De Luister-en-Vertel-Tournee

30.12.06

Strawberry Fields Forever in New York

25 september 2005, dag 14 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika

Zomaar een man met een hoed en een rugzak
op zomaar een bankje in zomaar een park
in zomaar een grote stad ergens op deze planeet.
Het zou Sydney kunnen zijn, Mumbai of Johannesburg

Een willekeurige zondagmorgen, zonnig en warm ondanks de beginnende herfst. Honderden, misschien wel duizenden mensen rennen voorbij, vooral vrouwen. Voor een goed doel, aan hun shirt te zien. 'Race for the Cure' staat er in grote blauwe letters op wit katoen. En in kleine letters wordt duidelijk dat het om een stichting voor onderzoek en preventie van borstkanker gaat. Een willekeurige hardloopwedstrijd in een willekeurige grote stad.
Het zou Detroit, Seattle of Memphis kunnen zijn.

Zomaar een ontmoeting in een coffeeshop in zomaar een grote straat.
Een willekeurige inwoner en een willekeurige vreemdeling
Een bekende in de stad en een toevallige bezoeker.
De een schrijft teksten en zingt ze soms,
de ander schrijft verhalen en vertelt ze soms.
Allebei de leeftijd van talent voorbij, al willen ze dat liever niet weten.
Een laatbloeier en een nog latere bloeier, misschien?
Allebei behept met dezelfde dromen. Dus dromers, al willen ze dat liever niet weten. Het zou Bangkok kunnen zijn, Teheran of Sao Paolo.



Maar het is New York, het park heet Central Park en de coffee shop is een Starbucks op Broadway. Het bankje staat in Strawberry Fields.

John Lennon werd in 1980 doodgeschoten in New York. Bij de ingang van het Dakota-gebouw, waar hij toen woonde. Pal langs Central Park. Tegenover het Dakota-gebouw is een stukje van dat immense park naar John Lennon vernoemd; Strawberry Fields. Op de grond een grote gedenktegel in de vorm van een veelpuntige ster. 'Imagine' staat erop.

Een stukje verderop een gedenksteen. 'Imagine all the people living life in Peace'. En de namen van 170 landen en volkeren. Die allesbehalve met elkaar in vrede leven. Nou ja, sommige wel, sommige niet.

You may think I'm a Dreamer
But I'm not the only One
I hope some day You'll join Us
And the World will be as One

ton

3 brutale vragen:

1.
Neem eens tien seconden de tijd voor een droom. Zomaar. Een willekeurige droom. Het eerste dat u te binnen schiet. En laat het daarna maar gaan. En als de droom u dan blijft achtervolgen, misschien moet u dan wel een dromer worden.

2.
Misschien vindt u de droom van John Lennon, die misschien wel van iedereen is, leuk genoeg om aan een vriend door te sturen. Doe dat dan. Maar alleen als u denkt hem er een plezier mee te doen. Anders niet.

3.
Misschien heeft het verhaal van de beroemde Engelse zanger/tekstschrijver/dromer die in Amerika werd vermoord u wel aangesproken. Toen of nu. Misschien, heel misschien is diezelfde droom van een onbekende Amerikaanse zanger/tekstschrijver en een net zo onbekende Nederlandse schrijver/verhalenverteller u wel een euro waard. Als dat zo is, maak het over naar rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Zo niet, hou die euro dan voor uzelf. Wie weet komt hij u ooit nog eens van pas.

Een Amerikaanse droom in de Boston Subway

Woensdag 21 september 2005, dag 10 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika

Harvard, Massachusetts, Verenigde Staten

"U heeft niet toevallig 50 cent over?". De jongen naast hem heeft al de hele tijd een sigaret in zijn hand. In de ondergrondse is het verboden te roken. Overal trouwens, behalve in de buitenlucht.

De Boston Subway is geopend in 1897. Het is de oudste van Amerika. Dat is nog goed te zien. Sommige treinstellen lijken veel op de paardentrams van twee eeuwen geleden. Vooral die op de Green Line. De route van die lijn is ook vol scherpe bochten. Dat zie je bij moderne metro's niet meer. Maar ja, gegraven is gegraven. Eenmaal aangelegd is het niet zo eenvoudig de koers van een tunnel te veranderen.

De man met de hoed heeft de jongen naast hem eigenlijk maar half verstaan. Combinatie van beginnende doofheid, een vreemde taal en het lawaai van het remmen van de trein. Hij antwoordt dan ook de gemakkelijkste weg: "Nee, sorry".

De gemakkelijkste weg kiezen, alleen maar uit gemakzucht, dat staat hem niet zo aan. Dus als de trein even later stilstaat bij Park Station buigt hij naar rechts en vraagt de jongen: "Ik heb niet zo goed gehoord wat je zei. Wat vroeg je?".
"Of u toevallig vijftig cent over had".
"O. Dat heb ik wel". Hij haalt een dollarbriefje uit zijn broekzak en geeft het aan de jongen. "Hoe heet je?".
"Bedankt. Billy. En u?".
"ton".
"Tom?".
"Nee, ton". Met nadruk op de 'n' van Nederland.

"Waar komt u vandaan?".
"Europa. En jij?".
"O, van hier. Wat doet u eigenlijk in Amerika?".
"Een ritje rijden in de subway van Boston", grapt de man met de hoed. Om er aan toe te voegen: "Ik reis wat rond in de VS".

Ongevraagd begint de Amerikaan uit te leggen waar hij de vijftig cent voor nodig heeft. "Ik heb de vijftig cent nodig om mijn salaris op te kunnen halen bij de bank. Ik heb geen geld bij me". De hoed uit Europa begrijpt er niet zo veel van. Combinatie van nimmer eindigende onwetendheid, onbekendheid met de manier van salarisbetaling in Amerika en het rumoer in de volle trein van de ondergrondse.

"Wat doe je voor werk?".
"Ik werk in een winkel voor computeronderdelen. Het geld dat ik daarmee verdien gebruik ik voor mijn school".
"Wat voor school?".
De jongen geeft een antwoord waar de hoed niets van begrijpt. Combinatie van net op dat moment hevig piepen van de trein in een scherpe bocht, Engels technisch vakjargon van de jongen en onbekendheid met het Amerikaanse schoolsysteem. Hij realisert zich dat uitleg wel eens teveel tijd zou vergen voor het korte ritje naar Harvard. Dus gooit hij het over een andere boeg.

"Wat is je droom?'.
"Ik wil maatschappelijk werker in de verslavingszorg worden".
De man denkt het goed verstaan te hebben en kan het ook plaatsen, maar het past zo slecht bij de uitstraling van de jongen, dat hij vraagt wat hij bedoelt. Het antwoord bevestigt zijn eerste gedachte.
"Waarom dat?".
"Ik heb verschillende gevallen van verslaving in mijn familie. Alcohol, drugs, gokken. Ik wil andere mensen daarmee helpen.".

Hij pakt een krant uit zijn rugzak en geeft het aan de Europeaan. "Hier, dit is de Boston Herald.". Zonder nadenken neemt de hoed de dikke, twee keer dubbelgevouwen krant aan. "U mag hem hebben. Ik heb hem niet meer nodig.".
"Hoe oud ben je?".
"23".

Billy staat op. Ze zijn bij station Central. "Tot ziens en wees voorzichtig op je reis".
"Jij ook. Zorg dat je plezier hebt vandaag.".

Het gesprek met Billy duurde misschien vier of vijf haltes, hooguit tien minuten. 'Raar eigenlijk', denkt de man met de hoed uit Nederland, 'normaal praat je niet zomaar tegen een vreemde in de ondergrondse. Meestal zijn het routineuze en saaie ritjes, net als tochtjes in een lift, maar dan een beetje langer. Ook zo zwijgzaam. Waarom eigenlijk?

ton

3 brutale vragen:

1.
Taal is een bijzonder fenomeen. Of het nu de eigen taal is of een vreemde. Gun u zelf eens een paar vreemde minuten. Lees het verhaal nog eens, maar lees dan overal waar 'u' staat 'jij', en omgekeerd. U kijkt dan vast ineens heel anders tegen Billy en ton aan. Bedenk dan dat de conversatie tussen de Amerikaan en de Europeaan vast niet in het Nederlands was, en dat in het Engels geen onderscheid bestaat tussen u en jij. Allebei you.

2.
Misschien vond u de routineuze maar niet zo gewone treinrit van de man met de hoed leuk genoeg om aan een vriend door te sturen. Doe dat dan. Maar alleen als u denkt hem er een plezier mee te doen. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien vond u het verhaal van de Amerikaanse Droom in de Boston Subway wel een euro waard. Als dat zo is, maak het over naar rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Zo niet, hou die euro dan voor uzelf. Wie weet komt hij u ooit nog eens van pas.

27.12.06

Hoe ver is Oisterwijk, NL van Madrid, E? in Amerika

Dinsdag 20 september 2005, dag 9 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika

Taunton, Massachusetts

De man met de hoed loopt over Winthrop Street naar het centrum van het kleine plaatsje op een uur rijden van Boston. Het is de weg die bijna recht naar het dorpsmidden leidt. Een vierkant plein weet hij, want hij is er al een paar keer geweest. Ook al is het nog vroeg, kwart voor acht, toch is het al druk op straat. Niet zo druk als in India, en ook niet zo chaotisch. De overzichtelijkheid van het verkeer wordt nog eens versterkt door de uniformiteit ervan.

Alleen maar auto's; hij is de enige te voet. Behalve dan twee hardlopende vrouwen, die hem aan de overkant van de brede weg passeren. Vooral Amerikaanse en Japanse auto's. Hij herkent Chevrolets, Buicks, Oldsmobiles, Chryslers en Fords. In alle soorten en maten, maar veel pickups, SUV's en vans. Af en toe een Lincoln of een Cadillac. De Toyota's, Mitsubishi's en Honda's zijn vooral 'gewone' personenauto's en lijken kleiner dan de Amerikaanse reuzen. Af en toe een Lexus of een Acura. Incidenteel een Europese auto; een Mercedes, BMW of VW. Vrachtwagens, Macks en Kenworths, en schoolbussen, direct herkenbaar aan de karakteristieke gele kleur, completeren het verkeersbeeld.

Geen fietsers, bromfietsers of motorrijders. Die laatsten waren er zondag nog genoeg, allemaal Harley Davidsons. Maar toen was het ook prachtig weer. Niet zo bewolkt en dreigend-regenachtig als vandaag. En het was zondag, en iedereen weet dat dan de zondagsrijders naar buiten komen.

Ook geen Volvo's vandaag, al kan hij zich van eerdere dagen herinneren die toch frequent te hebben gezien. Waarschijnlijk een typisch geval van beperkte waarneming en een selectief geheugen. Wie kent dat niet? Zelfs de beste waarnemer neemt niet meer waar dan hij waarneemt. En ook het beste geheugen herinnert zich niet meer dan het zich herinneren wil.

De hoed bekijkt de huizen. Zonder uitzondering vrijstaand, op een enkele uitzondering na van hout. Steeds een opstapje van drie of vier treden, niet zelden een veranda voor de hele voorkant. Het doet hem denken aan de Amerikaanse wijk in Eindhoven. Daar staan veel huizen in dezelfde stijl, en toch anders. De veranda doet hem dromen van een schommelstoel.

Op de hoek van Winthrop Street en Carter Street toetert een Cadillac hem uit zijn dromelarij. De chauffeur wijst hem op het verkeerslicht. Het staat op groen. Correct gezegd: op 'WALK'. De hoed steekt over, onderwijl de Cadillac-rijder bedankend voor zijn attentie door een lichte handtik aan de hoed; "Sorry, ik was een beetje aan het dromen". De bestuurder groet lachend terug; "Maar goed dat sommigen van ons wakker zijn". Of is de dialoog maar inbeelding?

Na een wandeling van 20 minuten komt de man met de hoed in het stadscentrum aan. Een ruim plein met aan de buitenkant driebaanswegen eromheen. Het plein zelf is grotendeels gras. Een voetpad buitenom en vanuit iedere hoek diagonale paden naar het midden. Daar staat een fontein. Langs iedere zijde is op het gras een gedenkteken te zien. Drie standbeelden van een soldaat en een rotsblok.

Aan het begin van de diagonale paden ligt een tegel met erin gegraveerd: "Taunton, town 1639, city 1864". Wat is het verschil tussen een town en een city? Bestaat er in Amerika ook zoiets als stadsrechten?

De symmetrie wordt doorbroken door schijnbaar willekeurig neergeplante bomen en een vlaggemast. Een grote 'Stars and Stripes', de Amerikaanse vlag, halfstok. Daaronder een kleinere rode vlag met in de bovenhoek een Union Jack, de Engelse vlag, en horizontaal in gele letters 'Liberty and Union'.

De soldaten herdenken de gevallen inwoners van Taunton in de Amerikaanse Burgeroorlog 1861-1865, de Spaanse oorlog van 1899 tot 1902 en tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het rotsblok is ter ere van Tauntonians die heroische daden hebben verricht in de Amerikaanse vrijheidsoorlog in de 70-er jaren van de 18de eeuw, toen de Amerikaanse kolonieen zich van Engeland hebben afgescheiden en de Verenigde Staten van Amerika hebben gevormd. Ze hadden ondermeer een vlag van de nieuwe Unie opgehangen met de leuze "Liberty and Union" en die heldhaftig verdedigd. In de naam van Vrijheid en Vereniging.

Waarom de vlaggen halfstok hangen, de man met de hoed heeft wel een idee, maar weet het niet zeker. Hij had het zaterdag aan Joe en Mathew gevraagd, maar die wisten het ook niet. Ze opperden iets van een overleden rechter van het Hooggerechtshof, maar konden zich niet voorstellen dat daarom zolang nog zou worden gerouwd. De hoed ook niet. Hij vraagt het aan een zwarte man op een van de bankjes op het plein.

