ook niet een gast vaker dan een keer gezien.

Toch begroet de ober elke klant alsof het een vaste gast is. Met een opgewekt buenos dias, en elke keer weer
klinkt het oprecht gemeend. Alsof hij een goede bekende werkelijk een goede dag toewenst. Geroutineerd bedient
hij de mensen aan de tafeltjes, zonder de zweem van desinteresse die zo vaak met routine gepaard gaat. Alsof
iedere enkele gast voor hem het verschil maken kan. Knap, of niet?

Waarschijnlijk werkt hij net als de meeste mensen voor het geld. Waarschijnlijk doet hij dit werk, net als de meeste
mensen, om voor zichzelf in een inkomen te voorzien. Dat is wat verreweg de meeste mensen doen: ze werken om in
een inkomen te voorzien. Ze doen hun werk, omdat ze ervoor betaald worden. Als ze er geen salaris voor zouden krijgen,
zouden ze er al snel mee ophouden.

Maar stel je eens voor dat het anders is. Dat je doet wat je doet omdat het gedaan moet worden. Omdat je vindt dat
het zinvol is het te doen. Ongeacht of je er nu voor betaald krijgt of niet. Ongeacht of je er nu een inkomen mee verdient
of niet. Omdat je vindt dat de wereld er een beetje mooier van wordt. Stel je eens voor!

Na twee weken in Argentinie ben ik eraan gewend geraakt. Aan de beschaafd agressieve werkwijze van straatverkopers. In
Rosario, Mendoza en Cordoba zag en ondervond ik hoe verkopers terrassen en cafe's afstruinen.

Inmiddels is het al 12 uur 's middags en nu komt al de zesde of zevende colporteur dit cafe binnen. Dit keer is de
handelswaar een handig leeslampje. Een knijper, een flexibele zwanehals en een klein, fel halogeen lampje. De jongen
legt op iedere tafel een exemplaar. Fraai uitgevoerd in wit edelstaal. Batterijtje erbij, stopcontact niet nodig.

Als hij op ieder tafeltje zo'n handig leeslampje heeft achter gelaten, begint hij die bij de eerste weer op te halen. Soms
vertelt hij er een verhaaltje bij, en hij blijkt nog meer handige handelswaar bij zich te hebben. Een aansteker in de vorm van een grote
lucifer. Het gaat bijna altijd om dat type koopwaar: lampjes, aanstekers, zaklantaarns, pennen, potlodensets, batterijhouders. Handige
hebbedingetjes die vervelend zijn om niet in huis te hebben als je er een nodig hebt, maar waarvan je niet weet waar je het laten moet als
je ze niet nodig hebt.

Soms heeft zo'n colporteur geen koopwaar te koop, maar legt hij een bedelbriefje op de tafels. Bijna steeds is dan de verkoper een kind.
Sjofel gekleed en een ongewassen uitstraling.

Wel een heel directe methode om inkomen te vergaren.

Even later komt een meisje het cafe binnen. Ze legt op iedere tafel een kinderkleurboek met potlodenset. Je weet wel: net zoiets als je
in het Efteling Hotel krijgt als je er met kinderen gaat logeren. Ik bekijk het kleurboek eens en als ze weer langs komt om het op te
halen vraag ik wat het kost. 10 pesos voor kleurboek en potloden samen. Dat is ongeveer evenveel als een espresso. Sterker: in dit cafe is
het precies even duur als een espresso, kost ook 10 pesos. Toen ik de laatste keer geld pinde was 1 euro 5,7 pesos, dus reken
maar uit hoeveel 10 pesos is.

Ik geef haar 10 pesos en probeer haar in het Spaans duidelijk te maken dat ik het kleurboek en de potloden niet hoef, maar dat ze die nu
gratis aan een kind of moeder met kind kan weggeven. Ze begrijpt het niet meteen, laat kleurboek en potloden liggen. Dus herhaal ik
mijn bedoeling in vlekkeloos Engels. In vloeiend Spaans verduidelijkt de senora aan het tafeltje naast me aan het meisje. Te vloeiend voor
mij om te kunnen volgen, maar het resultaat is dat het meisje me uitvoerig bedankt en kleurboek met potloden meeneemt.

Lieve groet, ton.

Ps: de ober heet Christiano, het meisje Carolina.


3 brutale vragen:

1.
Stel u eens voor dat uw werken niet betaald wordt. Welk werk zou u dan doen? Zou u nog hetzelfde werk blijven doen? Gun u zelf eens wat
tijd om dat te overdenken.

2,
Misschien kent u wel iemand, met wie u dit verhaal delen wil. Iemand, die ook gewoon werk doet, gewoon met schik. Oberen in een cafe in een winkelstraat
bijvoorbeeld. Als dat zo is, vertel of verstuur het door.

3.
Misschien, heel misschien vindt u deze brief aan mijn zus wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1389.97.950. Maar
alleen als u het dat waard vindt. Anders kunt u die euro beter voor een kleurboek of een potlodenset bewaren.

