De Luister-en-Vertel-Tournee

29.11.06

Petje af, hoed op in Sydney

Sydney, 27 april 2005
Dag 7 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Australie

De man met de pet loopt over Boundary Road. Heuvelafwaarts richting Pennant Hills. Hij is onderweg van Dural naar de City, een wandeling van bijna 30 kilometer. Omhoog en omlaag, want Sydney is een heuvelachtige stad. Benieuwd hoelang hij erover doet. Benieuwd of hij het uberhaupt helemaal te voet doet. Het is de eerste voettocht sinds zijn aankomst in Australie, een week eerder. Wie weet, is 30 kilometer wel net iets te ver.

Een licht gevoel van chagrijn over de 2-0 spookt nog door zijn hoofd. Als kind stond hij 's morgens altijd al een beetje met een katterig gevoel op als PSV de avond tevoren in de Europacup had verloren. Raar eigenlijk, hoe stemming kan worden beinvloed door zo'n kleinigheid als een verloren wedsrijd.

Vanmorgen was hij vroeg opgestaan, om vier uur. Om de wedstrijd tegen AC Milan te zien. Gisteravond samen met Greg uitgezocht op welke zender die wedstrijd te zien was. En hoe laat. Half zeven op SBS. Dus de wekker op half zes gezet. Ruim tijd voor een goede douche, een uitgebreide scheerbeurt, ontbijt en dan voetbalkijken op de bank. Maar al om vier uur was hij vanzelf wakker geworden en dus maar opgestaan. Als je niet moe bent is slapen zonde van de tijd.

Na een week Australie is hij al weer gewend aan de luxe van warm stromend water, electrische apparaten die het bijna altijd doen, en het gemak van hedendaagse media. Gewend ook aan de westerse orde. Auto's die in een rij rijden en stoppen voor rood licht, mensen die op hun beurt wachten in de winkel, in bus en trein eerst passagiers laten uitstappen en pas daarna instappen.

De man met de pet overpeinst de nederlaag. 'Eigenlijk speelde PSV helemaal niet zo slecht', denkt hij met zijn boerevoetbalverstand. Als je tenminste afgaat op het spelbeeld. Maar ja, het is wel 2-0. En dat zijn de koude, harde cijfers. Het resultaat telt. 'Zou wel een wonder zijn als ze nu nog de finale in Istanbul halen. Petje af als dat lukt.'

Na iets meer dan een uur is hij bij Pennant Hills en volgt de borden richting Epping. In zijn rugzak is naast een trilogie van Paulo Coelho en de biografie van Albert Einstein een uitgebreide streetdirectory van Sydney. Af en toe moet hij stoppen om erin te kijken. Niet vaak, want de route is gemakkelijk te onthouden. Na Pennant Hills richting Beecroft en Epping. Vandaar via Eastwood en Ryde naar Victoria Road. Die weg gaat helemaal naar de City. En alles tussen de bomen, want Sydney is een groene stad.

'Eigenlijk is het helemaal niet zo'n wonder als PSV toch nog AC Milan uitschakelt' bedenkt hij. Immers; als je ondanks goed spel met 2-0 kunt verliezen kun je ook met 2-0 winnen zonder de beste te zijn. Een van de aantrekkelijke kanten van sport is de onvoorspelbaarheid ervan. Dat de op-papier-beste niet altijd wint. Als dat wel zo zou zijn, zou het kijken naar sport veel van haar spanning verliezen. En daarmee veel van haar aantrekkingskracht. En dus vindt er volgende week in Eindhoven misschien wel een wonder plaats. Het is maar net wat je een wonder noemt.

Na drie uur lopen is de pet pas bij Ryde. Nog niet halverwege. Drie uur onder de Australische herfstzon. Het is maar goed dat hij een pet op heeft. De lucht is knalblauw. Geen wolk te zien. Het enige wit in de lucht is van de overvliegende vliegtuigen. Laag genoeg om voor de man met de pet herkenbaar te zijn. Meestal witte boeings met de helrode staart van Qantas. En anders het blauw en rood van Virgin Blue. En verder dus die zon. Het gat in de aardse ozonlaag is recht boven Australie, dus zonder hoed of pet zou zijn hoofd aardig verbranden.

Hij besluit even te rusten. Dus zoekt hij een muurtje op en haalt twee boeken uit de rugzak. De stratengids van Sydney om te checken of hij nog goed zit en Coelho's fantasie over Bernadette's verschijning in Lourdes en die van een Portugese in Fatima. Na een half uur is hij genoeg uitgerust, weet hij weer precies hoe hij lopen moet en is hij er nog meer van overtuigd dat wonderen echt bestaan. Het is maar net wat je een wonder noemt.

Iedere seconde wordt er ergens op de wereld een mens geboren. Menigeen, die van nabij een geboorte heeft meegemaakt, noemt dat wel een wonder. Vrouw of man, dat doet er niet zoveel toe. Zo bezien vindt er iedere seconde op de wereld een wonder plaats. En misschien nog wel vaker, als je al die andere geboortes meetelt. Want waarom zou de geboorte van een mens wel een wonder kunnen worden genoemd, en die van pak-'m-beet een koe, een leeuw of een kangoeroe niet? De natuur kent trouwens nog wel meer wonderen dan alleen het begin van nieuw leven. Het is maar net wat je een wonder noemt.

Ryde is een van de grotere buitenwijken in het noorden van Sydney. De pet ziet hoe wel 20 buslijnen door het oude centrum gaan. Hij kan de verleiding niet weerstaan er een te nemen. Het is al half twee, en hij wil uiterlijk rond vieren in de City zijn. Greg moet voor een afspraak in de City zijn en had voorgesteld hem een lift terug te geven naar Dural. Vijf uur bij de Starbuck's in Darling Harbour, Sydney's trendy hotspot. Vantevoren wil hij nog een nieuwe hoed kopen.

Zijn oude hoed was de pet in Delhi kwijtgeraakt. En sindsdien is hij dat bruinleren kledingstuk op zijn hoofd gaan missen. Niet alleen omdat hij geen bescherming tegen de brandende zon meer heeft. Het voelt ook een beetje naakt aan. De goedkope pet, in Delhi gekocht voor 40 roepies, is toch niet hetzelfde. Raar eigenlijk, hoe je stemming kan worden beinvloed door zo'n kleinigheid als een verloren hoofddeksel.

Dus lijn 620 genomen naar Town Hall. Drie kwartier later loopt de pet over George Street, de oude hoofdstraat van Sydney. Hij loopt een outdoor-winkel binnen. Verschillende Australische hoeden. Hij kiest een donkerbruine. En zo verandert de man met de pet weer in de man met de hoed.