"Vanwege Katrina".
"De orkaan in New Orleans?". Eigenlijk een vraag naar de bekende weg.
"Ja", is dan ook het antwoord. "Ze zijn nog steeds de doden aan het tellen."
"Hoeveel zijn er al gevonden?".
"465".
"Da's een boel. Hoelang blijven de vlaggen nog halfstok?".
"Geen idee".
De man met de hoed wil doorlopen, bedenkt zich dan, draait om en geeft de man op het bankje een hand. "Mijn naam is ton. En u?".
"Tommy".

ton

3 brutale vragen:

1.
New Orleans, Louisiana is net zover van Taunton, Massachusetts als Madrid, Spanje van Oisterwijk, Nederland. De mensen in de staat Massachusetts verschillen net zoveel van die in de staat Louisiana als de Polen van de Portugezen. Denk er eens over na. Al is het maar 10 seconden.

2.
Misschien vond u de alledaagse wandeling van de man met de hoed leuk genoeg om aan een vriend door te sturen. Doe dat dan. Maar alleen als u denkt hem er een plezier mee te doen. Anders niet.

3.
Misschien vond u het relaas van de Nederlander in een gewoon Amerikaans stadje wel een euro waard. Als dat zo is, maak het over naar rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Of aan een ander goed doel, bijvoorbeeld de slachtoffers van Katrina. Zo niet, hou die euro dan voor uzelf. Wie weet komt hij u ooit nog eens van pas.

26.12.06

Humor en respect in Amerika

Wat is humor? Iets om om te lachen, zou je zeggen. Maar wat is nou lachenswaard? En wanneer is humor niet meer om om te lachen? Wanneer houdt humor op humor te zijn? Wanneer is humor zo belachelijk, dat het niet meer be-lach-elijk is? En als je dat al weet, wat is dan gevoel voor humor?

--------------------

Woensdag 14 september 2005, dag 3 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika, Rebecca's Cafe, Boston, Massachusetts, Verenigde Staten

De man met de hoed leest op de muur van het toilet in het cafe in Trenton Street: "Show some respect for the customers. Fix the toilet". Typische wc-humor. U kent dat wel.

Daaronder staat geschreven: "Show some respect for the workers. Tell them about it". Tell is onderstreept. Typische wc-humor. U kent dat wel.

Weer iemand anders schrijft naast de eerste opmerking: "You should be glad there is one". Een typische wc-oneliner, u kent dat wel. Een beetje sarcastisch, maar nog steeds lachenswaardig.

En nog weer iemand anders schrijft ernaast: "You're right, motherfucker!". Kijk, is dat nog humor?

--------------------

Zaterdag 10 september 2005, nog twee dagen voor de De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika begint, Cafe De Knuistboom, Oisterwijk, Nederland

De taxichauffeur stopt het busje om de hoek, om het overige verkeer op de Tilburgseweg niet te hinderen. Hij is nog niet uitgestapt of er komt een vrouw naar hem toe. Een frietje met in de ene en een frikandel speciaal in de andere hand.
"Motte gij naor Tilburg?". Half verstaanbaar door het dialect en de friet in haar mond.
"Ja, ik moet twee mensen ophalen", antwoordt de chauffeur. Hij is nog niet uitgepraat, of ze roept al: "Dan kumde veur ons. We motte naor de Kruidenlaan. Enne, we hebbe maor 20 euri's. Dus ge ziet maor hoe dah ge het gesteld kreigt".

'Oh nee', denkt de chauffeur bij zichzelf,' weer zo'n halfdronken gast, die denkt leuk te moeten zijn. Die denkt grappig te moeten zijn en een taxichauffeur voor de gek te moeten houden. Hij schat dat het zo'n 30 euro naar die straat in Tilburg-west is. Via de kortste weg dan. De snelste route is duurder, want om in kilometers gerekend.

Ze stappen in, zij voor en hij achter. Zij naast de chauffeur op het tweezitsbankje, hij daarachter op de driezits.

"We hebben maar 20 euro, sjefke, dus daar zulde het mee moeten doen". 'Oh nee, hij ook al', denkt de chauffeur weer bij zichzelf, 'wat hebben dronken mensen toch een apart gevoel voor humor'. Hoewel, de vrouw en de man komen niet echt dronken over. Jolijtig, dat wel, en ook veel verbaal kabaal, dat ook. Heel veel verbaal kabaal, vooral zij. Dus ze zouden best een beetje aangeschoten kunnen zijn, maar zeker niet zat.

Hij bekijkt met afgrijzen het tafereel naast hem. De vrouw zit met de twee bakjes vette hap op haar schoot in het busje. Zijn afgrijzen is ingegeven door de nog nieuwe staat van de bus. Het is pas 1 jaar oud en van buiten en van binnen nog schoon en ongehavend. Dat zou na een ritje Oisterwijk-Tilburg in combinatie met alcohol, mayonaise en tomatenketchup best wel eens anders kunnen zijn. "Eigenlijk mag je in de bus niet eten. Zou u uw frietje en frikandel buiten op kunnen eten? Ik wacht wel"

"Ik bepaol zelluf wel wanneer ik dees opeet. Ik heb er verdomme drie kwartier op motte waochte. Enne kunde een bietje deurrijje? Wah gaaz erop zou nie verkeerd zijn. En heb ik al gezee da we nie meer as 20 euri's hebbe?"

"Ge hoeft oe geen zorge te maken over het geld. Ik breng jullie wel voor 20 euro thuis". De chauffeur kan niet laten mee te gaan in het Tilburgs dialect. Het costante gezeur om die 20 euro begint hem te irriteren. Verkeerd, hij weet het, maar toch.

Als hij had gedacht met zijn toezegging een eind te hebben gemaakt aan de flauwe grap, heeft hij het mis. De hele rit blijven ze maar zeuren en mauwen over die 20 euro. Is dat nog humor?

Ook anderszins hebben de twee duidelijk een ander gevoel voor humor dan de chauffeur. De grote bek en de arrogantie van de vrouw worden hem op een gegeven moment teveel. Vooral als ze zich ook nog eens gaan bemoeien met zijn rijstijl, extra voorzichtig totdat de vrouw haar eten heeft verorberd, en de route, de kortste en dus de goedkoopste. Alsof hij de weg in Tilburg niet weet.

Hij begint haar terug te bakkesen. De taal wordt platter, de woorden grover en het volume luider. Ordinair scheldend en schreeuwend gaat het op Tilburg aan. Met een grote omweg, want hij besluit maar te rijden zoals zij willen.

Bij de weg naar Loon op Zand loopt het uit de hand. Hij heeft genoeg van de vrouw en zet haar eruit. Die is daar natuurlijk niet van gediend, dat spreekt vanzelf. Er ontstaat een handgemeen om de sleutels van de bus. Bijna breekt hij haar vingers als zij over zijn kale hoofd krabt. Een licht bloedspoor nalatend.

Uiteindelijk komt het nog goed, al is dat wel een kwartier later. Waar een verschillend gevoel van humor al niet toe kan leiden.

--------------------

Dinsdag 13 september 2005, dag 2 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika, Washington Dulles International Airport, Washington DC, Verenigde Staten

"We are not kidding here". Streng en verwijtend spreekt de kleine luchthavenmedewerker met het vriendelijke gezicht de man met de hoed toe. Inderdaad, veiligheid is een serieuze zaak. Vooral op vliegvelden. Daar is geen plaats voor humor. De man met de hoed was dan ook serieus. "I'm not kidding. I'm serious".

Hij staat in de lange rij voor de paspoortcontrole. De vriendelijke vliegveldmedewerker was hem al meteen opgevallen. Een kleine Aziatische man. Japans waarschijnlijk, Chinees misschien. Keurig gekleed in donkerblauwe broek en wit ovehemd met een donkerblauwe stropdas. Zo te zien van de luchthaven of van de Amerikaanse Immigratiedienst. Hij doet van alles. Verzet de afzetlinten, zodat de stroom van binnenkomende passagiers zo efficient mogelijk naar de hokjes met de ambtenaren van de Immigratiedienst worden geleid. Wijst de voorsten van de rij bij welk hokje te gaan staan wachten. Daarbij zo nodig de buitenlanders verwijzend naar de rij voor Amerikaanse ingezetenen, want die rij is veel korter. Echt een manusje van alles.

En controleert bij iedere passagier of het groene visa-formulier correct en volledig is ingevuld. Zo ook bij de man met de hoed.
"Waar in Amerika gaat u naar toe?". Op het formulier staat bij adres een streepje ingevuld. Conform de werkelijkheid.
"Dat weet ik nog niet".
"Maar u gaat toch wel ergens naar toe?".
"Ja. Ik ben onderweg naar Boston. Hier in Washington is maar een transfer".
"En waar in Boston gaat u naar toe?".
"Dat weet ik nog niet".
"Maar u heeft toch wel een adres?".
"Nee. Na aankomst in Boston weet ik pas naar welk adres ik toe ga".
"U moet een adres invullen op het formulier".
"Ook als ik geen adres heb?"
"Zoals ik zei; u moet een adres invullen".
"Okay. Doet het ertoe welk adres?"
De hoed voelt zich niet echt op zijn gemak. Hij begrijpt ook wel dat de vriendelijke Japanse Amerikaan alleen maar probeert te helpen. Dat dat niet de juiste functionaris is om een discussie mee te beginnen. Aan de andere kant voelt hij er niets voor zomaar wat in te vullen. Ook al weet hij donders goed dat dat usance is bij dit soort plichtplegingen.
"Ik heb geen zin in een discussie met u", zegt de luchthavenman, "Ik probeer alleen maar te helpen. U krijgt problemen bij de ambtenaar van de immigratiedienst als u geen adres invult."
"Ik zeg het zoals het is. Als de Immigratiedienst mij zomaar wat wil laten invullen, dan doe ik dat met veel plezier. Maar dat is niet hetzelfde als wanneer ik zelf zomaar wat invul."
"Wat u wilt".

Even later pikt de man de hoed eruit en wijst hem bij een van de hokjes vooraan te gaan staan. Hij is meteen aan de beurt. De immigratie-ambtenaar is gauw klaar met de vreemdeling. "U moet wat invullen. Iedereen, die de VS binnenkomt, moet een adres hebben. Voor mijn part vult u Main Street, Disneyland in. Als er maar iets staat."
"Wat u wilt".
De hoed schrijft 'Marriot Hotel, Boston' op. De ambtenaar zet een stempel en verwijst de hoed vriendelijk om door te lopen.

De hoed realiseert zich de ironie. Het is verkeerd te zeggen zoals het is. Het is juist correct incorrect te zijn. En het doet hem ook afvragen hoe serieus dit soort veiligheidsmaatregelen genomen moeten worden. Als het toch niet uitmaakt wat een bezoeker invult, kan het net zo goed niet gevraagd worden.

Maar hij realiseert zich ook zijn eigen overdreven rechtlijnigheid. Wie zal zeggen wanneer je aan de letter van een regel te houden, en wanneer een beetje te marchanderen met de werkelijkheid?

ton

3 brutale vragen:

1.
Ook wel eens flauwe grappen gemaakt? Of op elke slak zout gelegd? Sta er eens 10 seconden bij stil. Langer mag ook.

2.
Misschien vindt u ervaring de van de man met de hoed op het vliegveld van Washington wel leuk voor iemand anders. Stuur het dan door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal u een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

25.12.06

Hoeveel is vijftig in Amerika?

Woensdag 14 september 2005, dag 3 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika

Boston, Massachusetts, USA

Er zijn vijftig Verenigde Staten van Amerika. Stel je voor dat je die alle vijftig van buiten leert. In alfabetische volgorde, zodat je de VS van A tot Z kent. Van A tot W dan, want alfabetisch gezien is Wyoming de laatste. We kunnen dus concluderen dat het niet mogelijk is Amerika van A tot Z te kennen. Welk land wel? Hoe groot of hoe klein een land ook is, op zijn best kun je niet meer dan een beeld ervan hebben. Een heel beperkt beeld.

Ieder van die vijftig staten heeft een eigen hoofdstad. Stel je voor dat je die ook allemaal uit het hoofd leert. Van Juneau, Alaska tot Cheyenne, Wyoming. Dan kom je erachter dat in sommige staten de grootste of bekendste stad de hoofdstad is. Zoals Boston in Massachusetts of Atlanta, Georgia. Maar in andere staten is juist een onbekende plaats de hoofdstad. Soms verrassend, omdat er grotere, bekendere en belangrijkere steden in die staat zijn. Zo is de stad New York niet de hoofdstad van de staat New York. Dat is Albany. De hoofdstad van Californie is Sacramento, en niet Los Angeles of San Francisco. En sinds de presidentsverkiezingen van 2000 weten ook veel niet-Amerikanen dat niet Miami of Orlando de hoofdstad van Florida is, maar Tallahassee. Zoals door de berichtgeving over het bezoek van Katrina aan New Orleans nu ook bij meer mensen bekend is dat Baton Rouge de hoofdstad van Louisiana is, en niet die verdronken jazz-stad.

Het lijkt onzinnig om al die vijftig staten en steden te willen kennen. En dat is ook wel een beetje zo. Net zo onzinnig als het van buiten leren van alle provincies van Nederland met hun hoofdstad. Of de 25 landen en hoofdsteden van de Europese Unie. Maar het is tegelijkertijd ook een zinnige geheugenoefening. En als je net in Amerika bent aangekomen en van plan bent 40 dagen door dat land te reizen, blijkt het best wel nuttig te zijn alle staten met hun hoofdsteden te kennen. Omdat je nog moet besluiten waar je precies allemaal naar toe gaat, want dat weet je nog niet. Behalve dan naar Memphis, Tennessee. Daar is op 14 en 15 oktober een conferentie over geweldloosheid, georganiseerd door Arun Gandhi, een kleinzoon van Mohandas Gandhi. En het is de planning daar in ieder geval heen te gaan.