20.1.13

Verkeerd verkeersvoorval deel2: Brief aan twee nette heren



Wat vooraf ging.
Op een zonnige novembermaandagmiddag raak ik betrokken bij een klein en kort verkeersincident. Niet noemenswaardig: het is koud vuur, dus het geeft niet en het komt niet in de krant. Het leidde tot een ontmoeting met achtereenvolgens twee nette heren keurig in pak, een boze automobilist in werkkleren en tenslotte een vestigingsmanager.
Lees: http://ton27.blogspot.nl/2013/01/verkeerd-verkeersvoorval-deel-1.html
Het resulteerde in twee brieven. Hieronder de eerste.



Maandag 12 november 2012
Kantine Taxi Korthout, Tilburg

Brief aan twee nette heren.

Geachte heren,

Zojuist was er iets van een opstootje bij de ingang van het Audi Service centrum aan de Kraaivenstraat in Tilburg. Vier mannen, twee heren in nette pakken en twee in werk- en vrijetijdskleding, in een niet zo geanimeerd gesprek. Opstootje is een te groot voor de woordenwisseling. U bent er zelf bij geweest, ik veronderstel dat u zelf best wel in staat bent de juiste nuancering te gebruiken.

Ik ben me er in het geheel niet van bewust geweest op de weg iets verkeerd te hebben gedaan. Onze centrale zit op de hoek van de Kraaivenstraat en de Zevenheuvelenweg en vanaf de Midden-Brabantweg is het komende vanuit de richting van De Efteling een vaker dan alledaagse manouvre om om rechtsaf de Zevenheuvelenweg, wederom rechtsaf de Kraaivenstraat in te rijden en dan meteen linksaf het terrein van onze centrale op. Niet zelden rijd ik geroutineerd en onnadenkend dit kleine stukje. Zonder de alertheid die bij een vreemde omgeving past.

Als ik u daarbij gehinderd heb, of op het verkeerde been gezet, en daardoor voor u gevaar verorzaakt, dan spijt me dat.

Nu nog begrijp ik niet goed wat er precies is voorgevallen. Al meer dan 20 jaar ben ik taxichauffeur en eerlijk is eerlijk: wij zijn niet altijd een heer in het verkeer. Ook ik bezondig me wel eens aan lomp weggedrag. Te hard rijden, parkeren op de stoep, in een eenrichtingsweg tegen de voorgeschreven rijrichting in rijden, onnodig links rijden, afslaan zonder richting aan te geven. En het erge is: vaak gaat dat zonder me er bewust van te zijn, vooral dat te hard rijden.

Afijn, hoe het ook zij, het is dus heel goed mogelijk dat ik u, of een van u beiden, op de een of andere wijze onder het rijden gehinderd heb, zoonder het te weten.

Alleen ...

Het feit dat er nog een automobilist de moeite nam u te volgen tot uw eindbestemming geeft te denken. Net zoals het gegeven dat deze rijder duidelijk boos op uw rijgedrag was.

Achteraf, ook na deze boze chauffeur gesproken te hebben, is me nog steeds niet duidelijk wat er is gebeurd.

Doet er ook niet toe.

Wat er toe doet is dat het me spijt als ik u gehinderd heb of op het verkeerde been gezet. Maar dat ik me daar niet van bewust ben.

Vriendelijke groet,

ton.

Verkeerd verkeersvoorval, deel 1


Waarheen gaat het verkeer?
Wat weten wij van wat wij zelf allemaal doen?
Wie zit er te wachten op een brief van een taxichauffeur?

Het gebeurde in de Kraaivenstraat, de autoboulevard van Tilburg. Tenminste het deel dat ik zelf bewust had meegemaakt. Misschien was er eerder elders ook al iets voorgevallen, dat heb ik dan niet bewust meegekregen.

Het gebeurde op een zonnige maandagmiddag in november vorig jaar. Oud nieuws dus. Rond een uur of half een. Ik kwam met een grijze Mercedes Vito taxi vanaf de Efteling over de Midden-Brabantweg naar Tilburg. Geroutineerd en zonder na te denken rijd ik de weg die ik wel blindelings rijden kan. Op het kruispunt met de Heikantlaan/Zevenheuvelenweg ga ik rechtsaf de Zevenheuvelenweg in en meteen weer naar rechts de Kraaivenstraat op. Direct daarop wil ik linksaf draaien, het terrein van onze centrale op, op de hoek van de Zevenheuvelenweg en de Kraaivenstraat. Als ik naar links stuur toetert een auto links van me, die me wil passeren en daar in het korte stukje van 50 meter vanaf de kruising al aan begonnen was. Had deze snelle jongen niet gezien. Was er ook niet op bedacht. Abrupt stop ik de taxibus. Net als de antracietgrijze Audi. Zo te zien een A5 of een A7, heb in de gauwigheid moeite de een van de ander te onderscheiden. Luttele centimeters van elkaar verwijderd staan onze beide auto's met de neuzen schuin naar elkaar toe.