Van George Street naar Darling Harbour is maar een klein stukje. Twee minuten met de monorail. Of tien minuten lopen. Starbuck's heeft hij snel gevonden. Hij kende die vestiging van de Amerikaanse koffieshop-keten nog van twee jaar geleden. Zijn oog wordt getrokken door het zwarte krijtbord van het Oneworld Sportcafe ernaast. Of liever; door wat er op dat blackboard staat. ' Semi-final UEFA Champions League AC Milan - PSV Eindhoven, Live on screen.'

De hoed gaat eens kijken. Het cafe hangt vol met televisieschermen. Kleine, grote, en een heel groot scherm. Er is een wedstrijd Australian Rugby op. Het uitzendschema leert dat er sporten van over de hele wereld te zien zijn. Australisch rugby en football, Amerikaans football, baseball en basketball, en tennis, auto- en motorsport van overal. En European Soccer dus.

'Een goede plek om volgende week naar het wonder van Eindhoven te kijken', denkt hij. 'En als ze doorgaan, neem ik mijn hoed af.'


ton


3 brutale vragen

1.
Neem even rust. 10 seconden of zo. Denk eens aan een wonder dat u heeft meegemaakt. Of dat u nog gaat meemaken. Mag ook een minuut zijn. Of een half uur. Net hoeveel tijd u heeft.

2.
Misschien kent u wel iemand, die dit wonderlijke verhaal leuk vindt om te lezen. Stuur het dan door. Maar alleen als u denkt er iemand een plezier mee te doen. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien heeft dit verhaal u geinspireerd zelf een wonder te gaan beleven. Zou kunnen; immers de wonderen zijn de wereld nog niet uit. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het wonderbaarlijk genoeg vindt voor een euro. Anders niet.

28.11.06

Een rugzak in de Indische Oceaan

Dinsdag 12 april, dag 42 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Delhi, India

Het is alweer zeven dagen nadat de Saltmarchers Dandi bereikten. De man met de hoed zit in de lobby van de Gandhi Peace Foundation, waar hij in de dormitory een bed huurt. Te wachten op een vriend. Zijn gedachten gaan naar een week eerder. De laatste etappe van de Dandi Yatra was een korte wandeling, zo'n 5 kilometer. Pas rond half vijf 's middags vertrok de stoet voor het laatste stukje naar het kleine gehucht aan de Indische Oceaan. Sonia Gandhi voorop. De aanwezigheid van de president van de Congresspartij bracht niet alleen veel veiligheidsmensen met zich mee, maar ook vele belangrijke en minder belangrijke partijfunctionarissen.

Een glimlach kan hij niet onderdrukken als hij weer het gezicht van Sheena voor zich ziet toen hij haar vertelde dat hij zijn rugzak in de zee had gegooid.
"Waar is je rugzak?", had ze gevraagd.

In de bijna vier weken was hij bekend geworden als de man met de rugzak. Als enige van de marsers maakte hij geen gebruik van de trucks, die elke dag de bagage van het ene kamp naar de volgende halteplaats brachten.
"What I can carry, I should carry", was steevast zijn antwoord op de vraag waarom. Dus toen Sheena hem in het kamp in Dandi zag, viel de afwezigheid van die bult op zijn rug haar onmiddellijk op.

"Die heb ik in de oceaan gegooid".
"Echt waar?".
"Ja. Zie je. Een van de redenen om die rugzak de hele tocht te dragen, was om negatieve gedachten in te stoppen. Onder het lopen kun je die toch niet gebruiken. Je hebt je energie hard nodig om de hitte, de drukte en de vermoeidheid aan te kunnen. Dus iedere keer als een negatieve gedachte in me opkwam, stopte ik die in mijn rugzak. Na aankomst rustte ik uit en dan rekende ik met die negatieve ballast af. Vanavond bij de zee besloot ik al die negativiteit voorgoed weg te gooien. Dus ben ik met rugzak en al de zee ingelopen, heb hem afgedaan en ver weg gegooid. Nu heb ik alleen nog maar positieve herinneringen aan de Dandi Yatra."
"Het is niet waar!".
"Jawel hoor"
"Je houdt me voor de gek!"

Hij wacht even. Kijkt geamuseerd naar het vraagteken op het gezicht van de Australische. Ziet hoe ze twijfelt hem wel of niet te geloven.

Hij besluit het spontane verzinsel niet langer vol te houden. "Ja, ik houd je voor de gek. Ik ben al in mijn tent geweest en heb daar de rugzak afgedaan. Geloofde je me?".
"Je bent er gek genoeg voor", ontwijkt ze zijn vraag.
"Och. Mensen doen wel gekkere dingen. Serieus bedoeld of alleen maar symbolisch".

Van het een komt het ander. De herinnering aan die laatste dag van de Saltmarch brengt zijn gedachten bij het banket. Die avond worden alle Dandi Yatri's door Sonia Gandhi vergast op een uitbundige maaltijd. In lange rijen naast elkaar in kleermakerszit gezeten krijgen de lopers dertig verschillende gerechten voorgeschoteld. Allemaal vegetarisch. Geserveerd op de kleine tafeltjes voor hen. Het contrast met bijna vier weken culinair afzien kon haast niet groter zijn. Ook al deden de meereizende koks elke dag hun best een smakelijke schotel te maken, na 27 dagen voornamelijk rijst met curry wil een mens wel wat anders.

Van de ene gedachte komt de andere. Met weemoed denkt de man met de hoed terug aan die 27 dagen. De kleine pijntjes van het dagelijkse lopen, de hitte van de middag, de irritaties aan het eind van een vermoeiende dag, het gebrek om elke dag een verhaal te schrijven, allemaal vergeten. In de oceaan gegooid. Over blijft de gedachte aan de vele boeiende mensen, de gesprekken en malle praatjes, de intense vreugde om een kopje thee 's morgens of een glaasje lemonade 's middags, de geweldige smaak van water als je dorst hebt, de bijzondere maar ook de gewone dagen.

De man met de hoed realiseert zich dat het tijd wordt het ritme van verhalen-schrijven weer op te pakken. Stof genoeg; de routine van lopen-eten-slapen, de heldenverwelkoming van de marsers door de dorpelingen, zijn toespraak op een wel heel grote zeepkist voor 2000 mensen in Surat, de ster-voor-een-dag-ervaring in een Bollywood-studio, kortom van alles en nog wat.