Als je al die vijftig staten en steden op een rijtje ziet, ontdek je opmerkelijke feiten. Er is een hoofdstad die Frankfort heet. Misschien is die stad wel gesticht door immigranten uit het Duitse Frankfurt. Misschien ook wel vernoemd naar die worsten, wie zal het zeggen? Een andere hoofdstad heet Bismarck, net als de Duitse kanselier die zo'n 135 jaar geleden aan de basis stond van het land dat we nu als Duitsland kennen. En weer een andere stad heet Lincoln. Vast genoemd naar de bekende Amerikaanse president, die op een briefje van 5 dollar staat afgebeeld. Of is het omgekeerd, dat die man zijn naam te danken heeft aan de hoofdstad van de staat Nebraska? Dat kan ook natuurlijk, maar is niet waarschijnlijk.

Over presidenten gesproken. Je kunt ook alle presidenten van buiten leren. Van de eerste, George Washington, die een briefje van 1 dollar siert, tot de 43ste, George W. Bush. De man die in 2000 die presdentsverkiezingen won. Vooral in Florida was de uitslag een spannende zaak en het heeft dan ook vele weken en een aantal rechtszaken geduurd voordat definitief duidelijk werd wie gekozen was.

Als je al die 43 presidenten op een rijtje zet, kom je erachter dat die George Bush de 42ste man is die president van de Verenigde Staten is geworden. Waar is die ene gebleven? Of zijn de Amerikanen soms zo slecht in tellen, dat ze niet eens de eigen presidenten goed op een rijtje hebben? Het zou kunnen, maar is niet waarschijnlijk. Er is vast een logische verklaring voor. Die verklaring is niet dat die ene een vrouw was, want tot nu toe is nog nooit een vrouw president geworden. Ook niet vice-president trouwens. En het is ook niet die ene Geconfedereerde president, want in de officiele geschiedenis van de Verenigde Staten van Amerika telt die niet mee als president.

Het is vijf uur 's morgens. De man met de hoed was vanzelf wakker geworden in het Beantown Hostel. Gisteravond al om 10 uur gaan slapen. Langer blijven liggen heeft niet zoveel zin. Uitgeslapen is uitgeslapen. Dus maar opgestaan. Het is nog donker begonnen, en het leven is in Boston nog niet echt op gang gekomen. Alleen de vuilnismannen zijn al bezig, ziet hij vanaf de derde verdieping naar beneden kijkend.

Een mooie tijd om zijn geheugen te trainen met 50 staten, 50 hoofdsteden en 42 mannen die samen 43 presidenten vormen. Ook een goede tijd om een planning voor vandaag te maken. Boston verkennen, dagelijkse verhaal mailen, dagelijkse brief schrijven, kaarten sturen naar Laure en Tom en hopelijk een of beide contacten in Boston te pakken krijgen. We zullen zien of die planning uitkomt.

We zullen zien of de planning voor de Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika uitkomt.

ton

3 brutale vragen:

1.
Ook wel eens een planning gemaakt? En, is die uitgekomen? Of waren er misschien toch nog veranderingen? Sta er eens 10 seconden bij stil. Langer mag ook.

2.
Misschien vindt u de geheugenoefening van de man met de hoed wel leuk voor iemand anders. Stuur het dan door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal u een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

24.12.06

Oogopslag in India

Delhi, 15 juli 2005
dag 8 van het voorlopig laatste deel van de Luister-en-Vertel-Tournee in India

Vrijdagmorgen, acht uur. Het is nog vroeg. De winkels van Connaught Place zijn nog niet open. De schrijver zit op een bankje in de schaduw. Hoed op. Recht voor een levensgrote poster van Pepe Jeans. Niet toevallig; hij wil een goed uitzicht hebben op de oogopslag.

Hij overdenkt zijn zonden. Of beter; zijn zonde van gisteren. Of nog beter; zijn zonde van de afgelopen week. Overmoed. Of hoogmoed. Of hoe je het ook maar noemen wilt.

'Raar eigenlijk', schiet hem te binnen, 'hoe je door een bepaald woord te gebruiken een bepaalde kleur aan een gebeurtenis geeft. En hoe door een ander woord te gebruiken diezelfde gebeurtenis soms plotseling een heel andere toon krijgt.' Het doet hem denken aan een artikel in de Daily Telegraph van een paar dagen geleden. Die Engelse krant had zich gestoord aan het taalgebruik van de BBC in de verslaggeving over de bomaanslagen in Londen. De krant had ontdekt dat in de eerste berichten op de website van de Engelse staatsomroep steeds van 'terrorists' was gesproken, maar dat een dag later dat woord was vervangen door 'bombers'. En over dat verschil viel de Daily Telegraph. Of liever de journalist die het artikel had geschreven, want een krant kan zich niet storen. Het zijn de mensen achter die krant, die een bepaalde mening hebben. Volgens de journalist waren het zonneklaar terroristen, en was dat ook de enige juiste term. En uit het gebruik van het woord 'bombers' in paats van 'terrorists' bleek volgens hem maar weer eens hoe links en soft de BBC is. Een mooi voorbeeld van 'jumping to conclusions' op basis van verschillend woordgebruik voor een en dezelfde gebeurtenis.

Terwijl de schrijver de oogopslag aandachtig in zich opneemt komt een jongeman met een rode topi op zijn hoofd naast hem zitten. 'Een moslim', denkt hij bij zichzelf. Twee ijzeren stokjes verraden dat hij een 'ear-doctor' is. Dus wacht de schrijver op de vraag, waarvan hij weet dat die komen gaat. En inderdaad. Na de gebruikelijke routineuze beleefdheden vraagt de jongen met de topi of hij even in zijn oren mag kijken.
"No", antwoordt de schrijver met een glimlach.
"Ik ben een ear-doctor", houdt de jongen aan.
"No".
"Ik ben heel goed. Ik ben een kampioen."
"Still no".
"Ik kan uw oren schoonmaken. Dan kunt u beter horen."
"No". De schrijver heeft geleerd op zijn Indiaas nee te schudden. Dat is trouwens hetzelfde als ja-knikken.
"Een minuutje maar. Alleen maar kijken."
"No". De schrijver kijkt de jongen recht in de ogen aan, intussen zijn beste glimlach op zijn gezicht plooiend.
"Alleen maar kijken. Daarna kunt u zelf beslissen".
"No". Hetzelfde Inidaase nee-schudden, dezelfde glimlach.
De jongen staat op en loopt weg. Onverrichterzake.

De aandacht van de schrijver gaat weer terug naar de oogopslag op de poster. En naar het verhaal, dat hij erover wil schrijven. 'Benieuwd of zulke posters ook in Peshawar of Teheran te zien zijn'. De gedachte schiet hem niet zomaar te binnen. Hij had de afgelopen week een te grote broek aangetrokken. En was in gedachten al in Pakistan en Iran geweest. En in Los Angeles.

Op 1 augustus loopt zijn visum af, dus wordt het tijd een besluit te nemen. Visum verlengen en in India blijven kan. Nog zoveel te zien, nog zoveel te beleven, nog zoveel ook om over te schrijven. Maar zijn gevoel zegt hem dat het tijd is om terug te gaan naar Nederland. Dus bij verschillende travel-agencies en op internet geshopped naar vluchten naar Europa. Vanuit Delhi of Mumbai naar Brussel, Frankfurt, Parijs of Londen. Amsterdam mag ook. Vanuit India gezien is dat allemaal evenver van Oisterwijk vandaan. Of ven dichtbij, net hoe je het bekijkt.

En om maar meteen de volgende Luister-en-Vertel-Tournee vast te leggen informeerde hij naar return-tickets. Heen naar Europa in juli, terug naar India na 3 februari. Na de verjaardag van Tom. En om het verhaal compleet te maken ook maar geinformeerd naar vluchten naar de VS. Op 11 september van Europa naar Amerika en op 27 oktober terug. Op 14 en 15 oktober organiseert het Mahatma Gandhi Institute in Memphis, Tennesse een conferentie over non-violence. En op 28, 29 en 30 oktober organiseert IDTV in Maastricht, Nederland een vredesconferentie. Tushar Gandhi, de achterkleinzoon van Gandhi en organisator van de Saltmarch, is voor die bijeenkomst uitgenodigd. Het komt er dus op neer dat de schrijver op zoek is naar de goedkoopste retourvlucht India-Amerika, met twee stop-overs in Europa.

En daar zit hem zijn hoogmoed in. Of hoe je het ook maar noemen wilt. Want toen na een paar dagen rondshoppen Highland Travels met de beste deal kwam, Delhi - Frankfurt - Los Angeles vice versa voor 61.000 roepies, en het op betalen aankwam, bleek dat de creditcard niet werd geaccepteerd. Een hele dag en een stuk of vijf internationale telefoontjes naar de Rabobank later was hem de reden iets duidelijker geworden. Niet helemaal, maar genoeg om vooruit te kunnen. Tijdelijke debetstand had geleid tot blokkering van de creditcard. Inmiddels was dat tekort aangezuiverd, maar nee, de creditcard kon niet worden gedeblokkeerd. En ja, er kon wel een nieuwe card worden aangevraagd. Maar nee, die kon niet naar India worden opgestuurd. Persoonlijk af te halen bij de bank. Verstandige belemmering.

Zo de schrijver het kan zien resten hem nu nog twee mogelijkheden. Een enkele reis Europa, te betalen van zijn laatste contante geld. En overland. Vanuit Kashmir via Pakistan, Iran en Turkije. Die weg voert hem langs Peshawar en Teheran. Kan hij met eigen ogen bekijken of zulke posters daar ook hangen.

Terwijl de schrijver zich de oogopslag goed inprent komt een jongeman met een blauwe tulband naast hem zitten. Een sikh. 'Benieuwd wat die me wil verkopen. Vast een autorickshaw-chauffeur, die me naar een of andere shop wil brengen om daarna zijn commissie op te strijken. Of misschien is het wel gewoon iemand op weg naar zijn werk, die merkt dat hij veel te vroeg is en even op een bankje de tijd doodt. We zullen zien.'

Na een paar minuten verbreekt de man met de tulband de stilte.
"How you like India?". 'Ah', denkt de schrijver, 'de inleidende beleefdheden beginnen'.
"I like it".
"How long you're here?". Nog steeds de gebruikelijke routine.
"O, this time four months". Zo, in een klap twee dingen duidelijk gemaakt; de schrijver is niet nieuw in India en hij is hier al vaker geweest.
"Where you from?".
"Netherlands". Nog steeds de gebruikelijke plichtplegingen. Tijd voor de tegenaanval.
"And you?", is het de beurt aan de schrijver om vragen te stellen.
"What do you mean?", klinkt het niet-begrijpend.
"Well, where are you from?", verduidelijkt de schrijver zijn vraag..
"From India", klinkt het verbaasd. En het is ook een beetje naar de bekende weg vragen.
"How long are you in India?".
"I was born here", antwoordt de sikh.
"And, how do you like India?".
"Like I said. I was born here".
"Yeah, I know. But how do you like it?".
"I love it of course. It's my country."
"You mean everyone loves his country, just because he was born there?".
"Yes, I think everyone loves his country. Don't you like your country?".
"O yes, I like it a lot. But not just because I was born there. Besides I like all countries. Every country is interesting and worthwile. After all, all humans are the same. Why should you not like any country?".
"Well, some Indians don't like Americans".
"Have they been there?"
"No, but they've seen it on television and in the newspapers."

De schrijver heeft zich vergist. Deze man is er niet op uit hem iets te verkopen of hem mee te lokken naar een of andere shop. Hij is gewoon vriendelijk geinteresseerd in de vreemdeling met de hoed die aantekeningen maakt van een gewone reclameposter. De schrijver verandert van onderwerp. Hij wijst op de tulband en vraagt: "Are you sikh?".
"Yes".
"So you're from Punjab?".
"Yes. I come from Amritsar".

Ze praten nog wat over sikhisme en India. Zo leert de schrijver dat Hindustan en Barath andere namen voor India zijn. En dat er in Deli een sikh-tempel is waar hij ook als ongelovige zo naar binnen mag, Bangla Sahib Gurdwara. Het is vlak bij Connaught Place. Als de jongeman even later afscheid neemt en wegloopt neemt de schrijver zich voor toch eens naar die tempel te gaan.

Hij staart nog een tijdje naar de oogopslag en staat dan op om naar Highland Travels te gaan. Een enkele reis Europa regelen en dan in de Barista Coffeeshop een verhaal over de oogopslag schrijven.

En Peshawar en Teheran? Dat is een avontuur voor later.

ton

3 brutale vragen:

1.
Ook wel eens een te grote broek aangetrokken? Of te snel conclusies getrokken? En toen? Sta er eens 10 seconden bij stil. Langer mag ook.

2.
Misschien vond u de bekentenis van de schrijver over zijn zonde wel leuk om te lezen. Misschien kent u wel iemand, die u dit verhaal virtueel cadeau kunt doen. Stuur het dan door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal u een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

20.12.06

Legale valsemunterij en de rijkste mens ter wereld in India

Mumbai, zondag 26 juni 2005
dag 17 van deel 2 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India

"Zeg. Waar doe jij dat eigenlijk allemaal van?". Prakash kan zijn nieuwsgierigheid niet langer onderdrukken. Het was hem al wel opgevallen dat de man met de hoed erg zuinig leeft. Maar het was hem ook opgevallen hoe luchtig hij altijd deed over alles wat maar met geld te maken had. "It's only money", reageerde hij als het ter sprake kwam. Of opmerkingen in de trand van "Geld? Oh, daar is meer van dan wij nodig heb", of "Aan alles is op deze wereld gebrek, behalve aan geld". En het gemak waarmee de man van hot naar her vliegt en treint verwondert hem ook. Het is dan misschien wel het enige waar zijn geld aan opgaat, maar het moet toch een fortuin kosten.

"Hoe bedoel je?".
"Nou, je weet wel. Al dat reizen van jou moet toch een fortuin kosten. Waar betaal je dat allemaal van?".
De man van de hoed kan niet laten hardop te lachen. "Oh, geld zat op deze wereld. Als er iets is waar de mensheid geen gebrek aan heeft, is het wel geld".
"Ja, dat zal best. Maar het is niet even gelijk verdeeld", zegt Prakash. Licht geirriteerd, ook al is hij tijdens de Saltmarch en ook daarna gesteld geraakt op de man met de hoed. Zelf vindt hij het niet altijd even gemakkelijk de eindjes aan elkaar te knopen, laat staan dat er ruimte over is voor zoiets lux als reizen. "En misschien is er meer dan genoeg van voor ons allemaal, daarmee heb jij het nog niet. Ben je soms rijk of zo?".