De chauffeur maakt met zijn hand naar zijn hoofd een gebaar naar me, dat ik niet meteen kan thuisbrengen. Wil hij me wijzen op een defect aan de achterzijde van de taxi? Een kapot achter- of remlicht? Een andere bijzonderheid aan de auto? Wil hij me misschien de weg vragen naar een bedrijf op dit industrieterrein? En maant me daarom te stoppen?

Maar nee, hoor. Hij rijdt door. Niet echt heel erg snel, zeker niet langzaam, iets harder dan gewone vaart. Beduusd blijf ik achter. In de niet zo verre verte zie ik de Audi voortrijden. Zo te zien aan het Z-kenteken en de schittering in de zon een fonkelnieuwe.

Een paar seconden weet ik niet goed wat te doen. Iets weerhoudt me de ingeslagen weg te vervolgen. Dan schiet me te binnen 1. dat ik het eerstkomende half uur niets te doen heb, daarom en voor een kop koffie was ik nu juist naar de centrale gekomen, en 2. dat die Audirijder waarschijnlijk ergens op dit industrieterrein zijn moet, waarom anders zou hij hier in de straat rijden? Misschien wel bij het Audi Service Centrum een stukje verderop in de Kraaivenstraat. Zomaar een ingeving.

Dus geef ik gas en rijd die nieuwe Audi achterna. Inderdaad rijdt hij het terrein van het Audi Service Centrum op. Langzaam rijdt hij langs de hoofdingang. Op zoek naar een vrije parkeerplaats? Net voorbij de voordeur parkeert hij zijn auto. De taxi stop ik er vlak achter. De chauffeur stapt uit de Audi. Een keurig uitziende jongeman in een keurig net pak. Meer jongen dan man.

Zelf stap ik ook uit en loop op hem af. "U wilde mij iets vertellen?"
"Je moet beter uitkijken,"antwoordt de jongen. "Het scheelde maar heel weinig of we hadden tegen elkaar gezeten!" Duidelijk opgewonden toon en toch rustig spreekt hij zijn ongenoegen uit. Kwaad oogt hij niet, boos wel een beetje.
"Ik ben me er niet van bewust iets verkeerds te hebben gedaan, maar als ik u gehinderd heb dan spijt me dat." Ik steek mijn hand uit om me voor te stellen. Altijd een goed middel om de angel uit een ontluikend conflict te halen.

Nog voor de jongen mijn uitgestoken hand heeft kunnen aannemen komt er nog een Audi aanrijden, een Q7. Ook al een Z-kenteken. Er stapt een eveneens keurig uitziende heer uit in een ook al keurig net pak. Een rijzige heer met een gedistingeerde uitstraling. Duidelijk senior. Hij loopt naar ons toe, spreekt mij aan: "U moet beter in uw spiegels kijken als u linksaf slaat. U had mij ook op het verkeerde been." Ook aan deze gentleman steek ik mijn hand uit om me voor te stellen en verontschuldig ik me voor ik weet niet wat.

Ik ben nog niet uitgesproken en ook deze heer heeft mijn uitgestoken hand nog niet kunnen beantwoorden of er komt nog een auto het terrein op. Aangestuifd dit keer. Een Ford Escort bestelwagen. Een man in werkkleren stapt uit en beent ons drieen tegemoet. Of eigenlijk mijn twee gesprekspartners. "Jullie denken zeker dat jullie alles mogen in die grote bakken van jullie!" De man is erg boos, zeg maar kwaad. Dat is zo te zien. Zijn vinger priemt naar de twee nette heren in het keurig nette pak. "Jullie mogen dan wel in dikke Audi's rijden, dan mag je nog niet alles op de weg!"

De gedistingeerde van de twee heren in het nette pak zegt iets terug, kan niet horen wat. Meteen lopen beiden door de automatische schuifdeuren van de hoofdingang het Audi Service Centrum binnen.

Ik blijf achter met de kwade man van de Escort. Ook aan hem stel ik me voor. Misschien komt het door zijn woede, in ieder geval neemt hij wel mijn uitgestoken hand aan maar noemt hij zijn naam niet. "Op de snelweg zaten ze al achter me te duwen! En maar schijnen met die lichten! Bij het stoplicht nog toeteren ook omdat ik bij groen niet snel genoeg naar hun zin optrok! Rijden ze in een dikke snelle bak, dan denken ze meteen dat ze alles mogen op de weg! maar zo is het niet!" Knap hoe hij in iedere zin zijn opgekropte kwaadheid kwijt kan.

Voor een goed gesprek is hij teveel over de zeik. Wens hem nog een fijne dag en rijd naar onze centrale. Blijk langer te hebben dan ik dacht, wel twee uur tot de volgende rit. Kijk, mooi de tijd om een brief aan twee keurige heren in een net pak te schrijven. Als ik snel genoeg ben kan ik die nog persoonlijk aan hen in het Audi Service Centrum gaan geven.