Van het een komt het ander. Maar als je aan het een niet begint, zal het ander niet komen.

ton

3 brutale verzoeken:

1.
Wat zou u in een rugzak willen doen en in de zee gooien? Gun uzelf 10 seconden om een slechte gedachte kwijt te raken. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien sprak het verhaal van de rugzakman u aan. Misschien kent u wel iemand, die het ook een leuk verhaal vindt. Als dat zo is, stuur het door. Maar alleen als u denkt er iemand een plezier mee te doen. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien heeft het verhaal van de man die zogenaamd zijn rugzak in de oceaan heeft gegooid u aangesproken. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

27.11.06

Hoe een rugzak af te doen in India?

Dinsdag 22 maart, dag 11 van de Saltmarch
Jambusar, India

De man met de rugzak loopt de grote tent via de zijingang binnen. Het is niet echt een tent. De mensen van Jambusar hebben met grote doeken een overkapping gemaakt. Tientallen houten palen houden zo een groot katoenen plafond omhoog. Aan de palen hangen vele megafoons. Er zitten en staan zo'n 1500 mensen in de tent, schat hij. 600 Marsmannen en Marsvrouwen en de rest dorpelingen uit Jambusar.

Tushar Gandhi zit op de rand van het podium, vooraan in de tent. Naast en achter hem herkent de man met de rugzak enkelen van de Pakistani, die gisteren zijn aangekomen en vanaf vandaag in de Saltmarch meelopen. Verder is het podium gevuld met Indiers, kennelijk belangrijke inwoners van Jambusar. Uit de luidsprekers klinkt afwisselend gezang, muziek en speeches. 'Yep, the Dandi Yatra is a big thing in India', denkt hij in een mengeling van Engels en Hindi.

De man met de rugzak loopt langs de zijkant naar achter, doet met gemak zijn rugzak af en gaat naast Linda zitten. Hij praat wat met de 55-jarige vrouw, geboren in Singapore van Chinese en Engelse ouders, getrouwd geweest met een Amerikaan, en nu op een Greencard levend in Florida. Een onopvallende, rustige dame. Hij heeft haar nog maar een keer gesproken. Kort. Ze praten wat over de wandeling vanmorgen.

"Ga je na de mars terug naar huis?", vraagt de ingetogen vrouw.

"Dat weet ik nog niet", antwoordt de rugzak, "Ik wil een jaar door India reizen. Ik ben op zoek naar mister Gandhi."
"Dus je bent niet speciaal voor deze mars naar India gekomen?".
"Nee. De Dandi March is toevallig een goed begin voor mijn reis door India".
"Mis je je familie niet?"
"Jawel. Dat zal waarschijnlijk ook wel de reden zijn dat ik het niet een jaar volhoud. Mijn zoon zei dat ik maar 80 nachtjes weg mocht blijven. En u?"
"Ik ga na de mars terug naar Florida"
"Mist u uw familie niet?"

De man met de rugzak ziet aan haar ogen dat hij een gevoelige snaar raakt.
"Mijn man en ik zijn gescheiden na de dood van onze enige zoon"
"Oh sorry"

Linda vertelt het verhaal van Jon, haar 22-jarige zoon die zelfmoord pleegde. Hij had alles mee: een knappe, grote en sterke jongeman. Hij studeerde in een andere stad ver weg en belde naar huis. Vroeg of ze over wilden komen. Een autorit van negen uur. Linda vertelt hoe ze een ongerust gevoel had. Moeders intuitie? Of gewoon ongerustheid, waar iedereen wel eens last van heeft? Achteraf meestal ten onterechte en dan vergeten. Achteraf soms terecht en dan later als voorspellend voorgevoel herinnerd. Achteraf is het gemakkelijk de toekomst te voorspellen.

De rugzakman ziet hoe haar ogen vochtig worden. Hij slaat een arm om haar heen. Niet wetend wat te zeggen. Ze vertelt verder. Hoe ze besloten niet te gaan. Soms is 9 uur rijden te veel. Hoe ze hoorden van zijn dood. Hoe zij en haar man er niets van begrepen. Nu, tien jaar later, nog niet. Hoe ze zichzelf verwijten maakte. Nu nog trouwens. Hoe moeilijk het was erover te praten. Hoe ze uit elkaar groeiden nadien. Hoe ze er nog steeds elke dag aan moet denken. Ze legt haar hoofd op de schouder van de rugzakman, die niet beter weet dan haar te omarmen. Tranen stromen. Nog steeds.

"Wij weten niet wat er allemaal in een anders hoofd omgaat", zegt ze. "Zelfs niet in die van onze naasten. En hoe goed we het ook proberen, het blijkt toch steeds weer moeilijk onze emoties en gedachten onder woorden te brengen."

Het zet de rugzakman aan het denken. 'Sommige mensen dragen een zwaardere lading met zich mee dan een rugzak. En sommige rugzakken zijn maar moeilijk af te doen.'


ton



Drie brutale vragen

1.
Gun u zelf even verlichting. Leg voor 10 seconden uw dagelijkse last van u af en overpeins een woord of een zin uit het verhaal van de rugzakman. Of het hele verhaal. Neem dan uw rugzak weer op uw schouders en ga voort met wat u aan het doen was. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien sprak het verhaal van de rugzakman en de vrouw met de zware last u aan. Misschien wilt u het verhaal delen met iemand, die u kent. Stuur het dan door. Maar alleen als u denkt dat u er iemand een plezier mee doet. Anders niet.

3.
Misschien, heel misschien heeft het verhaal van de rugzakman en de moeder die haar zoon verloor u aangesproken. Misschien, heel misschien heeft het uw eigen dagelijkse last een beetje lichter gemaakt. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Als dat zo is, maak het dan over naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.

24.11.06

Een Indiaas ritueel voor een Hollandse kaalkop

Donderdag 17 maart, dag 6 van de Saltmarch

Anand, India

Vervaarlijk zwaait de kleine Indier met het knipmes. De blanke jongen zit nog wat onwennig in de stoel. Zich niet helemaal bewust van wat er komen gaat.

Het is een rustdag in de Saltmarch. De ongeveer 500 marchers zijn ondergebracht in een schoolcomplex in het centrum van Anand, ook de ongeveer veertig buitenlanders. Wat een luxe. Twee nachten niet op een dun foam-matrasje in een tent, met zijn achten dicht opeengepakt, met een trui of zijn hoed als kussen. Nee dikke matrassen, echte kussens om je hoofd op te leggen, en genoeg ruimte om je bagage kwijt te kunnen en toch nog vrijuit te kunnen bewegen.