"Ik zal je een verhaal over rijkdom vertellen", zegt de man van de hoed. Een glimlach van herkenning op zijn gezicht. "Jullie kennen het blad Fortune wel?"
Louise knikt instemmend, maar Prakash schudt zijn hoofd. "Nee, nooit van gehoord".
"Nee? Dat is dat Amerikaanse blad dat ieder jaar een lijst puliceert van de rijkste mensen ter wereld. De Fortune 500 heet het geloof ik".
"Oh, dat", antwoordt Prakash,"Ik wist niet dat dat een blad is. Ik dacht dat die lijst door een of andere officiele internationale organisatie werd opgesteld".
"Kennen jullie Bill Gates?", gaat de man van de hoed verder.
"Ja, de rijkste man ter wereld. Wie kent hem niet?", zegt Louise.
"Nou, er wonen hier in Mumbai 17 miljoen mensen. Het is vast niet moeilijk hier mensen te vinden die nog nooit van de man hebben gehoord. En in Mongolie of zo zijn er vast ook wel die nog nooit van Bill Gates of Microsoft hebben gehoord. Maar goed, dat doet er niet toe. In de Fortune 500 staat hij al een paar jaar op nummer 1. En toch is hij niet de rijkste man ter wereld."
"Hoezo niet?".
"Nou. Die lijst is opgesteld aan de hand van allerlei waarderingen van bezittingen, die op een of andere manier bij de opstellers van die lijst bekend zijn. Nou is Fortune een Amerikaans blad. Internationaal georienteerd, en ook in andere westerse landen veel gelezen, maar evengoed een Amerikaans blad. Het hanteert dan ook Amerikaanse of in ieder geval westerse normen."
"Hoe bedoel je?".
"Neem Bill Gates. Stel hij heeft een groot landgoed. Ik weet niet of dat zo is, maar laten we het even aannemen. In de staat Washington of zo, want hij woont in Seattle, Washington. Op dat landgoed staat een prachtig landhuis en misschien is er ook wel een farm. Met duizenden koeien en hectares vol graan. Dat heeft een bepaalde waarde en dat telt dus mee voor zijn fortuin. Stel een Indier heeft in de Punjab een evengroot landgoed. Ook met een prachtig landhuis en een farm met duizenden koeien en hectares vol graan. Gewoon precies hetzelfde. Toch is dat landgoed van Bill Gates meer waard. Maar is hij ook rijker dan die Indier? Het ligt er maar net aan hoe je telt. En hetzelfde geldt voor aandelen in bedrijven. Aandelen in bedrijven aan de beurs van New York worden hoger gewaardeerd dan aandelen van bedrijven aan de beurs van zeg Mumbai. Ook al zouden beide bedrijven precies evenveel produceren en evenveel winst maken."

"De Amerikaanse samenleving is een tamelijk open samenleving", gaat de man van de hoed weer verder als de beide anderen niets zeggen. "Net als trouwens de meeste westerse landen. Het is dan ook met wat moeite redelijk goed mogelijk een volledig inzicht te krijgen van de bezittingen van iemand. Al was het maar omdat het meer geaccepteerd is je rijkdom te laten zien. Je kunt je voorstellen dat er minder transparante landen zijn. Bill Gates is dus niet de rijkste man ter wereld".

"Wie dan wel?"
"Dat weet ik niet. Wat doet het ertoe?"

"Mooi verhaal. Maar nou weet ik nog niet waar jij het allemaal van doet". De nieuwsgierigheid van Prakash laat zich niet zomaar tevredenstellen.

"Er zijn twee valuta op de wereld, waarvan de bankbiljetten heel gemakkelijk zijn na te maken. Een daarvan zijn Indiase roepies. Daarom ben ik graag in India."
"Dat geloof ik niet. Dat merken mensen toch?". Louise toont zich niet overtuigd.
"Nee hoor. Kijk maar". De man van de hoed grijpt in zijn broekzak. "Neem dit briefje van twintig." Hij laat een verfomfaaid en vunzig twintigje zien. "Stel ik betaal met dit briefje bij een straatstalletje een pineapple-juice. Hoeveel mensen zijn er, denk je, die gaan checken of het wel een echt briefje is?".
"Geen een".
"Toch is dit eigelijk meer een vodje dan een waardevol stuk papier".
"Ja, maar bijna alle bankbiljetten zijn hier op een of andere manier wel een vodje".
"Ik bedoel maar. Neem nou deze briefjes", en hij haalt een bundeltje uit zijn andere broekzak. Vijf briefjes van tien. "Allemaal verschillend van kleur. Nou ja, deze twee zijn hetzelfe. Die zijn dan ook nieuw". Inderdaad zijn de biljetten in vier verschillende tinten. Een vaag soort oranje-rood-bruin. "Toch is niemand verbaasd als ik hiermee iets van 50 roepie betaal. Niemand checkt of alle briefjes wel echt zijn."

"En weet je wat het mooie van alles is?".
De man van de hoed geeft de andere twee niet de kans te antwoorden. "Het is nog legaal ook".

Hij moet weer lachen om de verbaasde gezichten van Prakash en Louise.

"Valsemunterij is toch verboden", verbreekt Louise de stilte,"je kunt ervoor worden opgepakt en in de gevangenis belanden. In India geen pretje. Dat zou jij als jurist toch moeten weten"

"Je kunt alleen gestraft worden voor een misdaad, die strafbaar is in het land waar je die misdaad hebt begaan."
"Dat bergijp ik niet", zegt Louise.
"Neem bigamie. In mijn land is het verboden om met meer dan 1 mens getrouwd te zijn. Tegelijkertijd dan. Achter elkaar is geen probleem al moet er geloof ik een bepaalde tijd tussen zitten. Er zijn ook landen waar bigamie wel is toegestaan. Vaak zelfs heel gewoon. In Saoedi-Arabie bijvoorbeeld. Stel nu dat een Saoediarabier, die met twee vrouwen is getrouwd, naar mijn land komt. Dan kan hij niet worden vervolgd en berecht voor veelwijverij. Hij kan alleen niet een geldig tweede huwelijk in mijn land afsluiten. Omgekeerd zijn in mijn land prostitutie en abortus volkomen legaal en ook heel gewoon. In de meeste landen van de wereld niet. In de meeste staten van e VS bijvoorbeeld. Toch kan een prostituee of een abortus-dokter uit mijn land, die naar de VS gaat, niet worden vervolgd voor hoererij of baby-moord. Zolang ze hun beroep daar maar niet uitoefenen. Dat heet geloof ik het territorialiteitsbeginsel, maar dat weet ik niet zeker. Het is al lang geleden dat ik rechten heb gestudeerd."

"Okay, maar wat heeft dat met vals geld te maken?".
"
"De meest opvallende misdaden als moord en diefstal en zo zijn bijna overal op de wereld strafbaar. En afgezien van wat details ook vaak op dezelfde manier. Omdat alle mensen zo'n beetje dezelfde waarden hebben. Maar bij valsemunterij zijn er interessante wettelijke verschillen. In vrijwel alle landen is valsemunterij verboden. Voorzover ik weet dan. Meestal in algemene bewoordingen. Maar in sommige landen is alleen het maken van vals geld van dat bepaalde land verboden. En niet geld van andere landen. Of soms is wel het maken van vals vreemd geld verboden, maar niet het uitgeven ervan. Waarschijnlijk een foutje van de wetgever in dat land, maar dat doet er niet toe. Het is zoals het is, en hoe het precies zo gekomen is is minder van belang.
Zo is het namaken van Indiase roepies in Pakistan niet verboden. Nou ja, in een bepaalde, meestgebruikte uitleg van de Pakistaanse wet dan. En je begrijpt dat het Pakistaanse Openbaar Ministerie niet de moeite neemt om namakers van Indiase roepies op te sporen en te berechten. Het is veel te onzeker of er wel een veroordeling volgt. En ze vinden het daar al lang best dat iemand India een loer draait, ook al is het een beetje oneerlijk. Bovendien hebben ze het in Pakistan al druk genoeg met het vangen van echte boeven."

"En wat is die andere valuta?"
"US Dollars"
"US Dollars?", klinkt het uit twee monden tegelijkertijd.
"Ja. Die zijn in maar twee simpele kleuren en je kunt er overal op de wereld mee betalen. Als het zo doorgaat zal je zien dat over een paar jaar de euro de rol van de dollar heeft overgenomen."
"Dat is in India nu al zo", weet Prakash.
"Maar dollars zijn toch veel beter beveiligd dan Indiase roepies?". Louise voelt zich als Amerikaanse aangesproken.
"Oh. Je zou er verbaasd van staan hoe achterlijk moderne landen in sommige opzichten kunnen zijn".
"Maar het valt toch op als je hier met dollars betaalt?".
"Niet als je alleen maar kleine bedragen uitgeeft. En alleen maar met kleine biljetten betaalt. Dus niet meteen de grote jongen uithangen met briefjes van honderd of zo. Gewoon van 1 of 5 dollar. Dat gaat wel niet zo snel, maar wat geeft dat?"

"Dan weet jij dus ook wie er op een vijfje staat?", vraagt Louise.
"Ja", lacht de man van de hoed,"toevallig zijn die zelfs het aantrekkelijkst. Want daar staat Abraham Lincoln op. En die wordt bijna overal op de wereld herkend, zo'n markante kop heeft die man. Die andere presidenten kennen zelfs veel Amerikanen niet van gezicht. Of het nou Thomas Jefferson, Benjamin Franklin of zelfs George Washington is. Ja George Bush, die zijn gezicht kent bijna iedereen. Maar het zou wel heel ongeloofwaardig zijn om een vals dollarbriefje met zijn beeltenis erop te maken."

"Dus jij maakt zelf Indiase roepies en US Dollars?".
"Nee".

Er volgt een stilte.

"Nee? En dat verhaal van die roepies en die dollars dan?".
"Mooi verhaal toch. En van die 6 en een half miljard mensen op deze wereld is er vast wel iemand die het doet. Misschien met een andere munteenheid, maar dat doet er niet toe. En we weten allemaal dat elke wetgeving lacunes kent. Er zijn vast wel juristen die nu op dit moment druk bezig zijn die gaten op te zoeken om er gebruik van te maken. In eigen belang of in het belang van hun client. Geloofden jullie het?".
Prakash bevestigt, maar Louise zegt van niet. De man met de hoed gelooft haar niet.

"Je bent een fantast. Maar nou weten we nog niet waar jij al dat reizen van doet".
"Dat vertel ik misschien wel een andere keer".

ton


3 brutale vragen:

1.
Wie zal zeggen wat wel en wat niet telt als het gaat om rijkdom? Sta er eens 10 seconden bij stil. Langer mag ook.

2.
Misschien vond u de valsemunterij-fantasie met een knipoog naar de echte wereld wel leuk om te lezen. Misschien kent u wel iemand, die u een plezier kunt doen met dit verhaal. Stuur het door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet. Er wordt al genoeg fantasie over het internet verstuurd.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal u een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet

18.12.06

Go with the flow in Nieuw Zeeland

Maandag 23 mei 2005
Dag 1 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Nieuw Zeeland

Auckland International Airport

"Hello. Can I have your passport and your immigrationform please". De man met de Australische hoed legt zijn paspoort en het ingevulde immigratieformulier op de toonbank. Met een glimlach, want de vriendelijke douane-dame met de Maori-trekken had het hem ook met een glimlach gevraagd.
"Heeft u familie in Nieuw Zeeland?".
"Nee".
"Komt u hier voor bussiness of voor vakantie?".
"Om een vriend op te zoeken".
"Waar gaat u naar toe?".
"Naar Napier".
"Vandaag nog?". Zo gek is de vraag van de Maori-dame niet. Het is al half vier 's middags en Napier is ruim 400 kilometer van Auckland.
"Dat weet ik nog niet".
"Heeft u al een slaapplaats voor vannacht?".
"Nee".
"Wat gaat u dan doen als u de luchthaven uitloopt?".
"Dat weet ik nog niet". De man met de OZ-hoed lacht om zijn eigen onwetendheid.
"Well", lacht de vriendelijke dame terug, "go with the flow". Ze zet een stempel en reikt hem zijn paspoort aan.

* * * * *

De man met de hoed overdenkt zijn mogelijkheden. Niet voor het eerst. Al in Sydney had hij de verschillende opties op een rijtje gezet en informatie gezocht. Het liefst wil hij liftend naar Napier. Om meer dan een reden. Omdat het goedkoop is natuurlijk, zodat hij binnen zijn dagelijkse budget van 15 euro kan blijven. Maar meer nog om het avontuur. Om het onvoorspelbare ervan. En omdat liften vast een goede manier is om Nieuwzeelandse mensen te leren kennen. En last but not least omdat hij ervan overtuigd is dat liften hem vast wel inspiratie oplevert voor een verhaal.

Wat let hem? Waarom dan toch getwijfeld? Nou ja, omdat de man met de hoed eeuwig en altijd twijfelt. Het is als een tweede natuur. Nooit kan hij nou eens blindelngs vol overtuiging op een gekozen doel afgaan. Altijd zijn er wel bedenkingen. Beren en wolven op de weg. En altijd zijn er wel alternatieven, die ook plausibel zijn.