Drie kwartier later loop ik door de automatische schuifdeuren van de hoofdingang het Audi Service Centrum binnen. Helaas te laat: de heren zijn al vertrokken. Snelle jongens, zeg.

Navraag bij een verkoper leert dat beide heren zojuist te gast waren bij Gert, de vestigingsdirecteur. Ik loop naar zijn kantoor, stel me aan hem voor en vraag of hij ervoor kan zorgen dat mijn brief bij zijn gasten van zojuist terecht komt.
"Nee," zegt Gert. "Dat ga ik niet doen."
Even ben ik uit het veld geslagen. Daar sta ik dan met mijn brief. Wat een kluns! Wat een misser! Wat nu te doen? Een beetje sukkelig sta ik daar maar wat te staan.

"Ik ken die heren wel," doorbreekt Gert de stilte. "Het is een hele goede klant van me. Ik doe er veel handel. Sorry, maar ik kan die brief niet aannemen en aan mijn klant geven."
"Weet je wat?" probeer ik een uitweg. "Ik geef deze brief aan u. Open hem, lees hem, en doe ermee wat u wijs dunkt. En als u vindt dat wijsheid de prullenbak betekent, nou, dan is dat zo. Ik vertrouw op uw wijsheid." Overhandig Gert die brief. Maak nog een kort praatje en verlaat het pand.

Terug in de kantine van Taxi Korthout spendeer ik een uurtje om Gert een brief te schrijven.


3 brutale vragen:

1.
Kent u dat ook? Dat het lijkt dat u in het verkeer iemand gehinderd heeft, maar werkelijk niet weet wat u verkeerd gedaan hebt? Of bent u zich juist terdege van al uw verkeersmissers bewust?

2.
Misschien spreekt de anekdote van de taxichauffeur die niet weet wat hij in het verkeer verkeerd gedaan heeft u wel genoeg aan om het te willen delen met iemand anders. Als dat zo is, stuur of vertel het gerust door. Maar alleen als u denkt dat die ander daarop zit te wachten. Anders is de prullenbak een wijzere bestemming.

3.
Misschien, heel misschien vindt u dit verhaal van de brievenschrijvende taxichauffeur wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan 1389.97.950. Maar alleen als u het dat waard vindt. Anders niet.

Wordt vervolgd.

Brief aan minister-president over ambitieuze smoesjes


Geachte heer Mark Rutte, Excellentie,

Hoeveel vrijheid van spreken kan een legale boef zich veroorloven?
Wie zit er te wachten op een Europese staatsgreep?
Hoe helder en duidelijk is politiek?

"Ik heb geen zin," zei mijn zoon.
"Smoesjes," zei ik. "Geen zin is een smoes."
We zitten in de auto op de weg terug naar huis van de voetbaltraining en het onderwerp is wiskundehuiswerk.
"En nog een slechte ook," vulde ik na een seconde of wat stilte aan. Ben niet gevat genoeg dat meteen te bedenken, heb nog veel te leren.
Nou, leg dat maar eens uit aan een jongen van 12.

Een dag later.
"Ik heb geen tijd," zei mijn dochter.
"Smoesjes," zei ik. Geen tijd is een smoes."
"En nog een slechte ook," vulde ik terstond aan. Gisteren geleerd, vandaag al meteen toegepast.
We zitten in de auto op de weg terug van een hockeywedstrijd en het onderwerp is huiswerk Frans.
Nou, leg dat maar eens uit aan een meisje van 13.

3-2-1-100 heet mijn campagne voor de volgende staatsgreep in Europa. Te beginnen in Noord-Brabant, in het provinciehuis te Den Bosch. In De Leerfabriek Oisterwijk. Openbaar en toch geheimzinnig.

3 Brieven begin ik te schrijven. Elke dag. Ouderwets ordinaire methodiek: pen en papier.
2 Brieven rond ik af. Elke dag. En verstuur ik. Ook nog traditionele methode: enveloppe met postzegel.
1 Verhaal distilleer ik uit die veelschrijverij. Elke dag. Al wat moderner: Op mijn eigen laptop, een computer in een internetcafe, een tablet of een iPad.
Naar 100 e-mailadressen verstuur ik dat ene verhaal. Elke dag. Een voor een. Efficient? Nee, natuurlijk. Evident niet. Moet dat dan?

Elke dag? Elke dag! Vanaf vandaag. En als het vandaag niet lukt, begin ik morgen opnieuw. Elke dag.

Is dat niet veel te ambitieus? Om niet te zeggen absurd ambitieus?

Zeker. Maar hallo! Een staatsgreep in Europa! Over absurd ambitieus gesproken.

Heb ik wel elke dag zin?
Heb ik wel elke dag tijd?
Heb ik wel elke dag inspiratie?