De man van de rugzak besloot die morgen niet mee te gaan met de excursie naar de grootste melkcooperatie van Azie, misschien wel van de wereld. Niet dat hij niet geinteresseerd is in de Indiaase variant van Campina. Alleen heeft hij vandaag andere prioriteiten. Scheermesjes kopen, zijn verhalen schrijven, een geplukte dag afleveren. En na vijf dagen meelopen met de massa wil hij liever in zijn eentje wat rondlopen in dit willekeurige Indiaase stadje.

De Saltmarch blijkt in India een belangrijke gebeurtenis. Televisieploegen van de grote televisiestations doen bijna dagelijks verslag, journalisten van de nationale kranten schrijven iedere dag meerdere artikelen, en ieder dorp en stad loopt uit als de stoet voorbijkomt. Bij de start in Ahmedabad stonden er al duizenden, misschien wel tienduizenden mensen langs Ashram Road. En dat is sindsdien alleen maar zo gebleven. Schoolklassen staan langs de kant, bedrijven lopen uit, belangrijke dorps- en stadsfunctionarissen wachtend de optocht op en lopen een stuk mee. Nou ja, een stukje dan. Genoeg om op tv te komen.

De Indier begint het ritueel met een korte massage. Voorhoofd, kin en schedel worden delicaat maar trefzeker onder handen genomen. Een soort van tonic wordt in het gezicht gesprayed. En weer wordt de huid wat losser gemaakt. Gereed voor het echte werk. De blanke jongen in de barbierstoel denkt aan de woorden van Louise, de Amerikaanse die al enkele jaren in Mumbai woont.

"Wees er zeker van dat ze een schoon mes gebruiken. Je kunt wel aids krijgen".

"Nou ja", was zijn antwoord,"Als dat zo is, dan is dat zo".

Hij heeft zijn bril afgezet en kan dus niet zien wat er allemaal gebeurt. Maar hij is niet slechtziend genoeg om niet te zien dat er een klein oploopje ontstaat in de kleine kapperszaak, ergens in een achteraf steegje in Anand.

Gisteravond hadden de buitenlanders een bijeenkomst gehad met Tushar Gandhi, de achterkleinzoon van Ghandi en organisator van de Saltmarch. Grootste klacht was dat sommige buitenlanders het gevoel hadden dat de tocht door de Congrespartij voor politieke doeleinden werd gebruikt. Vooral Mike, de man uit Ierland, laat duidelijk merken zich mateloos te ergeren aan het gedrag van de mensen van de Congrespartij.

Tushar legt uit dat er twee groepen van de Congrespartij meelopen. 78 mensen zijn door de partij uit alle deelstaten van india geselecteerd om mee te lopen. 78, omdat aan de eerste Dandi Yatra, zoals de tocht in india wordt genoemd, 78 door Gandhi persoonlijk uitgezochte ashram-bewoners meededen. De tweede groep bestaat uit leden van een jeugdafdeling van de partij.

De 78 lopen allemaal in witte khadi-kleren, meestal ergens vooraan. Door elkaar. De jeugd-leden lopen een stuk verderop, vrijwel steeds in twee gedisciplineerde rijen aan weerszijden van de weg, zwaaiend met Indiase vlaggen.

Toch blijft Mike ontdaan over het "fucking poltical thing, that's stealing the march". De man van de rugzak denkt er het zijne van. Is niet alles politiek? Zelfs het leven van alledag? Maar dan politiek in het klein.

De woorden van Louise blijven niet lang nahangen in het hoofd van de jongen in de kappersstoel. 'Waar zouden we zijn zonder vertrouwen?' kan hij niet nalaten te denken. 'Waar zouden we zijn als we ons steeds maar weer zouden blijven afvragen wat er allemaal mis kan gaan? Voorzichtigheid heeft zo zijn nut, maar als het leidt tot angst, krijg je een ander verhaal'.

De Indier met de behendige vingers laat het scheermes over zijn huid raspen. Twee, drie keer snijdt de barbier de haartjes weg. Een menselijke variant van Gillette's Mach 3. Tot slot nog een verkwikkende massage. Vingertoppen glijden over de gladde huid.

Tevreden over het resultaat van het ritueel van 20 minuten betaalt de jongen de 20 roepies.

ton



Drie brutale vragen.

1.Gun uzelf rust van dagelijkse rituelen. Neem 10 seconden of zo de tijd. Overpeins een woord, een zin of misschien het hele verhaal. Mag ook een minuut zijn. Of 20, als u dat heeft.

2.Misschien vond u het leuk te lezen van de Nederlander met het kale hoofd. En misschien kent u wel iemand die het verhaal van de kaalkop ook leuk vindt. Iemand die die kaalkop niet kent. Als u denkt dat u hem er een plezier mee doet, stuur het dan door. Maar alleen als u echt denkt dat u hem er een plezier mee doet, anders niet.

3.Misschien, heel misschien vond u het zo leuk te lezen van die Nederlandse jongen, die het Indiaase ritueel onderging, dat het u een euro waard is. Zoals je de kapper soms een euro fooi geeft als hij een leuk verhaal vertelt onder het knippen of scheren. Geef het dan op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vond, anders niet.

21.11.06

De Luister-en-Vertel-Tournee op Mars

Zondag 20 maart, dag 9 van de Saltmarch

Kaleri, India

Oh think twice, it's just another day
for you and me in paradise

De man met de rugzak waadt door het water. De stroom is 10 tot 15 meter breed. De meeste marsmannen en -vrouwen lopen tot heuphoogte in het water. Degenen dan die geen gebruik maken van de platte bootjes.

De stroom is de laatste hindernis voor de oever van de rivierbedding. Ruim twee, misschien wel drie kilometer terug is de man met de rugzak de andere oever naar beneden gelopen. Schoenen uit en op blote voeten door de klei.

De lopers waren vantevoren gewaarschuwd dat vandaag een zware dag zou worden. Er moet een rivier worden overgestoken, de Mahi River. Dat betekent door de modder lopen.

Al snel na het vertrek uit Kankapura gaat de wandeling door duinen. Na zo'n 20 minuten openbaart zich een vergezicht. De man met de rugzak kijkt uit over een enorme vlakte. Rechts in de verte ziet hij de zee, de Golf van Cambrai. Recht vooruit is nog net de overkant te zien. En voor hem een donkere vlakte. Als hij wat beter kijkt ziet hij dat af en toe een stroom water zijn weg naar de zee zoekt.