Een andere mogelijkheid is de bus. Er zijn verschillende busmaatschappijen die Napier in hun netwerk hebben opgenomen. In Sydney had hij de websites bezocht en zo weet hij dat hij eerst van het vliegveld naar de stad moet om vandaar een bus te nemen. Omdat het al laat in de middag is zal het er wel op uitdraaien dat hij een nacht in Auckland moet doorbrengen en morgen de bus naar Napier nemen. Dat idee staat hem niet zo aan. Een bus, da's niet echt spannend of avontuurlijk. En ook al is Nieuw Zeeland Zuid-Afrika niet, in dat land had hij vorig jaar geleerd dat je in een bus niet zo snel met andere passagiers aan de praat raakt. Trouwens, waarschijnlijk zijn die andere passagiers net zulke vreemdelingen als hijzelf. En het tarief voor een bus is ruim boven zijn budget, de overnachting nog niet eens meegerekend.

De trein is geen optie. De enige lijn in het land loopt van Auckland naar Wellington en niet via Napier.

Een auto huren is ook een optie. Na bijna drie maanden geen auto te hebben gereden een aanlokkelijke gedachte. Maar ja, dat is helemaal boven budget. Dus rest de twijfel.

Hij besluit eerst te doen wat hij sowieso als eerste wilde doen na aankomst in Niew Zeeland. Kaarten kopen voor Laure en Tom, schrijven en opsturen. Daarna een beetje rondkijken. Ondertussen zal hem vast wel een oplossing te binnen voor zijn dilemma. Komt tijd komt raad. Dus loopt hij de 'stationary'-winkel binnen in de aankomsthal. Koopt een stel kaarten van Nieuw Zeeland. Dat komt goed uit; ze verkopen ook postzegels en om de hoek is een brievenbus. In het voorbijgaan ziet hij het rek met wegatlassen van Nieuw Zeeland.

Terwijl hij bij de McDonald's de kaarten schrijft schiet hem de belangrijkste reden voor zin lift-twijfel te binnen. Angst.

Een beetje van zichzelf. Angst uren langs de weg te moeten staan voor een lift. Al dan niet in de regen. Angst ergens in the middle of nowhere te stranden. Angst de weg niet te weten.

En een beetje aangepraat door anderen. Angst voor het gevaar. Angst voor het onbekende. In Sydney had Kate hem afgeraden te gaan liften. Veel te gevaarlijk. En afgelopen zaterdag had hij op het jaarlijkse personeelsetentje van Biko Jane gesproken de vrouw van Julian, samen met Greg eigenaar van Biko. Julian en Jane zijn allebei Nieuwzeelanders. Jane had hem ook afgeraden te gaan liften. Veel te gevaarlijk. Hij realiseert zich de herkomst van zijn angst. En ook de irrationaliteit ervan. Kate en Jane hebben waarschijnlijk allebei nog nooit gelift. In ieder geval konden ze geen van beiden concrete voorbeelden geven. Waarschijnlijk baseren ze hun goedbedoelde advies op verhalen van horen-zeggen of erger nog: van verhalen uit de krant of van tv.

Maar ook de Lonely Planet raadt reizigers het liften niet aan. Mooi voorbeeld hoe deze gids voor reizigers 'off the beaten track' veel van haar karakter als reisgids voor de avontuurlijk ingestelde reiziger heeft verloren.

Angst is een slechte raadgever. Vooral als het is aangepraat, wat trouwens vaak het geval is. Het mag niet de reden zin te laten wat goed kan zijn. Of omgekeerd te doen wat verkeerd is. Angst heb je wel of niet en valt maar moeilijk weg te redeneren. Vraag maar eens aan al die mensen die last hebben van vliegangst of bang zijn voor het onbekende. Nou is dat allemaal makkelijk gezegd vooral als je er zelf geen last van hebt.

Nou zijn er twee vormen van moed. De ene is de volledige afwezigheid van angst. Zeg maar onverschrokkenheid. De andere is de angst overwinnen. In werkelijkheid is het vaak een mix van beiden. En laten we niet vergeten dat angst vaak tot voorzichtigheid leidt. Al is er een dunne lijn. En wat de een voorichtigheid noemt, noemt de ander gewoon bangeschijterij.

Hij post de kaarten en loopt daarna een beetje rond over het terrein van de luchthaven. Besluit genomen loopt hij terug naar de stationary-winkel en koopt een weg-atlas van Nieuw Zeeland.

* * * * *

Een half uur later staat de man met de hoed en de rugzak langs de weg van het vliegveld naar het zuiden. Duim omhoog. De 3ste auto of zo stopt. Een oude witte Toyota. Bemoedigend; dat heeft maar een kwartier geduurd.

"Where are you going?".
"Napier".
I'll take you to the motorway".
De man met de hoed en de rugzak is de lifter geworden.

ton

3 brutale vragen:

1.
Ook wel eens last van dwaze angsten, al dan niet door anderen aangepraat? Sta er eens 10 seconden bij stil.

2.
Misschien kent u ook wel een twijfelaar waaran udenkt dat die dit een leuk verhaal vindt om te lezen. Stuur het door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien bent u ook wel zo'n twijfelaar of een bangeschijter. Misschien, heel misschien helpt het verhaal van de twijfelende lifter u wel uit uw twijfel en is het verhaal u een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

17.12.06

Een leugentje om bestwil in de Rajasthan Express

Zaterdag 18 juni 2005
Dag 9 van deel 2 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India

In de Rajasthan Express van Mumbai naar Jaipur

Volgens een oude Perzische legende is de mens gemaakt door de god van Alle Tijden. Hij had het heelal gecreeerd en genoot van de harmonie die hij er zag. Toch miste hij nog iets. Een metgezel om al die schoonheid mee te delen. Gedeelde vreugde is dubbele vreugde. Duizenden jaren bidt hij om een zoon. Het is een beetje onduidelijk tot wie hij nu precies bidt. Als god van Alle Tijden is hij immers almachtig, dus waarom creeert hij zichzelf niet simpelweg een zoon? We zullen niet lang stilstaan bij deze onvolkomenheid. Er zijn wel meer legendes, die niet helemaal logisch in elkaar zitten. De god van Alle Tijden bidt dus om een nakomeling en uiteindelijk worden zijn gebeden verhoord. Hij raakt in verwachting. Naar de huidige biologische wetenschap is dat ook een beetje raar, maar we praten hier dan ook over de god van Alle Tijden. En wat vandaag de dag raar is, is in andere tijden misschien wel heel normaal.

Pas nu realiseert de god van Alle Tijden zich dat de geboorte van zijn zoon het harmonieuze evenwicht in het universum wel eens danig zou kunnen verstoren. Hij wordt overwelmd door spijt, want niets menselijks is de god van Alle Tijden vreemd. Maar helaas, het is al te laat. In zijn buik groeit zijn zoon met de dag. Het enige gevolg van zijn berouw is dat zijn nog ongeboren zoon zich in tweeen deelt. Ormuzd, de Goede, is de vrucht van zijn vurige verlangen naar een metgezel. En Ahriman, de Kwade, is het voortbrengsel van zijn berouw.

De god van Alle Tijden ziet het met lede ogen aan en maakt zich zorgen om de toekomst van zijn schepping. Hij neemt maatregelen om ervoor te zorgen dat Ormuzd de Goede als eerste wordt geboren, zodat hij als oudste zijn tweelingbroer Ahriman de Kwade in het gareel kan houden. Hoe het precies zo gekomen is weet de god van Alle Tijden zich niet meer te herinneren, maar Ahriman slaagt erin als eerste het daglicht te zien. Kennelijk is de almachtige god van Alle Tijden niet zo almachtig. Overstuur van deze onfortuinlijke gebeurtenis besluit hij Ormuzd de Goede een bondgenoot te geven. Hij schept de mens om samen met Ormuzd het kwaad te bestrijden.

De man met de hoed leest het verhaal in de trein van Mumbai naar Jaipur, de Rajasthan Express. Het staat in een van de boeken in zijn rugzak. Hoe dwaas moet je zijn om het te geloven? Zelfs als je de onlogische elementen vergeet, is het duidelijk dat het een verzonnen verhaal is. Leuk bedacht, dat wel. Maar niet meer dan dat. Er zijn wel meer van die mooie verhalen. De een wat serieuzer dan de ander. En de een wordt ook serieuzer genomen dan de ander. Hoe dwaas moet je eigenlijk zijn om zo'n verhaal serieus te nemen?

Samen met James, de Amerikaan, Jesse en Grace, de zusjes uit Cornwall, en Pierre en Blondine, het stel uit Lyon, is hij geronseld als figurant voor een televisieserie. De opnames zijn op locatie in Jaipur. Die Indiase stad schijnt over prachtige paleizen te beschikken, die mooi als decor kunnen dienen voor een verhaal dat zich afspeelt in het Egypte van 1922. Om precies te zijn rondom de ontdekking van de tombe van farao Toetanchamon en de vloek die daarop rust. Ook zo'n mooi verhaal, dat je gelooft of niet.

Jaipur ligt ongeveer 1200 kilometer van Mumbai. Een trip van 19 uur. Het is allemaal al geregeld. De treinticket is al geboekt, ze worden op het station van Jaipur opgewacht door iemand van de studio en naar het hotel gebracht, de volgende dag een hele dag op de filmset, en 's anderendaags weer terug naar Mumbai. Alleen staan er op het treinticket andere namen vermeld. Annabel, de filmagent die het allemaal coordineert, legt uit dat ze bij controle die namen maar moeten noemen, en dat het dan allemaal wel goed komt. Don is de naam van de man met de hoed. Ze geeft hem 500 roepies mee voor onderweg. "Het zal niet nodig zijn, maar je weet nooit", zegt ze nog.

Don wordt wakker als iemand hem zachtjes aan zijn been trekt. Hij ligt te slapen op het bovenste van drie bedden. Het is James. "Heb jij het ticket?". "Yeah". "Well, de conducteur komt eraan". "Okay", hij haalt het treinticket uit zijn broekzak, geeft het aan de Amerikaan en slaapt verder. Even later wordt er weer zachtjes aan zijn been getrokken. James weer. "Je hebt je paspoort in het hotel in Mumbai achtergelaten", fluistert hij zachtjes in zijn oor. "Hm. Wat?". James, die Derek heet, herhaalt het smoesje. Don begrijpt het, maar voelt zich er niet op zijn gemak bij.

Hoe vaak vertellen wij niet verzonnen verhalen? Hoe vaak vertellen wij niet een leugentje? Al dan niet om eigen of andermans bestwil? Soms om ons zelf te amuseren of om anderen te vermaken. Soms ook als smoes, om er beter van te worden of om ons uit een netelige situatie te redden. Als we het zelf verzinnen is het wel duidelijk dat het niet waar is. Al gaan we soms mettertijd in onze eigen verzinsels geloven. Soms geloven we de verzinsels van anderen. Omdat we niet beter weten of omdat we die ander een zekere autoriteit toedichten. Terecht of niet, dat doet er niet altijd toe.

Of hij even naar beneden wil komen. Er is een klein probleempje met het ticket. De conducteur wil dat Pierre en Blondine ieder 1600 roepies betalen. Mumbai-Jaipur kost iets meer dan 1000 roepies per persoon, dus dan is 3200 een boel geld. Don zet zijn bril op, laat zich naar beneden zakken en gaat naast de conducteur zitten. Langzaam genoeg om een beetje wakker te worden en te proberen de situatie te doorgronden. En een strategie te bedenken. Dat laatste is niet zo moeilijk. Het is zoals het is. Eerst maar eens luisteren wat de conducteur nu precies wil.

"Laat me even uitleggen wat er aan de hand is", zegt de conducteur. "Kijk, op het ticket staan zes namen. En die corresponderen met deze namen hier". Hij pakt er een boek bij, waarin passagierslijsten zitten. "Het is duidelijk dat deze twee niet degenen zijn, die op het ticket en op deze lijst staan". Hij knikt naar Pierre en Blondine en zijn vinger rust bij twee Indiase namen op de passagierslijst achter de stoelnummers van het Franse stel. Alsof dat nog niet overtuigend genoeg is laat hij twee Franse paspoorten zien. Dus daarom wilde James dat hij het leugentje vertelde over zijn paspoort in het hotel.

"Ik doe alleen maar mijn werk", zegt de conducteur verontschuldigend. Het plaatje op zijn jasje zegt dat hij Singh heet. "Ik doe alleen maar wat ik doen moet. En de voorschriften schrijven voor dat ik voor ieder van die twee 1600 roepies moet rekenen.". Hij legt nog uit dat treintickets op naam zijn en niet overdraagbaar. Dat staat ook op de achterkant van de ticket.

"Avez vous paye deja?", vraagt Don aan het Franse stel. Dat hebben ze niet.
"Avez vous de l'argent?". Dat hebben ze evenmin.
"D'accor. Je payera".

Hij heeft geen zin in een vervelende discussie met een Indiase conducteur. En hij heeft ook geen zin de man een leugentje op de mouw te spelden. Zeker niet omdat overduidelijk is dat de beste man in zijn recht staat en inderdaad alleen maar zijn werk doet. Of de boete voor een dergelijk geval inderdaad 1600 roepies is, dat weet hij niet. Misschien steekt de conducteur wel wat in eigen zak. Maar aan de andere kant mogen ze blij zijn dat hij niet ieder van hen een boete oplegt. Zou zomaar kunnen, want achter alle namen op het ticket staat vermeld dat het mannen zijn en er is geen paspoort voor nodig om te zien dat de Engelse meisjes dat niet zijn. Bovendien heeft hij er vast vertrouwen in het geld van Annabel terug te krijgen. En zo niet, jammer dan. Dus klimt Don terug naar boven, pakt zijn rugzak en haalt daar zijn portemonnaie uit.

De conducteur blijft zich verontschuldigen. Hij doet alleen maar zijn werk. Hij herhaalt nog eens zijn redenering van de namen op het ticket en op de lijst en het verschil met de namen in de paspoorten. Overbodig natuurlijk, maar hij is kennelijk ook een beetje verlegen met de situatie. Hij is de kwaadste niet. Don haalt 3200 roepies tevoorschijn en wil het aan mister Singh geven. Onderwijl neemt hij toch even de moeite hem uit te leggen hoe de vork in de steel zit. Waarschijnlijk dan. Dat ze alle zes pas de dag ervoor gevraagd zijn als figuranten voor filmopnames in Jaipur. Dat de filmstudio waarschijnlijk al vantevoren treinreserveringen had gemaakt, om er zeker van te zijn dat er plaatsen zouden zijn. Dat ze bij het reserveren waarschijnlijk fictieve namen hadden gebruikt. Of misschien waren het wel echte namen van echte acteurs, maar konden die op het laatste moment niet. Het is natuurlijk maar speculatie, maar zo is het misschien wel gekomen dat er andere namen op het ticket staan. Don laat in het midden of dat verhaal alleen voor het Franse tweetal geldt, of voor alle zes. Niet per ongeluk.