Geen zin is een smoes.
Geen tijd is een smoes.
Geen inspiratie is een smoes.

En nog een slechte ook.
Leg dat maar eens uit aan een jongen van 27.

Zou ik u mogen ontmoeten? Niet nu noch op korte termijn. Begrijp ook wel dat u als premier van ons land wel wat beters met uw tijd te doen hebt dan een kop koffie te drinken met een nobody uit Oisterwijk.

Het goede nieuws is dat op een dag u niet meer premier van Nederland zult zijn. Hopelijk duurt dat nog tenminste vier jaar, dat zou een goede zaak zijn. Maar onvermijdelijk komt er een dag dat u een andere rol zult gaan spelen dan minister-president van dit land. Tegen die tijd zou ik u graag willen uitnodigen voor een espresso of een cappuccino in de koffiekamer van Boekhandel Oisterwijk, de allergezelligste boekenwinkel van heel Nederland in het allermooiste dorp van de hele wereld. warme chocolademelk kan ook, hoor.

Tot dusverre komt er van 3-2-1-100 niet veel terecht. Te weinig zin, te weinig tijd, te weinig inspiratie? Een ander smoesje? Wie zal het zeggen? Hopelijk vergaat het uw ambitie om bruggen te slaan beter. Komt er van uw plannen voor de komende vier jaar wel wat terecht, dat zou een goede zaak zijn. Hopelijk heeft u genoeg zin, genoeg tijd, genoeg inspiratie voor uw missie.

En mocht u niet tot na uw premierschap wachten kunnen een ambitieuze nobody uit Oisterwijk te ontmoeten, wie weet hoeveel inspiratie u op 27 oktober in De Leerfabriek Oisterwijk voor uw bruggenmissie opdoet.

Vriendelijke groet,

ton.


3 brutale vragen:

1.
Tja, hoeveel vrijheid van meningsuiting heeft de snoodaard die in alle openheid en toch in het geheim een Europese coup d'etat aan het smeden is? Wie zit er op hem te wachten? Of op haar, want vrouwen kunnen ook boeven zijn. Hoe helder is een politicus?

2.
Misschien vindt u deze brief van een ambitieuze nobody uit Oisterwijk aan de minister-president van ons land wel leuk genoeg om het met iemand anders te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Maar alleen als u denkt iemand daar een plezier mee te doen, hoor. Anders niet, Anders kunt u het plan voor een staatsgreep in Europa maar beter geheim houden. In ieder geval voor vier jaar.

3.
Misschien, heel misschien vindt u dit verhaal over wazige smoesjes en andere absurde ambities wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1389.97.950. Maar alleen als u het een euro waard vindt, hoor. Anders niet. Anders kunt u die euro beter voor uw eigen ambities bewaren.

17.10.12

Brief aan jarige vriend over kinderachtige hulp in Boekhandel Oisterwijk


Zaterdag 13 oktober 2012
Boekhandel Oisterwijk, Oisterwijk

Hoi Bert,

Wat doe je als een goede vriend 50 wordt en een feest geeft?
Wat doe je als twee meisjes juniorverkoper in de Boekhandel zijn?
Hoe kan ik je helpen?

Als een goede vriend jarig is, 50 wordt, en een feest geeft, dan ga je op zoek naar een leuk cadeau. In mijn geval betekent dat een gang naar Boekhandel Oisterwijk. Kan ik mooi in de koffiekamer ook wat schrijven. Ben vandaag aan nog maar 1 brief begonnen, en volgens de Argentijnse formule 3-2-1-100 moeten er vandaag dus nog twee bijkomen.

Dus loop ik de loopplank over de drietreedse trap naar de ingang van de boekhandel op. Het is er zaterdags druk. Ik slenter langzaam naar achter, hopend op een ingeving voor een leuk en toepasselijk cadeau door al het moois dat ik onderweg tegenkom. Richting het koffieapparaat. Als ik daar de hoek omdraai, word ik aangesproken door twee meisjes: "Kan ik u helpen?"

Een beetje schrik ik ervan. De aplomb van de meisjes brengt me even van mijn stuk. Even maar, hoor. Van twee lagere schoolmeisjes valt niets te vrezen. "Nee, dank jullie wel. Ik kijk even rond."

De twee meisjes staan bij een geimproviseerde toonbank bij de kinderboekenhoek. Met zo'n ouderwetse kassa. Op hun borst allebei een kledingsticker. 'Juniorverkoper'.