Hij loopt over de oever achter de andere lopers aan. De grond is wit uitgeslagen. 'Zal wel zout zijn', denkt hij, maar neemt niet de moeite te bukken om het te proeven. Het lopen over de gladde oever is al moeilijk genoeg, en de bagage op zijn rug maakt bukken een hachelijk avontuur.

Na een paar honderd meter beweegt de stoet zich omlaag, de steile oever af de rivierbedding in. De man met de rugzak doet zijn schoenen uit en bindt die bovenop. Voorzichtig de oever afgelopen de modder in. Het blijkt meer klei dan modder te zijn. Stevig, maar glad. In een lange kolonne steekt de Saltmarch de rivierbedding over. In de verte ziet hij de mensen van de Congrespartij met hun Indiaase vlaggen. En nog verder ziet hij de voorhoede van de stoet. Een wit lint rimpelend over de vlakte.

Voorzichtig en toch voortvarend zet hij zijn voeten op het uitgesleten pad. Soms moet een smal stroompje worden overgestoken. Lekker koel aan de voeten, en goed om even de klei tussen de tenen weg te spoelen. Niet dat dat veel helpt. Al na en paar meter koekt de klei al weer aan de voeten.

Als na een half uur lopen de man met de rugzak gewend is aan de routine van het slipperen over de klei beginnen zijn gedachten naar elders te dwalen. Naar vanmorgen.

Zoals iedere dag werden de lopers om 5 uur gewekt. Ontbijt wordt klaargemaakt. Zoals steeds rijst met chai, Indiaase thee. De buitenlanders verzamelen voor het vertrek. Langzamaan is de gewoonte ontstaan om eerst de Indiers te laten vertrekken, even te wachten, en dan zelf van start te gaan. Zo kunnen de dorpelingen de juiste mensen verwelkomen. En zo hoeven de buitenlanders niet naar de onverstaanbare bijeenkomsten in de dorpen te komen.

De man met de rugzak heeft wat staan praten met Susan uit Canada, Dominic uit Engeland en Dennis uit Colorado Springs, VS. "It's just another day in paradise. Wat kunnen we nog meer wensen. We hoeven alleen maar te lopen, te slapen en te eten. En zo nu en dan een beetje bij elkaar zitten en over van alles en nog wat praten. We hoeven geen grote beslissingen te nemen, geen belangrijke dingen te doen, geen moeilijke afspraken na te komen. Vrijheid blijheid"

Het landschap van de Mahi River doet hem aan de wadden denken. Of aan de maan. Of aan Mars, hoe dat landschap er ook maar uit mag zien. 'Zo beschouwd zijn alle Saltmarchers marsmannetjes en marsvrouwtjes.' Voor zijn gevoel fantaseert hij zo'n twee uur, Phil Collins in gedachten, als hij bij een diepere stroom komt. Afgezien van een paar misstappen, zonder ernstige gevolgen, is hij tot nu toe de Mahi River goed overgekomen.

Hij ziet hoe de meesten tot hun heupen in het water waden. 'Zal ik mijn rugzak op mijn rug laten, of boven mjn hoofd dragen? Op mijn rug blijven mijn handen vrij om mijn evenwicht te bewaren. Maar boven mijn hoofd is de kans minder klein dat mijn rugzak nat wordt.' Hij kiest voor de vrije handen. De mogelijkheid van de bootjes neemt hij niet eens serieus. Dat is geen echt avontuur.

Voorzichtig zoeken zijn voeten een weg door de stroom. Het blijkt gladder dan gedacht. En dieper. Hij voelt hoe het water nog net niet tegen de rugzak komt. Hij trekt de rugzak wat hoger op zijn schouders en waadt verder. Nog 5 meter, schat hij. De stroming klotst het water tegen hem aan. Brengt hem even uit evenwicht. Hij dreigt weg te glijden, maar een uitgestrekte Indische arm biedt redding. Hij grijpt de bruine arm vast. 'Maar goed dat ik mijn handen heb vrijgehouden'.

Nog vier, drie, twee stappen, hulpvaardige handen trekken hem uit het water de oever op. Op het droge. Een korte check leert hem dat de rugzak zo goed als droog is gebleven. 'Als dit het zwaarst is, valt het wel mee vandaag', is zijn voorlopige conclusie.


1.
Gun u zelf even de vrijheid om iets onbelangrijks te doen. Iets onzinnigs misschien wel. Gun uzelf tien seconden om door te fantaseren over een woord of een zin uit het verhaal. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien vond u het verhaal van de marsman met de rugzak, die een rivierbedding overstak, wel leuk genoeg om naar iemand te sturen, die het ook leuk vindt. Nou ja, dat denkt u dan. Iemand die de marsman met de rugzak niet kent. Maar alleen als u het leuk vindt, anders niet.

3.
Misschien, heel misschien sprak het avontuur van de man met de rugzak op Mars u wel aan. Misschien wel genoeg om bij wijze van fooi de moeite te nemen 1 euro over te maken naar rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee. Maar alleen als u het een euro waard vond, anders niet.

ton.

19.11.06

Een filosoof van de koude grond in warm India

Zaterdag 19 maart, dag 8 van de Saltmarch
Ras, India

De man met de rugzak loopt over het pad naar het dorp. Er wonen zo'n 10.000 mensen. Die lijken wel allemaal langs dat ene pad te staan. Hij loopt tussen de rijen schoolmeisjes en schooljongens door. "Namaste"-groetend met tegen elkaar gevouwen handen naar links en rechts. Handengevend, vragen antwoordend. Aan de rand van het dorp staat hun school. Een official wijst hem de weg. Of in ieder geval iemand die op een official lijkt. Het wemelt daarvan rondom de Saltmarch.

Door de poort de campus van de school op. Een groot terrein. De volgwagens staan in een hoek onder een rij bomen geparkeerd. Naast het grote gebouw is een grote open tent opgezet. Er staan een paar officials. De man met de rugzak vraagt waar hij geacht wordt heen te gaan. "Overthere are some more of you", is het antwoord. Vriendelijk als altijd. Onder een paar bomen herkent hij Dominic uit Engeland, Riad uit Florida en Rob uit Nederland. Ze zitten op een stenen verhoging in de koele schaduw.

Shalini zit naast hen. De Indiaase maakt samen met vier collega's als assistent-regiseuse een documentaire over de Saltmarch. Hij doet zijn rugzak af en gaat naast Shalini zitten. Ze was een van de vele zieken gisteren, die vandaag niet meelopen.
"Hoe gaat het?"
"Vandaag beter dan gisteren"
"Mooi, want de dag die echt belangrijk is, is de dag van vandaag"

"Jij bent echt een filosoof van de koude grond", lacht Rob in het Nederlands. Hij begint de man met de rugzak al te kennen. Een beetje.
"Ach", antwoordt hij, "Imanuell Kant is een echte filosoof. Maar die wordt door bijna niemand begrepen. Laat mij dan maar een filosoof van de koude grond zijn."

