De Luister-en-Vertel-Tournee

28.2.13

Brief aan zus over het nut van alledaags werk


Woensdag 12 september 2012
dag 15 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay
Cafe de la Paix, Plaza San Martin, Cordoba

Lieve zus,

Wat is het nut van werken?
Wanneer gaat de boot naar Montevideo?
Welke Uruguayaanse schrijver ken je?

Weet je waar ik nou vrolijk van word? Van mensen die gewoon hun werk doen met een air van optimisme.
Zelfs als dat werk gewoon alledaags werk is. Zoals de ober in dit cafe.

Gistermorgen, dinsdag, was ik hier ook. Toen schreef ik een brief aan Jacqueline. Over een schilderij
van Van Gogh, waarvan hier een poster aan de muur hangt. Terrazza del Cafe. Cafeterras bij nacht. Als je het ziet
ken je het wel.

En eergistermorgen, maandag dus, was ik ook al hier. Dat was de eerste volle dag in deze stad. Daags ervoor was ik in
Cordoba gearriveerd. Toen schreef ik een brief aan Marietje Schaake, een Europarlementarier voor D66.
Durf te dromen!

Alle drie de dagen viel me op met hoeveel schik deze ober zijn werk doet. Niet overdreven amicaal, hoor. Gewoon vriendelijk.
Maar wel steeds weer. Bij iedere klant.

Dit is een druk cafe in een winkelstraat in het oude centrum van Cordoba. Mensen blijven hier over het algemeen
niet lang zitten. Ze bestellen een broodje, drinken een kop koffie, rekenen af en vertrekken weer. Uit niets
valt op te maken dat mensen hier stamgasten zijn. Heb in drie dagen tijd ook niet een gast vaker dan een keer gezien.

Toch begroet de ober elke klant alsof het een vaste gast is. Met een opgewekt buenos dias, en elke keer weer
klinkt het oprecht gemeend. Alsof hij een goede bekende werkelijk een goede dag toewenst. Geroutineerd bedient
hij de mensen aan de tafeltjes, zonder de zweem van desinteresse die zo vaak met routine gepaard gaat. Alsof
iedere enkele gast voor hem het verschil maken kan. Knap, of niet?

Waarschijnlijk werkt hij net als de meeste mensen voor het geld. Waarschijnlijk doet hij dit werk, net als de meeste
mensen, om voor zichzelf in een inkomen te voorzien. Dat is wat verreweg de meeste mensen doen: ze werken om in
een inkomen te voorzien. Ze doen hun werk, omdat ze ervoor betaald worden. Als ze er geen salaris voor zouden krijgen,
zouden ze er al snel mee ophouden.

Maar stel je eens voor dat het anders is. Dat je doet wat je doet omdat het gedaan moet worden. Omdat je vindt dat
het zinvol is het te doen. Ongeacht of je er nu voor betaald krijgt of niet. Ongeacht of je er nu een inkomen mee verdient
of niet. Omdat je vindt dat de wereld er een beetje mooier van wordt. Stel je eens voor!

Na twee weken in Argentinie ben ik eraan gewend geraakt. Aan de beschaafd agressieve werkwijze van straatverkopers. In
Rosario, Mendoza en Cordoba zag en ondervond ik hoe verkopers terrassen en cafe's afstruinen.

Inmiddels is het al 12 uur 's middags en nu komt al de zesde of zevende colporteur dit cafe binnen. Dit keer is de
handelswaar een handig leeslampje. Een knijper, een flexibele zwanehals en een klein, fel halogeen lampje. De jongen
legt op iedere tafel een exemplaar. Fraai uitgevoerd in wit edelstaal. Batterijtje erbij, stopcontact niet nodig.

Als hij op ieder tafeltje zo'n handig leeslampje heeft achter gelaten, begint hij die bij de eerste weer op te halen. Soms
vertelt hij er een verhaaltje bij, en hij blijkt nog meer handige handelswaar bij zich te hebben. Een aansteker in de vorm van een grote
lucifer. Het gaat bijna altijd om dat type koopwaar: lampjes, aanstekers, zaklantaarns, pennen, potlodensets, batterijhouders. Handige
hebbedingetjes die vervelend zijn om niet in huis te hebben als je er een nodig hebt, maar waarvan je niet weet waar je het laten moet als
je ze niet nodig hebt.

Soms heeft zo'n colporteur geen koopwaar te koop, maar legt hij een bedelbriefje op de tafels. Bijna steeds is dan de verkoper een kind.
Sjofel gekleed en een ongewassen uitstraling.

Wel een heel directe methode om inkomen te vergaren.

Even later komt een meisje het cafe binnen. Ze legt op iedere tafel een kinderkleurboek met potlodenset. Je weet wel: net zoiets als je
in het Efteling Hotel krijgt als je er met kinderen gaat logeren. Ik bekijk het kleurboek eens en als ze weer langs komt om het op te
halen vraag ik wat het kost. 10 pesos voor kleurboek en potloden samen. Dat is ongeveer evenveel als een espresso. Sterker: in dit cafe is
het precies even duur als een espresso, kost ook 10 pesos. Toen ik de laatste keer geld pinde was 1 euro 5,7 pesos, dus reken
maar uit hoeveel 10 pesos is.

Ik geef haar 10 pesos en probeer haar in het Spaans duidelijk te maken dat ik het kleurboek en de potloden niet hoef, maar dat ze die nu
gratis aan een kind of moeder met kind kan weggeven. Ze begrijpt het niet meteen, laat kleurboek en potloden liggen. Dus herhaal ik
mijn bedoeling in vlekkeloos Engels. In vloeiend Spaans verduidelijkt de senora aan het tafeltje naast me aan het meisje. Te vloeiend voor
mij om te kunnen volgen, maar het resultaat is dat het meisje me uitvoerig bedankt en kleurboek met potloden meeneemt.

Lieve groet, ton.

Ps: de ober heet Christiano, het meisje Carolina.


3 brutale vragen:

1.
Stel u eens voor dat uw werken niet betaald wordt. Welk werk zou u dan doen? Zou u nog hetzelfde werk blijven doen? Gun u zelf eens wat
tijd om dat te overdenken.

2,
Misschien kent u wel iemand, met wie u dit verhaal delen wil. Iemand, die ook gewoon werk doet, gewoon met schik. Oberen in een cafe in een winkelstraat
bijvoorbeeld. Als dat zo is, vertel of verstuur het door.

3.
Misschien, heel misschien vindt u deze brief aan mijn zus wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1389.97.950. Maar
alleen als u het dat waard vindt. Anders kunt u die euro beter voor een kleurboek of een potlodenset bewaren.