"Hoe heten jullie?" vraag ik hen.
"Lotta," zegt de een.
"Anne," de andere.
"En wat doen jullie hier?"
"Wij helpen in de boekhandel."
Nog maar net terug uit Argentinie ben ik nog niet helemaal geland. Ben nog niet helemaal in Nederland geaard. Maar er daagt me wel een licht: "O, wacht eens. Vanwege de Kinderboekenweek?"
"Ja," antwoorden ze allebei tegelijk.
"En hebben jullie al veel mensen kunnen helpen?"
"Ja, best wel. Maar we hebben nog niets verkocht."
Hoorbaar spijtig.
"En op welke school zitten jullie?"
"In Haghorst."
"In Haghorst?" Verbaasd, wat doen meisjes uit dat 1000 zielen tellende dorp in een boekhandel in Oisterwijk?
"Ja."
"En wonen jullie ook in Haghorst?" Domme vraag natuurlijk: waarom zouden kinderen, die niet in Haghorst wonen, in Haghorst naar school gaan?
De meisjes antwoorden dan ook in koor bevestigend: "Ja."
"Okay. Nou, veel plezier vandaag met helpen en veel succes met verkopen."

Ik neem een espresso uit het koffieapparaat en ga aan een tafeltje in de hoek bij het raam zitten. Zie hoe Lotta en Anne ook andere bezoekers even plompverloren hun hulp aanbieden. Realiseer me dan dat ze me misschien toch helpen kunnen.

"Zeg. Misschien kunnen jullie me toch helpen."
"Nou. Zegt u het maar."
"Een goede vriend van me wordt morgen 50 en hij geeft een feest. Ik heb al een cadeautje voor hem uit Londen, maar dat vind ik eigenlijk niet zo leuk om te geven. Weten jullie iets? In deze boekhandel kun je meer dan alleen boeken kopen, toch?"
De meisjes aarzelen. Tja, van kinderboeken weten ze alles, maar zo'n grotemensenvraag, dat is andere koek. Ik probeer ze een beetje te helpen.
"Jullie hebben vast een vader?"
"Ja."
"En als die jarig is, dan geef je die vast een cadeautje?"
Dat beamen Lotta en Anne ook. En nu ik het idee van een cadeautje voor hun vader in hun hoofd geplant heb, en daarmee mijn abstracte hulpvraag een stukje dichter bij hun eigen belevingswereld is gekomen, is de vervolgvraag niet meer dan logisch: "Wat zou je je vader cadeau geven voor zijn verjaardag?"

Kijk, nu weten de meisjes wel raad. Een van de twee, ben vergeten of het Lotta of Anne is, zegt: "Mijn vader houdt heel erg van zelf koken en hij houdt ook van auto's. Dus ik vind dit wel grappig om te geven." En ze wijst naar een kaasrasp in de vorm van een antieke auto, die tussen de kookboeken staat. "Nou, dat komt goed uit. Die vriend van mij vindt het ook leuk om te koken, en hij heeft best wel wat auto's, want hij is een taxibaas en hij vindt oude auto's ook erg leuk. Dus ik vind die kaasrasp een goed idee van jullie."

Vriendelijke groet, ton.

8.10.12

Brief aan Nepalganger over Chinezen en Joden in Argentinie en Robbie Rensenbrink

Brief aan Nepalganger


Zaterdag 6 oktober 2012,
dag 39 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Cafe Sorti, Tres Arroyos.

Dag Paul,

Hoe internationaal is humor?
Wat was er gebeurd als Rensenbrink niet op de paal had geschoten, maar in de goal?
Welke Alchemist schreef Schopenhauer in Oisterwijk, het allermooiste dorp van de hele wereld?

Op Ezeiza Aeropuerto, het internationale vliegveld van Buenos Aires, komen een Chinees meisje uit San Francisco en een Joodse jongen uit New York elkaar tegen. Ze zijn allebei voor het eerst in Argentinie. Spreken allebei alleen Engels en hun eigen taal. Chinees en Hebreeuws. Geen Spaans dus. Ze zijn allebei op de bonnefooi op een spirituele queeste door Latijns Amerika. Dat andere Amerika.

Voor ik verder ga eerst dit. Wat kan koffie toch fantastisch zijn!

...

Het Chinese meisje en de Joodse jongen weten allebei niet zo goed wat te doen. Hier staan ze dan. Voor het eerst buiten de States, in een vreemd land, in een vreemde stad, met een vreemde taal. De een ziet de ander twijfelen, de ander de een, ze spreken elkaar aan en besluiten eerst een Coke bij de McDonald's op het vliegveld te gaan drinken en dan samen een plan te trekken.

Zo geschiedt. Op een gegeven moment krijgen ze woorden over hoe het toch komt dat Chinezen en Joden zo'n hekel aan elkaar hebben.

"Ja," vraagt het Chinese meisje aan de Joodse jongen. "Hoe komt het dat jullie Joden zo'n hekel aan ons Chinezen hebben?"
"Nou, simpel," antwoordt de Joodse jongen meteen. "Vanwege Pearl Harbour natuurlijk."

Even is het meisje stil, peinst ze. "Ja maar," stamelt ze dan. "But, but, that wasn't us. That was the Japanese!"
Zegt de Joodse jongen: "Japanese, Chinese, Vietnamese. All the same!"

En hij wedervraagt haar waarom de Chinezen zo'n hekel aan Joden hebben.