's Morgens was de man met de rugzak uit Borsad vertrokken. Voorlopig de laatste stad. De komende 10 dagen zullen ze alleen nog maar door dorpjes en dorpen wandelen. Over smalle wegen en zandpaden.

Er waren nogal wat mensen ziek. Vooral diarree en overgeven. Met de daarbijhorende uitdrogingsverschijnselen. Een aantal buitenlanders, een stuk of 5, zijn naar een ziekenhuis gebracht en hebben daar overnacht.

"Ik heb voor het eerst last van mijn voeten". De man met de rugzak is blij dat er nog een Nederlander in de groep is. Goed om af en toe Nederlands te kunnen praten. "Ze voelen een beetje beurs aan".
"Ik heb precies hetzelfde", antwoordt Rob, "vandaag voel ik aan mijn voeten voor het eerst dat we met een mars bezig zijn".
"Misschien was het ook niet zo wijs om onderweg mee te doen met het dansen".
"En helemaal niet op die gewone schoenen, waar jij op loopt".
"O, maar het zijn Van Bommels", bagatelliseert de man met de rugzak.
"Dat zegt me niks".
"Het schijnen heel goede schoenen te zijn. Maar eigenlijk loop ik erop omdat ze in een dorp bij Oisterwijk worden gemaakt. Ze bevielen vorig jaar in Zuid-Afrika heel goed. En ik heb voor deze mars met ze geoefend door veel te lopen in plaats van met de auto of de fiets te gaan."

Ze filosoferen nog wat na over nut en onnut van filosofie. Over studeerkamergeleerdheid en een leunstoelgeleerde met een zwak gestel uit Koningsbergen.

De man neemt zijn rugzak op en gaat de grote hal binnen. Het blijkt de gebedszaal van de school te zijn. Een groot schilderij van Krishna en Arjuna hangt achter het podium. De twee hoofdfiguren van de Bagavad Gita, een van de heilige boeken van het hindoeisme en een favoriet van Gandhi. Zes rijen van 30 matrassen zijn over de vloer uitgespreid. Compleet met lakens en kussens. Zoals iedere dag is ook nu weer door de dorpelingen voor een goede rustplaats gezorgd. Twee rijen van acht fans zorgen voor verkoeling in de Indiaase hitte.

De man met de rugzak zoekt een plaatsje uit. Hij gaat naast de man zitten, die 's morgens naar hem toe was gekomen. Zama Hirante heet hij. Of zoiets; hij heeft vaak moeite het Indiaase Engels goed te verstaan.

De man is een gepensioneerdde luchtvaartingenieur. Hij heeft bij de Indiaase luchtmacht aan straalmotoren gewerkt. De man vertelt dat hij uit Mizaram komt, een 100% christelijke deelstaat helemaal in het oosten van India, tegen de grens met Myanmar. Hij nodigt hem uit zeker eens langs te komen.

De man vertelt over een uitvinding van hem. De man met de rugzak begrijpt er niets van. Hij haalt zijn schrijfblok en een pen tevoorschijn. Een tekening later begrijpt hij er nog niet veel van, maar nu heeft hij het op papier. Kan hij het later nog eens nakijken. Misschien komt hij er dan wijs uit.

De man van de rugzak strekt zich uit en gaat liggen. Even later ligt hij te slapen.

ton

Drie brutale vragen.

1.
Gun uw voeten rust van dagelijkse rituelen. Neem 10 seconden of zo de tijd. Overpeins een woord, een zin of misschien het hele verhaal. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien vond u het leuk te lezen van de Nederlanders. En misschien kent u wel iemand die het verhaal van de kaaskoppen ook leuk vindt. Iemand die die mij niet kent. Als u denkt dat u hem er een plezier mee doet, stuur het dan door. Maar alleen als u echt denkt dat u hem er een plezier mee doet, anders niet.

3.
Misschien, heel misschien vond u het zo leuk te lezen van die koele Nederlanders in het warme India, dat het u een euro waard is. Zoals je de kapper soms een euro fooi geeft als hij een leuk verhaal vertelt onder het knippen of scheren. Geef het dan op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vond, anders niet.

18.11.06

Hoe de Luister-en-Vertel-Tournee van Zurich via Mumbai naar Ahmedabad vliegt, treint en taxit

Donderdag 3 maart, dag 2 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Zurich, Zwitserland

Het ondergrondse perron is van de rails gescheiden door een grote glazen wand met schuifdeuren. De man met de hoed staat te wachten op de trein, die hem van de Europa-terminal naar de terminal voor intercontinentale vluchten moet brengen. Hij is zojuist uit Tel Aviv aangekomen en heeft een uur de tijd om zijn aansluiting naar Mumbai te halen. Gate E27.

Door de vertraging op Schiphol had hij de directe vlucht van Israel naar India gemist en de vriendelijke dame van El Al had als snelste alternatief een omweg via Europa geregeld. Met Swiss, de Zwitserse luchtvaartmaatschappij die een paar jaar geleden is opgericht. Als doorstart voor het failliete Swissair. 'Hoeveel schuldeisers en werknemers zouden daar de dupe van zijn geworden?', vraagt de man met de hoed zich af.

De onbemande ondergrondse rijdt voor en stopt met de deuren precies voor de schuifdeuren van de glazen wand. Deuren gaan open en mensen stromen naar binnen. Een paar minuten later loopt de hoed door Terminal E. Hij is ruim op tijd. Nog drie kwartier om wat te lezen. 'Het meisje en de Duivel' van Paolo Coelho, gekocht op Schiphol, en 'Long Walk to Freedom', de autobiografie van Nelson Mandela, geschreven tijdens zijn 27-jarige gevangenschap. Gekocht op het vliegveld van Johannesburg een jaar geleden, onderweg van Umtata, Transkei, naar Hoensbroek, Limburg.

Het vliegtuig naar Mumbai is maar matig bezet. De middenstoelen, vijf op een rij, worden gebruikt als bed. Op vrijwel iedere rij liggen mensen languit te slapen. Dat komt kennelijk wel vaker voor op vluchten van en naar Azie. Op eerdere reizen met Biman, de luchtvaartmaatschappij van Bangla Desh, of Malaysian Airways had de hoed dezelfde ervaring gehad.