Mister Singh weigert het geld aan te nemen. "Ik heb er nog eens over nagedacht. Ik doe het anders.". Hij wrijft eens over zijn kin. "Ik laat het erbij zitten. Dat is dan mijn risico. Jullie zijn gast in mijn land en het is duidelijk dat jullie er ook niet veel aan kunnen doen.". Het geld gaat terug in de portemonnaie. "Maar meldt het wel aan jullie ambassade", voegt hij er nog aan toe. Het ontgaat Don even wat daar het nut van is, maar hij zegt toe dat te doen. Waarschijnlijk weten ze zich daar geen raad met zijn verhaal, maar dat is een zorg voor later.

"Ik zou hebben gelogen", zegt James als de conducteur weg is.
"Dat weet ik. Jij bent Amerikaan", antwoordt de man met de hoed, die niet langer Don heet.

ton


3 brutale vragen:

1.
Dat verhaal van die god van Alle Tijden is natuurlijk niet waar, al heb ik het echt gelezen. Als u daaraan twijfelt zal ik u de vindplaats geven. De rest is waargebeurd, al kunnen sommige details misschien net een beetje anders zijn dan ik heb verteld. Volgens een of ander wetenschappelijk onderzoek waarvan de vindplaats me niet zo snel te binnen wil schieten vertelt ieder mens per dag meerdere grote of kleine leugentjes. Het ligt er vaak maar net aan wat je liegen noemt. Sta er eens 10 seconden bij stil.

2.
Misschien vond u het wel een leuk verhaal en zoekt u ook een metgezel om het mee te delen. Daarvoor hoeft u niet in verwachting te raken. Doorsturen is genoeg. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien vindt u dit leugentje wel een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

10.12.06

Bedelen in Nieuw Zeeland

Maandag 30 mei 2005,
Dag 8 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Nieuw Zeeland

Te Puke Hotel, Te Puke

De lifter met de hoed leest de regels in het boek van Coelho nog eens over.
"Am I cured?", vraagt Mari aan Dr. Igor.
"No", antwoordt de dokter,"You're someone who is different, but who wants to be the same as everyone else. And that, in my view, is a serious illness".
De advocate uit Slovenie zit al drie jaar in het psychiatrisch ziekenhuis in Ljubljana. Niet dat ze gestoord is of zo. Ze is alleen een beetje anders. Dat is alles.

De lifter zit in Molly O'Connor's Pub in het Te Puke Hotel in het kleine Nieuwzeelandse stadje met de zelfde naam. Onderweg van Napier naar Auckland. "Twaalf over twaalf" had Colleen geantwoord op zijn vraag hoe laat het is. "Mooie tijd voor een lunch", en hij had een smoked salmon sandwich besteld en garlic bread. "Anderhalf tot twee uur duurt het", had Mark gezegd. Daarna komt hij de lifter weer oppikken in het hotel. Mooi, hij is benieuwd hoe het afloopt met die Sloveense advocate, die een beetje anders dan anderen is.

Hij doet zijn sokken en schoenen uit. De sokken legt hij te drogen op de rugzak tegen de tafel. Nog nat van vanmorgen, toen hij in de regen had staan wachten op de eerste rit. De 'Bommels' zet hij onder de tafel. Nog bemodderd van vorige week, toen hij samen met Rinie en vier van zijn studenten een nachtelijke tramp-tocht had gemaakt.

Mark is advocaat in Napier. Een eenpitter; hij heeft zijn eigen kantoor, gespecialiseerd in immigratierecht. Na jaren voor een groot advocatenkantoor te hebben gewekt en het tot partner te hebben geschopt, wilde hij op een andere manier zijn vak uitoefenen en was voor zichzelf begonnen. En een handel in Vespa's begonnen, die scooters uit Italie. Zijn partners in the lawfirm begrepen hem niet zo goed. Hij had het toch allemaal goed voor elkaar?

Hij is onderweg naar Auckland om daar een trailer en twee Vespa's op te halen. Hij gaat met een omweg, want hij heeft een meeting in een stadje in de Bay of Plenty. Of de lifter dat niet erg vindt. Nee, dat vindt hij niet erg. Hij is allang blij uit de regen te zijn. En hij heeft nu het vooruitzicht in een rit Auckland te bereiken. Bovendien is hij zijn affiniteit met het advocatenvak nog niet vergeten. Dus was hij meegereden naar Te Puke. Onderweg het Nieuwzeelandse rechtssysteem met dat van Nederland vergeleken. Voorzover de lifter daar nog verstand van heeft dan. Juryrechtspraak versus rechtspraak door professionele rechters. Nu kun je je afvragen of je dat soort vragen wel aan deskundigen moet overlaten. Of is het juist beter het aan leken voor te leggen?

Vlak naast hem staat een spelmachine. Zo'n moderne electronische. 'Who wants to be a Millionaire?'. Wie wil er miljonair zijn? Nou, de lifter niet. Macht corrumpeert, zeggen ze. Geld ook. Vooral veel geld. Wij zijn geneigd te denken dat je met geld alles kunt kopen. Niet alleen dingen, dat spreekt voor zich. Nee; ook minder materialistische zaken als aanzien, status, gezondheid. Zelfs rechtvaardigheid, wat dat dan ook maar zijn mag. Als het geld oplevert worden onoirbare praktijken plotseling heel respectabel. Vooral als het veel geld oplevert. Macht corrumpeert. Of die macht nu gebaseerd is op aanzien, functie, geld, kennis, schoonheid of weer iets anders. Dus een beetje geld kan geen kwaad, teveel wel.

* * * * *

"Excuse me sir. Can you spare a dollar?". Tergend langzaam komen de woorden uit de mond van de oude vrouw op Karangahope Road. "Sorry ma'am". De lifter geeft geen geld aan bedelaars. Niet in India, niet in Nieuw Zeeland. 'Waarom eigenlijk niet?' bedenkt hij zich. Uiteindelijk bedelt hij zelf ook om geld. En om ritten.

Een uur geleden heeft Mark hem in Auckland bij het Youth Hostel afgezet. Daarna voor 27 dollar ingecheckt in de dormitory. En nu loopt hij wat door de grootste stad van Nieuw Zeeland. De straten zijn niet verlaten, maar druk is het ook niet. Niet raar voor een maandagse herfstavond. Bij het Flight Center kan hij niet laten de prijzen in de etalage te vergelijken. Naar Amsterdam kost 1075 dollar, net zoveel als naar Londen of Zurich. He, Tahiti is maar 169 dolaar. Hij kijkt nog eens goed; dat is wel heel goedkoop. Andere bestemmingen in de Stille Zuidzee zijn dezelfde prijs. Verleidelijk aanbod.

In het Koreaans restaurant op Queen Street laat hij de stokjes voor wat ze zijn. Op zijn gemak eet hij de gebakken rijst met groenten. Morgen vroeg op, om naar Kohukohu te liften. Dat stuk is net zover als van Napier naar Auckland, ruim 400 kilometer, maar waarschijnlijk veel minder druk met verkeer. Dan is het maar beter vroeg met de duim omhoog te gaan staan bedelen om een rit.

ton

3 brutale vragen:

1.
Wie weet vraag ik u wel eens een lift. Zou u stoppen?

2.
Misschien wil u het verhaal van de man met de hoed, die om een lift bedelt, wel met iemand anders delen. Als dat zo is, stuur het door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien vindt u het verhaal van de lifter in Nieuw Zeeland een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. En misschien weet u wel een andere bedelaar. Ook goed. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

8.12.06

Vreemd in India, veel kastjes en muren, en Australie

Woensdag 13 april, dag 43 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Delhi

"Miss! Miss! Do you work at KLM?"
De vraag is een open deur. Het prachtige azuurblauw herken je overal op de wereld. En als een mooie Indiase in een stewardess-uniform van die kleur naar een gebouw loopt, waar groot met wit op blauw KLM gekroond staat, is het niet moeilijk conclusies te trekken.

Maar open deuren zijn er om door naar binnen te gaan. Dan zal je zien dat je bij een gesloten deur uitkomt. En als je die deur dan opent, soms na veel wrikken, wie weet wat voor wereld er dan opengaat.

De Indiase schone knikt bevestigend naar de blanke man met de hoed, die duidelijk vreemd is. Hij vraagt of ze weet waar het kantoor van Qantas, Australian Airlines is. Nee, dat weet ze niet. Ze wijst naar het hoge gebouw werderop in de straat. Misschien weten ze het bij Turkish Airlines.

De vreemdeling loopt terug naar het mooie gebouw op een hoek van Tolstoj Marg, dat hij zojuist was gepasseerd. De security-man houdt de deur voor hem open. Veiligheidsmensen zijn hier ook professionele deuropeners. De vreemdeling herhaalt zijn vraag naar het Qantas-kantoor. De beveiliger roept wat naar de dames achter de balie. Die roepen wat naar achter, waar hij enkele bureaus ziet. Er wordt geantwoord. Hij meent het te kunnen verstaan. De beveiligingsman bevesigt dat: "sixty six Janpath".

'Mooi', denkt de vreemdeling, 'die straat ken ik'. Janpath is de brede avenue vanuit Connaught Place naar het zuiden van Delhi. Hij is daar zojuist doorheen gelopen.

Vanmorgen had hij definitief besloten naar Australie te gaan. Onder andere om te proberen in het Engels een boek over zout te schrijven. In Mumbai had hij in de 'Times of India een advertentie van Qantas gezien: op en neer naar Australie voor vanaf 26.000 roepies. Geldig tussen 1 april en 31 juli. Voor Indiers die de hete Indiase zomer willen verruilen voor de aangename Australische winter. Zoiets als Nederlanders die de koude Europese winter willen doorbrengen in de warme Zuidafrikaanse zomer.

Dus was hij vanmorgen vroeg richting Connaught Place gelopen, het commerciele hart van New Delhi. Honderden winkels, cafe's en restaurants zijn daar bijeen geclusterd. In het midden een grote rotonde. Binnenin is eigenlijk een groot park, maar daar is nu weinig van te zien; er wordt in Delhi een metro aangelegd. Daaromheen twee cirkelvormige straten, waarvan de buitenste een brede laan is. Vanuit dit centrum leiden brede avenuen naar Old Delhi en de buitenwijken van Delhi.

Aan het geheel is goed te zien dat New Delhi een geplande stad is. Vanaf 1911 hebben de Britten deze stad gebouwd als hoofdstad voor Brits Indie. In 1931 was het zover. De zetel van British Rule in Zuid-Azie werd verplaatst van Calcutta naar New Delhi.

Tanusree had gisteren voor hem geinformeerd naar het kantoor van Qantas. Het zit op Tolstoj Marg, ten zuiden van Connaught Place. De meeste luchtvaartmaatschappijen hebben daar hun kantoor.

Vanuit de Gandhi Peace Foundation loopt de vreemdeling via Tilak Bridge naar Kasturba Gandhi Marg. Op de hoek van deze drukke, naar de vrouw van Gandhi genoemde straat met Tolstoj Marg ziet hij de twee tinten groen en het geel van ABN AMRO. Zo te zien een groot filiaal.

Het is pas negen uur en de meeste winkels en kantoren zijn dicht. Alleen de stalletjes langs de straat zijn open. Hij loopt Tolstoj Marg in. Verschillende luchtvaartmaatschappijen uit exotische landen komt hij tegen: Uzbekistan Airways, Ethiopian Airways, Kuwait Airlines, El Al. Nu is 'exotisch' een relatief begrip; vanuit India gezien zijn andere bestemmingen exotisch dan vanuit Europa. Maar al met al geen Qantas.

Op nummer 5 wordt zijn oog getrokken door het logo van KLM. 'Hoe zou het toch komen dat alles wat je kent, eerder opvalt?'. De Nederlandse airliner is gevestigd in een gebouw met de naam Prakash Deep.

Het doet hem denken aan Prakash, de vriendelijke jongen in de Saltmarch. Als een van de weinige Indiers sprak hij heel goed Engels en hij trok dan ook veel met de westerlingen op. Ook voor hen wel zo gemakkelijk om een Indier te hebben, die hen wegwijs kon maken in de soms vreemde gewoontes van dit exotische land. Na afloop van de tocht was Prakash samen met de vreemdeling en nog zo'n vijftien westerlingen in Mumbai beland. Sterker nog; de vreemdeling deelde met hem en de Amerikanen Adrian en Chris een kamer in Hotel Sea Lord.

Prakash deed zijn naam eer aan. Het is Hindi voor 'licht', en inderdaad heeft de vreemdeling hem leren kennen als een zonnig man. 'Zou je naam soms invloed op je karakter kunnen hebben?'.

Hij loopt langs het kantoor van Turkish Airlines en gaat rechtsaf Janpath in. Misschien heeft Tanusree wel oude informatie gekregen en is Qantas inmiddels verhuisd. Je weet maar nooit. Nog meer luchtvaartmaatschappijen: Royal Nepal Airlines Corporation, Lufthansa, Air Canada, Air India. Maar nog steeds geen Qantas.

Tegenover Air France ziet hij het rood en de goudgele M van McDonald's. De wandeling van een uur heeft hem geinspireerd maar ook het nodige zweet gekost. Ook 's morgens is het al aardig warm. Hij loopt de airconditioning van het Amerikaanse hamburgerconcern binnen, bestelt franse frietjes die niet meer Frans mogen heten, en ijsthee en gaat aan een tafeltje zitten schrijven.