"Zeg, maar waarom hebben jullie Chinezen zo'n hekel aan ons, Joden?"
"Ja, simpel," antwoordt het Chinese meisje meteen. "Vanwege de Titanic natuurlijk!"

Nu is de Joodse jongen even peinzend stil. "But, but, that wasn't us. That was an iceberg!"
"Well. Iceberg, Goldberg, Steinberg. All the same!"

Als Rensenbrink had gescoord in plaats van op de paal geschoten, dan was hij topscoorder van het WK Voetbal 1978 geworden, dat hier in Argentinie is gespeeld. Tot aan de finale had hij al vijf doelpunten gemaakt, het zou zijn zesde geworden zijn. Mario Kempes, de Argentijnse spits en de enige Argentijn die in Europa speelde, had in die finale de 1-0 gemaakt, en was daarmee ook op 5 gekomen. Dat schot op de paal was in de 46ste minuut van de tweede helft bij een stand van 1-1. De wedstrijd zou dan zo goed als afgelopen zijn geweest, al weet je natuurlijk nooit wat er in een paar seconden gebeuren kan. De paal heeft dus voorkomen dat Robbie Rensenbrink WK-topscoorder werd en heeft er zodoende voor gezorgd dat hij niet in het rijtje Fontaine - Garrincha - Muller - Lato - Rossi - Schillaci - Stoitsjkov - Ronaldo - Sneijder komt te staan, om er maar een paar te noemen die wel op een WK Voetbal topscoorder geworden zijn. In zijn plaats staat daar nu Mario Kempes, want door de misser van Rensenbrink bleef het 1-1, werd er verlengd, en in de verlenging scoorde Kempes wel, waarmee hij met 6 doelpunten topscoorder van het tournooi werd. En dat allemaal door een schot op de paal in plaats van in het net!
...
Vriendelijke groet, ton.

5.10.12

Brief aan oud-Tweede Kamerlid vanaf busstation van Tucuman


Brief aan oud-Tweede Kamerlid


Dinsdag 31 juli 2012
Boekhandel Oisterwijk, Oisterwijk


Dag Boris,

Hoe professioneel is het ambacht van parlementarier?
Waar in Argentinie ligt Oisterwijk?
Welke moraliteit begrenst vrijheid?

...

Is het in onze moderne democratie mogelijk als vrijwilliger parlementarier te zijn?
Met overwegend passie als drijfveer?
Voortgestuwd door idealisme?

Of is het een professie geworden?
Een beroep, inclusief carriereplanning?
Een ambacht zoals pottenbakker?


*   *   *


Vrijdag 28 september 2012,
dag 31 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Terminal de Omnibus, Tucuman,
wachtend op de bus naar Buenos Aires.

...

Inmiddels ben je parlementarier-af. Precies twee weken voor de Tweede Kamer-verkiezingen vloog ik naar Buenos Aires om zes weken door Argentinie en Uruguay te reizen. Op de bonnefooi: ik ga waar de wind me heen blaast. 12 september heb ik hier via internet gevolgd. Op tv en in de kranten heb ik er niets van vernomen.

Gisteren, nog in het superrelaxte Salta, twee boeiende discussies mogen hebben. Eerst 's morgens in Cafe Van Gogh aan de Plaza 9 de Julio in het oude stadshart met Michael, een Australische medereiziger die ik in het hostel trof waar ik een week verbleef.

Ging over religie en reincarnatie, over de vrijheid van meningsuiting en Mein Kampf, over de broers Vincent en Theo van Gogh en die andere Theo van Gogh, over een Amerikaanse anti-islamfilm en rellen in Sydney, over de speech van Obama voor de VN-jaarvergadering, over de president van Europa en de rol van Europa in de wereld, over wijsheid en ambitie.

En later die dag bij het uitchecken uit Hostel 7 Duendes met Ernesto, een van de vier partners van het hostel.

Op de in Argentinie alomaanwezige televisie is Christina Kirchner te zien, die de VN-jaarvergadering toespreekt.
"That's our dear presidenta," zegt Ernesto. De intonatie verraadt dat hij Christina helemaal niet zo 'dear' vindt.
"You don't like her?" vraag ik toch maar.
"No. I think she is stupid."
"Then how did she become president?"
"Because of her husband, Nestor Kirchner. A pity he died."
"But wasn't she elected herself at the last elections?"
"Yes."
"Then why did people vote for her?"
"Because she gave away money to people, so they don't have to work for it. That's what politicians in a democracy do to get elected."
De toon is gezet. Het is maar goed dat ik Ernesto al een week meemaak en deze toonzetting van hem kan relativeren.

Cynisme is van alle tijden, van alle plaatsen en, ik vrees, van alle mensen.

Zou ik je mogen ontmoeten? Het liefst nodig ik je uit voor een espresso of een cappuccino in de koffiekamer van Boekhandel Oisterwijk, de allergezelligste boekenwinkel van heel Nederland in het allermooiste dorp van de hele wereld. Maar als Brabant je te ver is, kom ik evenzo graag jouw kant uit, hoor. Op de schaal van Tucuman naar Buenos Aires is niets in Nederland ver weg.