Geland in Mumai herinnert de hoed zich de ervaring van 15 jaar geleden. Toen in Delhi geland en allebei onervaren reizigers, hadden hij en Margriet zich te snel door de eerste de beste taxichauffeur laten verleiden naar het eerste de beste hotel te worden gebracht. Gevolg; zo'n 250 dollar in drie dagen opgemaakt. Dit keer doet hij het anders. Ondanks het late uur, het is al half elf 's avonds, neemt hij de tijd eens rustig over de luchthaven te lopen. De opdringerige taxichauffeurs of hun ronselaars met een glimlach afwijzend.

Hij wisselt 500 euro's voor 27.000 en nog wat roepies, koopt een fles water en gaat op de stoeprand tegenover de aankomsthal zitten. Bladert wat door de Lonely Planet over India, de bijbel voor rugzaktoeristen. Of koran of marabharata, afhankelijk van het geloof. 'Verbazingwekkend hoe ons geheugen werkt', peinst hij. De geur van Mumbai brengt de herinnering aan Delhi naar boven alsof het gisteren was. Dezelfde tropisch zinderende mix van rot, uitlaatgassen en brandend hout. Dezelfde tropische geluiden.

Hij besluit zo kort mogelijk in Mumbai te blijven en zo snel mogelijk in Ahmedabad te komen. Daar begint 12 maart de Saltmarch. Hoe langer hij in Ahmedabad is, hoe meer tijd hij heeft zich op die tocht voor te bereiden en te wennen aan India. Navraag bij verschillende busbedrijven op de luchthaven leert hem dat de eerste intercity-bussen pas de volgende morgen vertrekken. Hij vraagt naar een hotel dichtbij het vliegveld. Het is wel duurder dan gepland, 36 euro, maar hij heeft een dag langer gevlogen dan gepland, verwacht morgen een vermoeiende busreis van 17 uur en gunt zichzelf een goede nachtrust in een comfortabel hotel.

Een uur later ligt hij, na een verkwikkende koudwaterdouche en een hernieuwde kennismaking met de Indiase keuken te slapen.

* * *

Vrijdag 4 maart, dag 3 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Ahmedabad Railwaystation

De man met de hoed loopt de steile trap af van de overbrugging over het spoor. Hij is zojuist in Ahmedabad aangekomen na een treinreis van 14 uur. Aan zijn rugzak kun je zien dat hij nieuw is, Waarschijnlijk op zoek naar een hotel of guesthouse. 'Eigenlijk verloopt tot nu toe alles voorspoedig', denkt hij bij zichzelf.

Ok, er was een vertraging op Schiphol. En een omweg via Zurich. En ok, hij was vanmorgen van plan met de bus naar Ahmedabad te gaan. Maar aangekomen bij het busstation bleken alle bussen al te zijn vertrokken. De receptionist in het hotel had zich een uur vergist. Kan gebeuren.

En ok, hij was op het Borivali-station, een soort voorstad van Mumbai, in de verkeerde trein gestapt. Ook vertrektijd 8.40, het enige dat hij kan lezen, want de letters zijn in sanskriet. Maar dankzij een paar vriendelijke Indiers was hij op het eindstation van de local trein nog net op tijd in de Gujarat Express naar Ahmedabad gekomen.

En ok, hij had het gevoel dat de twee conducteurs hem flink hadden opgelicht, toen bleek dat hij met zijn tweede klas-kaartje in de eerste klas was gaan zitten. Toch raar dat hij in eerste instantie 1000 'bucks' moest bijbetalen en later 460 roepies. Maar niet nadat hij smakelijk om het bedrag in dollars had gelachen en met een glimlach had gezegd: "Are you telling me onethousands bucks is the fare for first class? I find that hard to believe". Hij betaalde de 460 roepies. Beide partijen tevreden; hij het plezier zich niet beet te hebben laten nemen, de ander het plezier van een geslaagde dag.

"Sir, you need hotel?", De autorickshawchauffeur, zeg maar de taxi's van India, spreekt hem aan. Die heeft kennelijk ook in de gaten dat hij een guesthouse zoekt. Maar laat de hoed nu juist van plan zijn te lopen. Hij heeft onderweg in de Lonely Planet een paar guesthouses uitgezocht, de plattegrond van Ahmedabad van buiten geleerd, en weet dus dat hij via Relief Road of via Mahatma Gandhi Road bij een van de aangestreepte guesthouses uitkomt.

De taxichauffeur is niet van plan zo snel op te geven. "I know nice hotel, sir. Very clean, very cheap. I can take you there. Only fourty rupees". De hoed maakt hem duidelijk dat hij al een hotel heeft uitgezocht, en dat hij liever te voet gaat. Hij gaat op de stoeprand zitten om zich even te orienteren. In het donker valt het niet mee, realiseert hij zich.

De taxichauffeur komt naast hem zitten en probeert nog een keer. Hij laat een kaartje zien van Serena Hotel. De hoed herinnert zich de naam. Werd in de Lonely PLanet in de category 'mid range' genoemd. Te duur dus voor zijn budget.

Een theeverkoper loopt voorbij. De taxichauffeur koopt hem een chai. Het is zijn eerste. Bij het drinken komt de dezelfde sensatie naar boven, die hij had geproefd op het treinstation van Gorakhpur, jaren geleden. 'Frapppant', denkt hij,' hoe ons geheugen werkt'. De smaak van op melkbasis getrokken thee,
gezoet met melasse en andere smaakmakers.

De taxichauffeur prijst nog een keer het Serena Hotel aan. De hoed wijst hem als antwoord op de aangestreepte guesthouses, in het bijzonder Roopalee Guesthouse. "Nee nee", zegt de taxichauffeur,"dat is geen schoon hotel. Dat is voor Indiers, niet voor toeristen". 'Goh', denkt de hoed,'waarom verbaast dit antwoord me nou niet?'.

Een half uur later zit hij achter in de autorickshaw, in vliegende vaart over Relief Road. 'Succes komt van doorgaan waar anderen ophouden', denkt hij, de poster in het kantoor van een Tilburgse klant in gedachten.

Aangekomen bij Roopalee Guesthouse wil hij de vasthoudende chauffeur betalen. Nee, dat hoeft niet. Hij vond het een plezier hem te brengen. De hoed is niet eens verbaasd. Er zijn wel meer taxichauffeurs die iets voor niets doen.