Aan de pilaar naast hem kun je je mobiele telefoon opladen. Verschillende stekkertjes liggen op een plank, keurig bestickerd met de naam van een merk. 'Goed om te weten', denkt hij. De charger die hij in Ahmedabad had gekocht is tijdens de Saltmarch kaduuk gegaan.

Rond half elf besluit hij bij een luchtvaartmaatschappij op Tolstoj Marg naar binnen te gaan en naar het precieze adres van Qantas te vragen. Zo komt hij bij de mooie Indiase die voor de Koninklijke Luchtvaart Maatschappij werkt, de Royal Dutch Airlines, kortweg KLM. Om even later bij nummer 66 op Janpath uit te komen.

Het is pal naast Lufthansa en blijkt een verzamelgebouw te zijn van allerlei airliners: South African Airways, Delta Air, Druk Air, Japan Airlines. Maar geen Qantas. En de dames achter de balie weten ook niet waar wel. De veiligheidsman annex deuropener bladert in een soort van gouden gids. Een hele lijst, maar geen Qantas. Niet onder de Q, de K of de A. Onverrichterzake loopt de vreemdeling de deur uit.

Het schiet hem te binnen dat hij in Mumbai met zijn mobiel de servicedesk van Qantas in India had gebeld om te informeren naar de aanbieding. Misschien staat het nummer nog in het geheugen. Vast wel, want hij belt meestal vanaf een telefoonstalletje. En ja hoor; het nummer is er nog. Veel wachten en enkele gesprekken later weet hij het precieze adres: Prakash Building op nummer 5 Tolstoj Marg, op de vijfde verdieping. "We zitten in hetzelfde gebouw als KLM", zegt de vriendelijke Qantas-dame er nog bij.

En zo belandt de vreemdeling uiteindelijk op het kantoor van de Australische luchtvaartmaatschappij. Inderdaad, de advertentie in de Times of India klopt. Om precies te zijn kost een ticket naar Sydney 25.800 roepies, plus taxes. Maar dat is vanuit Mumbai. Vanuit Delhi is het 6.000 roepies meer. En ja, er zijn nog genoeg plaatsen vrij. Maar nee, je kunt geen ticket bij het Qantas-kantoor zelf boeken. Daarvoor moet je naar een reis-agentschap gaan. Er is er een op de derde verdieping: JTB.

Dus loopt de vreemdeling de trap af en bij JTB naar binnen. Inderdaad, hij kan er een ticket Mumbai-Sydney kopen. Hij krijgt zelfs korting. 23.000 roepies, plus taxes. En ja, voor de gewenste dagen zijn er nog genoeg stoelen beschikbaar. Maar nee, hij kan niet in dollars of euro's betalen, alleen in roepies.

Zoveel heeft de vreemdeling daar niet meer van. Hij had bij aankomst in Mumbai vijf weken geleden 500 euro gewisseld voor iets meer dan 27.000 roepies. Veel is daarvan nog over, maar niet genoeg om een ticket naar down under te betalen. De vriendelijke dame van JTB verwijst hem naar banken in de buurt. ABN AMRO of Thomas Cook. Hij spreekt af na lunchtijd terug te komen.

Hij loopt naar De Bank. Waarom weet hij eigenlijk niet. Misschien omdat hij als Nederlander die kent? Het omgekeerde van 'qoud agricola non scit, non edet'. Wat een boer niet kent, vreet hij niet.

Bij ABN AMRO kan hij niet wisselen. De bank biedt alleen rekeninghouders de faciliteit vreemde valuta om te ruilen voor Indias geld. Dus gaat de vreemdeling naar Connaught PLace om daar ergens te wisselen. En passant checkt hij bij een cybercafe zijn email. Voor het eerst in bijna twee weken.

Rond half twee is hij weer terug bij JTB. Om rond vier uur weer buiten te staan met een ticket voor de 20ste van Mumbai naar Sydney en 9 juni weer terug. Het heeft wel wat geduurd, maar de mensen van JTB hebben voor hem ook een visum voor Australie geregeld. Vijf weken om een boek te schrijven, een oude Poolse vriend op te zoeken, kijken hoe de Australische medemarsers terugkijken op Saltmarch en misschien naar Nieuw Zeeland om een oude vriend uit Nederland op te zoeken.

ton

3 brutale verzoeken:

1.
Gun uzelf tien seconden. Overdenk het verhaal van de vreemdeling, die een hele dag bezig was met zoiets simpels als het boeken van een luchtreis. Mag ook een minuut zijn.

2.
Ik hoop dat u het verhaal van de vreemdeling leuk hebt gevonden. Dat het een glinlach op uw lippen heeft gebracht. Misschien kent u wel iemand, die het ook een leuk verhaal vindt. Als dat zo is, stuur het door. Maar alleen als u denkt er iemand een glimlach mee te bezorgen. Anders niet.

3.
Misschien brengt het verhaal van de vreemdeling u wel meer dan alleen een glimlach. Misschien, heel misschien zet het u aan het denken. Of herkent u het. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

4.12.06

Hoe de vreemdeling met de hoed vriendelijke mensen ontmoet in Sydney

Sydney, vrijdag 6 mei 2005
dag 16 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Australie

"Good morning Sir. What would you like to have?".
"Ah, a short black please".
"That'll be two forty".

De vriendelijke dame van Gloria Jean's Coffees glimlacht naar de vreemdeling met de hoed. Nou glimlacht ze naar iedere gast in de coffeeshop in Cherrybrook, dus zo ijzonder is dat nou ook weer niet. Kennelijk heeft ze schik in haar werk. Dat was de vreemdeling een paar dagen eerder ook al opgevallen.

"A good way to start the day off", verbreekt ze de stilte.
"Yeah, you're right. It's a special moment. I only drink one coffee a day"
"Is that so?"
"Yes. Anything you have a lot of, you'll find you'll appreciate less and less".

De vreemdeling betaalt de twee dollar veertig en ziet hoe zijn espresso wordt gemaakt. Hij geeft de vriendelijke barista zijn 10-rittenkaart en zij knipt er een gaatje in. Nog twee short blacks, en dan is de elfde gratis.

A busy day today?". De vriendelijke dame zet het praatje voort. Als een goede barista.
"No. I never have a busy day"
"Are you visiting here?"
"Yes. I'm in Sydney to write a book"
"What's the book on?"
"Salt"
"Salt?"
"Yes, salt. You know, that little white stuff you put on food to make it tasty. It's in your sweat and your tears as well"
"How come you're writing a book on salt?"

De vreemdeling vertelt de barista over de Saltmarch. Over zijn plan om er een boek over te schrijven. In het Engels. 27 hoofdstukken, voor iedere dag van de mars een. En ieder derde hoofdstuk gaat over een ander aspect van zout.

Hij neemt zijn espresso van de balie en gaat aan een van de tafels zitten. Zijn vaste stek, in de hoek. Zoals elke dag leest hij wat en schrijft hij twee kaarten aan zijn kinderen. Vandaag een met een kangaroe en een met een kookaburra.

"What's your name?", vraagt de vreemdeling als hij de koffieshop verlaat.
"Dianne".

* * *

Lopend naar het treinstation van Pennant Hills zingt het gesprek met Dianne nog een beetje na in zijn hoofd. Het is een goed begin van de dag voor de vreemdeling in Sydney, Australie. Van vriendelijke mensen wordt je zelf ook een beetje vrolijker. Een uur later zit hij in de trein naar de City. Een rit van bijna een uur.

Als hij voorbij Burwood is ziet hij aan de linkerkant de skyline van downtown Sydney. Hij is al zo bekend met deze stad, dat hij zonder moeite de Sydney-tower herkent, Harbour Bridge en de hoge kantoortorens van bedrijven als AXA en ANZ. Het doet hem een beetje aan Rotterdam denken. Als je met de trein van Den Haag naar Rotterdam gaat, en je gaat aan de linkerkant zitten, kun je voorbij Delft al van verre het silhouette van de stad zien. De Euromast, de Erasmusbrug en de hoge kantoortorens van bedrijven als Shell en Nationale Nederlanden.

Een Boeing 747 scheert laag over, bijna in dezelfde richting als de trein. Hij herkent het silhouette van de springende kangoeroe op de rode staart van de witte vogel. Qantas. Als hij goed kijkt kan hij de gezichten van de mensen achter de raampjes zien. Benieuwd naar de gedachten van die mensen. Met welke verwachtingen
landen die mensen op Kingsford Smith Airport?

* * *

"You like reading?"
Een kleine Aziatische man met een vriendelijk gezicht spreekt de vreemdeling met de hoed aan in de boekwinkel in George Street.
"Ah, yeah. Actually it’s an addiction. I need to read at least one or two hours a day".
"What kinda books do you read?".
"All kinds. I read several books at the same time. All different ones. I consider it an exercise to the mind."
"Well, what you’re reading today?"
"Oh, a Paolo Coelho-book, a book on the successtory of Starbucks, Mein Kampf and the biography of Albert Einstein." Een goede balans tussen oprechte positiviteit en weerzinwekkende haat.

De Aziaat blijkt een dokter uit de Filipijnen te zijn. Hij werkt voor een jaar in Australie. In een ziekenhuis. Misschien ook wel langer, want het land bevalt hem wel. Zelf houdt hij van help-jezelf-boeken. Je weet wel, die gidsen om een gelukkkiger en vriendelijker leven te leiden. Ze praten wat over wat maar in hen opkomt.

"What's your name?", vraagt de vreemdeling als hij de boekwinkel uitloopt.
"Leo".

* * *

Op de terugweg naar huis beleeft de vreemdeling met de hoed de dag nog eens in zijn hoofd. Het was weer een vrolijke dag. Meer dan de moeite waard. Een paar boeken gelezen, kaarten aan zijn kinderen verstuurd en intussen een verhaal geschreven. Nou ja, een opzet ervoor dan. Maar het was vooral een goede dag omdat hij een paar vriendelijke mensen heeft ontmoet. Een goede gedachte om de dag mee te eindigen.

ton

3 brutale verzoeken:

1.
Ook zo'n vrolijke dag gehad vandaag? Nog vriendelijke mensen ontmoet? Of moet uw dag nog beginnen?

2.
Misschien wordt u wel een beetje vrolijk van de vriendelijke mensen in Sydney. Misschien kent u wel iemand, die een beetje vriendelijkheid kan gebruiken. Als dat zo is, stuur het door. Maar alleen als u denkt dat iemand er vrolijk van wordt. Anders niet. Houd het dan maar voor u zelf.

3.
Misschien, heel misschien vindt u de vrolijkheid en vriendelijkheid van Sydney een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

3.12.06

Dromers, denkers en doeners op Tahiti

Papeete (in gedachten), woensdag 1 juni 2005
De eerste dag van de Luister-en-Vertel-Tournee op Tahiti

Er zijn drie soorten mensen op de wereld. Dromers, denkers en doeners. Nu zijn er in werkelijkheid natuurlijk veel meer soorten mensen. Op deze Aarde alleen al zijn er volgens onbetrouwbare tellingen zo'n zes miljard en god weet hoeveel er daarbuiten nog rondzwerven. Eigenlijk is ieder van die zes miljard een soort in zichzelf. Maar ja, dat is voor ons menselijk brein een beetje onbevattelijk, dus stoppen we die zes miljard in categorieen. Zo kunnen we een beetje overzicht houden.

Het liefst onderscheiden we in twee categorieen, dat is het duidelijkst. Mannen en vrouwen. Jongeren en ouderen. Voorstemmers en tegenstemmers. Ja-knikkers en nee-zeggers. Maar ja, de werkelijkheid is nu eenmaal niet zwart- wit, dus hebben we ook nog meer ingewikkelde indelingen. Witte, zwarte en gele mensen bijvoorbeeld. Of verschillende leeftijdscategorieen. Of verschillende nationaliteiten. En zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan, afhankelijk van hoe gedetailleerd je het wil hebben. Grappig trouwens; we categoriseren om overzicht over de totale werkelijkheid te kunnen hebben, maar als we teveel in details gaan raken we het overzicht kwijt. Dat is allemaal veel te complex voor het menselijk brein, dus laten we het voor het gemak even bij drie soorten houden. Zelfs als je er twee kwijt bent is dat op de vingers van 1 hand te tellen. Dromers, denkers en doeners dus.

De dromers, dat zijn de idealisten van deze wereld. Nou droomt ieder van die zes miljard mensen wel eens, maar daar hebben we het hier niet over. Laten we het over de ergste soort van dromers hebben, de dagdromers. Dat zijn de luchtkastelenbouwers. De mensen die voortdurend met hun hoofd in de wolken lopen. Die allerlei onmogelijke ideeen hebben. Met de nadruk op onmogelijk.

Beeld je bijvoorbeeld in dat je ervan droomt om naar Tahiti te gaan. Omdat je ooit eerder op dat altijd-zonnige eiland in de stille zuidzee bent geweest en nog eens terug wil. Of omdat je altijd al geinteresseerd bent geweest in Paul Gauguin, de Franse schilder en tijdelijke vriend van Vincent van Gogh die geinspireerd werd door de schoonheid van dat eiland. En dan vooral door de schoonheid van de vrouwen van dat eiland. Of omdat je een fan van Jacques Brel bent. Die Belgische troubadour die op een van de vele eilanden in de buurt is overleden. Of omdat je dokter zegt dat je overspannen bent en dat je nodig er eens helemaal uit moet. Als we al weten wat we dromen, dat wil nog niet zeggen dat we ook weten waarom we het dromen. Om welke reden dan ook, je dagdroomt ervan eens naar Tahiti te gaan.

De denkers, dat zijn de filosofen van deze wereld. De Plato's en Aristotelessen onder ons. Of, voor de christelijken, de Thomas van Aquino's en Augustinianussen. Of, voor de verlichte denkers die er ook zijn, de Hegels en Kanten onder ons. We hebben het hier over de mannen met de moeilijke woorden. Of nog erger, de mannen die nieuwe woorden verzinnen, omdat onze taal hun bedenksels niet bij kan houden. Als we dat laatste eens even omdraaien zouden we ook kunnen zeggen dat hun gedachten onze taal vooruitlopen. Om een of andre reden zijn het bijna allemaal mannen. Zouden vrouwen minder denken? Of heeft hun denken tot nu toe niet de aandacht en waardering gekregen die het verdient?