Groet, ton.

Brief aan Twentse vriend over schande en kakavisie in Tres Arroyos


Brief aan Tukker

Hoeveel impulsen kan de reiziger verwerken?
Hoeveel vrienden kan hij handelen?
Hoeveel schande verdragen?


Vrijdag 5 oktober 2012,
dag 38 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Cafe Sorti, Tres Arroyos.

Hey Ronald,

...

Zes televisies hangen er verspreid over dit cafe op de hoek van Avenida Colon en Avenida 9 de Julio in dit onbeduidende stadje 500 kilometer zuidelijk van Buenos Aires aan de muur.

Zes!

En op alle zes verschillende kanalen. Geluid uit, dus de kakafonie blijft gelukkig beperkt tot beeld. Kakavisie zou je kunnen zeggen.

Welk geluid klinkt dan wel in dit prachtige cafe? Covers van oude en minder oude klassiekers uit de westerse, dus vooral Engelse en Amerikaanse popmuziek. Guess what? Venus van Shocking Blue komt voorbij, maar dan niet van Shocking Blue. Ook gecoverd, niet het origineel. Zou Robbie van Leeuwen hier ook roalty's voor ontvangen? Las laatst trouwens ergens dat Venus ook niet helemaal origineel van hem is. Schijnt dat hij dat deuntje ook weer ergens gehoord had. Tjonge, waar blijven we als Hollanders als zelfs een van de grootste internationale hits uit de Nederpopgeschiedenis gejat blijkt...?

Aan de andere kant: wie zal zeggen wat origineel is en wat plagiaat? En wat als plagiaat gewoon lekkerder klinkt?

Op twee van de overdaad aan televisie is sport te zien. Naast Fox Sport is ook ESPN serieus aanwezig in Argentinie. De goals uit de Europa League komen voorbij.

Ik zit te ver om het goed te kunnen zien. Vooral de letters kosten me net iets teveel moeite. En de schermen met de sportzenders op hangen allebei achter de bar; geregeld lopen er mensen voorlangs me het zicht te belemmeren. Zo komt het dat ik Twente te zien krijg zonder de Tukkers te zien. Van de wedstrijd krijg ik niets mee, en als mijn ogen me niet bedriegen staat Twente nu derde in de poule.

PSV zie ik ook in een flits. Dat wil zeggen: een speler die zojuist gescoord heeft. Duidelijk herkenbaar aan de rood-wit verticaal gestreepte shirts en de zwarte broek. O ja, en aan de zwarte letters van de shirtsponsor op het shirt natuurlijk, mocht ik nog twijfelen om welke club het gaat.De Eindhovenaren hebben dus tenminste eenmaal gescoord. Raar, maar het doet me goed dat te zien. Word er nog vrolijker van dan ik al was.

PSV en Philips helpen me vaak om hier in Argentinie duidelijk te maken dat ik wel uit Nederland kom, maar niet uit Amsterdam. Oisterwijk komt niet over, dat snap je. Kan net zo goed Oldenzaal zeggen. En dat hele verhaal dat ik nergens woon, ook in eigen land een reiziger ben, is me in het Spaans te ingewikkeld. Eindhoven, PSV of Philips kennen ze hier wel. Dat ligt met Enschede, Twente of Grolsch toch wel even anders.

Verder is Nederlands voetbal in Argentinie vooral La Machina Naranja of Ajax, hoor. Afgelopen woensdag, nog in Buenos Aires onderweg naar Cafe Van Koning, zag ik de Amsterdammers van Real Madrid verliezen. Dat wil zeggen: in een Subway in Avenida Callao zag ik Christiano Ronaldo 3-1 en 4-1 maken, en toen hield ik het maar voor gezien. Ben geen Ajax-fan, maar wel Nederlands genoeg om toch liever goals van Ajax te zien. Tom zal wel ziek zijn, die is echt voor Ajax. Pleister op zijn wonde is dat Ronaldo zijn held is. Liep nog voor de wedstrijd afgelopen was verder naar dat Nederlandse cafe in Palermo, een wijk in Bs As.

Realiseer me nu trouwens wat ik opchrijf.

In een Subway!

Hier ben ik dan, helemaal aan de andere kant van de wereld. En dan ga ik een broodje eten in een broodjeszaak, die evenzo goed in Sydney, Mumbai, New York of zelfs Tilburg had kunnen zijn! Werkelijk overal precies hetzelfde. Zelfs de geur is krek eender. Er zijn in dit land, en zeker in deze stad parillas (steakhouses), panaderias (broodjeszaken) en cafe's (koffiehuizen) te over, en dan verlaag ik me tot een sub in een vestiging van een Amerikaanse fastfoodketen.

Wat je noemt een schande.

Groet, ton.