Beeld je in dat je nadenkt over je Tahiti-droom. Dan schiet je te binnen dat vanuit Europa Tahiti een takke-eind weg is en vliegen al gauw zo'n drieduizend euro kost. Met een boot duurt een tijdje, en tijd heb je ook niet meer zoveel. En andere vormen van transport, lopen, fietsen of met de auto is te belachelijk om over na te denken. Maar beeld je nou eens in dat je in Nieuw Zeeland bent. Om precies te zijn in Auckland. Dan is Tahiti plotseling een heel stuk dichterbij. En stel je nou eens voor dat je wat door Auckland slentert. Omdat je bijvoorbeeld maar 1 nacht daar bent en toch een indruk wil hebben van die stad. Ook al is het maar een klein indrukje en beslist niet representatief. Maar het is meer dan niks. En dan zie je in de etalage van een reisburo een aanbieding hangen; Tahiti voor 169 dollar. En ook al is dat nog steeds een boel geld, het is toch een heel stuk minder dan die 3000 euro. Kijk, dan denk je toch anders over die droom.

De doeners, dat zijn de entrepreneurs onder ons. En laten we uit die categorie de ergsten nemen. Niet de bedachtzame, weloverwogen ondernemers. Nee, de opportunisten. De go-getters. De mannen die eerst schiten en dan pas vragen gaan stellen. Of nog erger; de mannen die eerst schieten en dan pas na gaan denken over het doelwit.

* * *

Kohukohu (in werkelijkheid), 2 juni 2005
Dag 11 en de laatste van de Luister-en-Vertel-Tournee in Nieuw Zeeland

Naast de dromers, de denkers en de doeners is er nog een vierde categorie mensen. En helaas maar waar, dat is de grootste categorie. Dat zijn de niet-durvers. Dat zijn de angsthazen. Dat zijn de nee-zeggers onder ons. Degenen, die altijd wel honderdduizend redenen weten te verzinnen waarom we iets vooral niet moeten doen. Omdat dit kan gebeuren, en dat zal geschieden. Omdat zus kan misgaan, of zo'n ramp plaats kan vinden. Hoe dan wel, dat moeten anderen maar bedenken. Het zijn de mensen die wel zien wat niet mogelijk is, maar niet wat wel mogelijk is. Angsthazen zijn degenen die liever niets doen, alleen maar negatief nadenken en zeker niet dromen. In ieder geval niet overdag.

Als zo'n angsthaas een droom heeft, is het eerste wat hij doet de droom zo snel mogelijk ontdromen. Dromen zijn bedrog, houdt hij zich voor. Met beide benen op de grond blijven staan. Je weet wat je hebt, wat je krijgt moet je maar afwachten. Of de beste remedie om te ontdromen: realistisch zijn. Wat dat dan ook maar zijn mag.

Soms slaagt zo'n haas erin zijn angst te overwinnen. Dan denkt hij toch na over zijn droom. Hij vraagt zich niet langer af OF zijn droom te verwezenlijken is. Liever peinst hij HOE hij zijn droom werkelijkheid kan laten worden.

Maar uiteindelijk helpt denken alleen hem niet verder. Hij doet het of hij doet het niet. Hij zegt ja of nee tegen zijn droom.

En zo komt het dat de Luister-en-Vertel-Tournee op Tahiti is beland. In gedachten dan.

* * *

Sydney, vrijdag 3 juni 2005 (in werkelijkheid)
Dag 2 van het vervolg van de Luister-en-Vertel-Tournee in Australie

Ieder mens heeft alle eigenschappen, zelfs tegengestelde. Iedere mens is een dromer. Iedere mens is een denker. Iedere mens is een doener.

In iedere mens schuilt ook een angsthaas. Gelukkig is iedere mens in staat zijn angst te overwinnen. Iedere mens is immers ook een durver.

Durf te dromen, durf te denken, durf te doen.

ton

3 brutale verzoeken:


1.
Heeft u ook zo'n onmogelijke droom? Gun uzelf de tijd de droom te dromen. Hoeft niet in Tahiti te zijn, hoor. Dromen kun je overal en altijd. En je kunt altijd nog besluiten het niet te doen.

2.
Misschien weet u wel iemand, die u kan helpen bij uw droom. Denk er eens over na. Als dat zo is, stuur het door. Wie weet krijgt u wel ideeen waar u zelf nooit aan had gedacht. Maar alleen als u denkt er goed aan te doen. Anders niet. Houd het dan maar voor u zelf.

3.
Misschien heeft bovenstaand verzinsel u inspiratie gegeven voor uw eigen Tahiti-droom en aan het denken gezet. Misschien, heel misschien zet het u aan het doen. Misschien, heel misschien vindt u het luchtkasteel van de Luster-en-Vertel-Tournee wel een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Houdt die euro dan maar voor uw eigen droom.

2.12.06

Boeken, gedachten en een vriend in Napier, Nieuw Zeeland

Napier, zaterdag 28 mei 2005
Dag 6 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Nieuw Zeeland

Bring a book, think some thoughts and find a friend.

De reclameposter op de muur van de Starbucks Coffeeshop in Emerson Street nodigt je uit een boek mee te nemen, een paar gedachten te overdenken en een vriend te ontmoeten. Bij Starbucks natuurlijk, want reclame maken doe je niet voor een ander.

Bring a book. Een boek heeft de man uit Oisterwijk altijd wel bij zich. Nog wel meer dan 1 ook. Meerdere boeken tegelijkertijd lezen is als een oefening voor de geest. Houdt het flexibel. Hij bestelt een espresso. En alsof hij nog niet genoeg leesvoer heeft neemt hij ook de weekend-editie van de plaatselijke krant mee als hij op het terrasje in de zon gaat zitten. Eens kijken wat de Hawk's Bay Today vandaag te melden heeft over de gebeurtenissen van gisteren.

Think some thoughts. Dat hoef je de Oisterwijker ook niet te vertellen. Als vanzelf spoken verschillende gedachten door zijn hoofd. Aanleiding genoeg. Of het nu het boek van Coelho over de vrouw in het gekkenhuis is, de biografie van Einstein of de artikelen in de lokale krant. Hij leest over het vonnis dat een Australische vrouw van de Indonesische rechter heeft gehoord.

Het verhaal van Schapelle Corby is best wel tragisch. Of ze het nu gedaan heeft of niet. Je zal maar 27 jaar oud zijn en 20 jaar in een Indonesische cel als vooruitzicht hebben. Al in Sydney had de Oisterwijker de tragedie rondom de mooie Australische gevolgd. Dat kon ook niet missen. De Australische televisie, radio en kranten besteedden volop aandacht aan het proces van hun landgenoot voor een Indonesische rechtbank. Vorig jaar oktober was ze op het vliegveld van Bali gearresteerd met 4,1 kilo marihuana in haar bodyboard, een soort surfplank. En nu moest ze dus voor een rechtbank in Denpasar terecht staan op beschuldiging van drugssmokkel.

De Oisterwijker weet niet of Indonesie voor dit soort misdaden de doodstraf kent, maar leest in de Hawk's Bay Today dat levenslang een niet ongebruikelijke straf is. Schapelle komt er met 20 jaar nog goed vanaf. Maar ja, dat is makkelijk gedacht vanaf een zonnig terrasje in Napier, Nieuw Zeeland. Schapelle beweert van niets te weten. Hoe de drugs in haar surfplank zijn gekomen, weet ze niet. In haar verdediging heeft ze aangevoerd dat er sprake zou zijn van corrupte medewerkers op het vliegveld van Sydney, die lid zijn van een smokkelbende. De Australische regering heeft een brief gestuurd, waarin staat dat er inderdaad sprake is van een politieonderzoek naar dat soort praktijken. De Indonesische prosecutor, zeg maar de officier van justitie, denkt daar allicht anders over. Hij weet heel goed hoe de drugs in haar bodyboard zijn gekomen. Ook al is hij er zelf niet bij geweest.

De Oisterwijker neemt een kleine slok espresso. Nu is het van tweeen een; ze heeft het gedaan of ze heeft het niet gedaan. Hij kan nog wel wat scenario's ertussenin bedenken, maar dat is voor fantasten. Bottomline is: she did it or she didn't. En alleen Schapelle weet met zekerheid welke van de twee de waarheid is. Nou ja, waarschijnlijk zijn er in Australie en Indonesie ook wel een paar mensen, die zeker weten of ze het wel of niet gedaan heeft. Of omdat zij het zelf gedaan hebben, en dus weten dat Schapelle onschuldig is. Of omdat zij op een of andere manier bij Schapelle's smokkel betrokken waren. Als leverancier of als afnemer. Maar de Oisterwijker weet het in ieder geval niet. Zeker weten.

Hij drinkt weer wat uit het kleine kopje espresso en probeert zich in de Australische in te leven. Stel dat ze het niet gedaan heeft. Heel goed mogelijk. Dan heeft dus iemand anders op een of andere manier de marihuana in haar bagage gedaan. Een smokkelaar op het vliegveld heeft van een onbewaakt ogenblik gebruik gemaakt, een corrupte bagagemedewerker gebruikt zijn functie om drugs het land uit te smokkelen, het zou zelfs een corrupte douane- of politiebeambte op Bali kunnen zijn, die dringend verlegen zit om een succesje in de 'war on drugs'. Vergezocht misschien. Maar het is een feit dat er ruim 4 kilo drugs in Schapelle Corby's bagage zat, en die komen er in de regel niet vanzelf in. Dus als zij het niet heeft gedaan, heeft iemand anders het gedaan. Dan is 20 jaar zitten een hard gelag.

De Oisterwijker drinkt nog wat van zijn espresso. Maar neem nu het omgekeerde. Stel dat ze het wel heeft gedaan. Dat kan natuurlijk ook. Dat ze zich om een of andere reden heeft laten verleiden drugs van Australie naar Bali te smokkelen. Misschien om het geld, de meest voordehandliggende reden. Voor iemand anders, een vriend of vriendin. Niet echt slim, maar gebeurt wel vaker. Of om het avontuur, al is dat erg onwaarschijnlijk. Maar als we al weten wat mensen precies doen, wie weet dan waarom mensen doen wat ze doen? Om welke reden ook, ze heeft het gedaan en is tegen de lamp gelopen. Je zou kunnen denken 'dat is het risico van smokkelen en als dat risico zich voordoet moet je niet zeuren'. Maar ja dat is gemakkelijk praten op een zonnig terras in Napier, Nieuw Zeeland. Hij hoeft niet 20 jaar in een Indonesische cel te blijven. En hij drinkt nog een slokje van zijn espresso.

Wat de waarheid is, dat weet hij niet. Hij is immers maar een buitenstaander. En ook al herinnert hij zich nog de verhalen in de Australische media en schrijft de Hakw's Bay Today er wel vier artikelen over, het roept hem alleen maar meer vragen op. Is Schapelle al eerder op Bali geweest? Hoe vaak dan? Kent zij misschien mensen op Bali? Wanneer precies is zij aangehouden? Voor of nadat ze het bodyboard van de bagageband heeft gehaald? En als ze de surfplank zelf heeft gedragen, hoe lang dan? Heeft ze niet gemerkt dat die plank veel zwaarder was? Of heeft ze misschien een bagagetrolley gebruikt? Kortom, ondanks de stortvloed aan media-aandacht weet hij meer niet dan wel. Te weinig in ieder geval om een oordeel te kunnen vormen. Feit is dat hij het niet weet. En dat weet hij zeker.

Meestal is het anders. Het overkomt de Oisterwijker best vaak stellig te weten hoe de vork in de steel zit. Ook al is hij er helemaal niet bij geweest en heeft hij de feiten alleen maar uit de krant of van tv. Beperkte informatie en vaak nog gekleurd ook, maar kennelijk toch genoeg om zich een oordeel aan te matigen over wat er gebeurd is. Of erger nog; zich een oordeel over andere mensen aan te matigen. De Oisterwijker drinkt beschaamd zijn espresso leeg.

Find a friend. De Oisterwijker had een beetje impulsief in Sydney een ticket naar Nieuw Zeeland gekocht. Om een oude vriend uit Nederland op te zoeken. Omdat hij gelooft dat het goed is ook oude vriendschappen in ere te houden. Zou toch zonde zijn zo dichtbij te zijn en dan terug te gaan. En ook omdat vanuit Nederland gezien Nieuw Zeeland het andere eind van de wereld is. Als je nog verder weg gaat, kom je juist weer dichterbij. Je zou kunnen zeggen dat je door van NL naar NZ te gaan je maximaal je geografische horizon verlegt. Zo lang je tenminste met beide benen op deze Aarde blijft. Je kunt natuurlijk ook naar de maan gaan, of naar Mars. Maar die tijd is nog niet aangebroken, dat is een verhaal voor later. Dus vloog de Oisterwijker naar Auckland, liftte naar Napier en vond daar een oude vriend van lang geleden.

Op het terras van de koffieshop in het prachtige Nieuwzeelandse stadje in Art Deco stijl is de zon een vriend. Aangenaam warm. Hoe anders was dat in India. Daar was diezelfde zon het grootste deel van de dag allerminst een vriend.

ton


3 brutale verzoeken:


1.
Wanneer heeft u voor het laatst te snel geoordeeld met te weinig informatie?

2.
Misschien weet u wel iemand, die ook zo snel weet wat er gebeurd is, die snel zijn oordeel klaar heeft. Als dat zo is, stuur het door. Maar alleen als u denkt er goed aan te doen. Anders niet. Houd het dan maar voor u zelf.

3.
Misschien brengt het verhaal van de Oisterwijker u wel meer dan alleen een
onprettige confrontatie. Misschien, heel misschien zet het u aan het denken. Of herkent u het. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Zou wel moedig zijn trouwens