Bij de receptie van het guesthouse vraagt hij naar de dormitory. De man wil hem de singleroom laten zien. In de dormitory slapen alleen Indiers. Toeristen verblijven in een van de kamers. Maar dit keer is de hoed onverbiddelijk. Hij neemt een bed in de dormitory voor 60 roepies per nacht.


ton

Misschien kent u dat gevoel ook wel; in het buitenland durf je meer dan thuis. Zeker als je je goed en op je gemak voelt. Dus durf ik u drie brutale vragen te stellen.

1.
Gun uzelf 10 seconden. Overpeins een woord, een zin, of een anekdote uit het verhaal. Mag ook een minuut zijn. Zomaar. Wie weet wat voor idee u daar van krijgt.

2.
Misschien vond u het verhaal leuk. Ik hoop het. Misschien kent u iemand, die mij niet kent, waarvan u denkt dat die het ook een leuk verhaal is. Vertel hem dit verhaal. Of stuur het door. Maar alleen als u denkt dat hij het leuk vindt, anders niet. Vraag het hem eerst als u twijfelt. Het hoeft niet meteen.

3.
Misschien, heel misschien, sprak het verhaal u aan. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Zoals je een taxichauffeur of een serveerster een euro fooi geeft als hij u goed bediend heeft. Maak dan een euro over op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee. Maar alleen als u het een euro waard vindt, anders niet

16.11.06

Wat kost de Luister-en-Vertel-Tournee?

Donderdag 10 maart, dag 9 van De Luister-en-Vertel-Tournee in India
Sabarmati Ashram, Ahmedabad

De man met de hoed gaat op een plastic tuinstoel zitten voor het huis waar Mohandas Gandhi van 1917 tot 1930 leefde. In de schaduw van de bomen heeft hij minder last van de middagse hitte. Hij zet zijn hoed af en pakt zijn schrijfblok om het verhaal van gisteren af te schrijven. Vanmorgen wel aan begonnen, maar niet afgekregen. En hij moest nog voor Laure en Tom ansichtkaarten zoeken in de oude stad.

Zijn oog valt op de oude vrouw, die de plaats voor Gandhi's huis schoonveegt. Zorgvuldig veegt ze de bladeren met een bezem van bamboetakken op een hoop. Gistermiddag had hij haar ook al in de hitte bezig gezien. Net als eergisteren.

Even later komen Bawesh, Davendra en Ramesh bij hem zitten. De eerste twee zijn Indische jongemannen van begin 20. De laatste een securityguard van de Ashram. Nog een jongen om te zien. Op het grasveld bij het standbeeld van een zittend biddende Gandhi hadden zij de man met de hoed gisteren een paar woorden Gujarati geleerd.

Dit keer willen ze meer weten van zijn hoed. Hij vertelt dat hij die hoed 15 jaar geleden heeft gekocht. En dat het van kangaroe-leer is gemaakt. Of dat ook zo is, weet hij eigenlijk niet eens zeker. Hij heeft het maar van de vriendelijke verkoopster op Circular Quay in Sydney, en waarom zou hij haar niet geloven. In ieder geval maakt het de Indiers nog geinteresseerder.

Met weemoed denkt hij terug aan het verhaal van de hoed. Op zijn reis rond de wereld met Margriet waren ze voor het eerst uit elkaar. Margriet naar familie in Myrtleford, Victoria. Hij bij een Poolse vriend in Sydney. Een baantje gezocht en gevonden; van deur-tot-deur schilderijen verkopen. De eerste avond had de colportage hem niets opgeleverd, behalve dan een ongezonde dosis frustratie. Na bij zo'n 50 deuren te hebben aangeklopt, was hij bij geen een binnengelaten. Geen interesse. Aan het einde van de avond, in de trein naar het huis van Gregor, realiseerde hij zich de dwaasheid van de situatie.

Daar was hij dan; in Sydney om de vriend weer te ontmoeten, die hij een jaar tevoren op een korfbalkamp in Polen had leren kennen. Er zijn goede vrienden, die je elke dag ziet, en er zijn goede vrienden, die je eens in tien jaar ziet. Wie zal zeggen wat goede vrienden zijn? Is niet iedereen, die je een vriend durft te noemen, een vriend? En terwijl Gregor overdag werkte aan zijn droom van een eigen internetbedrijf, was hij 's avonds bezig Australische vergezichten aan de man te brengen. En dus niet de avonden met zijn Poolse vriend en diens vrouw kan doorbrengen. En waarvoor? Voor geld, Waar hij genoeg van heeft.

Hij besloot ermee te stoppen. Maar niet voor hij teminste een schilderij had verkocht. Het geld, dat hij ermee zou verdienen, zou hij besteden aan een fles wijn, om samen met Greg en Kate op te drinken. En als er nog geld over was, aan die mooie hoed, die hij op Circular Quay had gezien. Ter vervanging van de hoed, die hij in Singapore in het guesthouse was vergeten.

Zo gezegd, zo gedaan. Hij oefende op zijn verkoopppraatje. "Hi. My name's ton. I'm the flying Dutchman. I've got something I think ya wanna see. Can I come in to show ya?" Hij weet nu nog steeds niet of het de oefeningen met Greg zijn geweest, of zijn herwonnen bravoure. Feit is dat hij al na een half uur zijn schilderijen mocht laten zien. Feit is dat hij op dat adres meteen twee schilderijen verkocht. Of misschien kwam het wel doordat de dame Nederlandse voorouders had. Hoe dan ook, genoeg geld gemaakt voor een goede fles Australische wijn en een mooie hoed. Genoeg ook om ermee te stoppen.

Wat de prijs is, willen ze weten. Hij weet het niet meer. 40 Australische dollars of zo. Die vraag wordt hem in de dagelijkse avondgesprekken bij het eetstalletje bij Roopalee Guest House vaak gesteld. Wat kost dit? Zijn schoenen. Wat kost dat? Lonely Panet's 'India'. En wat kost een ticket van Nederland naar India? De man met de hoed vertelt het steeds, want het is zoals het is.

Maar hij doet het met tegenzin. De bedragen worden steevast omgerekend in Indiaas geld en dan blijkt zijn rijkdom. 160 euro, 9000 roepies voor een paar schoenen, terwijl de kok van het eetstalletje 3000 roepies per maand verdient. 35 euro, bijna 2000 roepies voor een boek, minder dan het maandsalaris van een taxichauffeur. 25.000 roepies, inclusief twee keer uitstellen, om van het rijke en volle Nederland naar het arme en nog vollere India te vliegen. Rijkdom is niet iets om je voor te schamen, maar ook niet om er trots op te zijn. Het is zoals het is. Hoe je eraan komt, doet er niet zoveel toe. Wat je ermee doet des te meer.

De oude dame met de bamboebezem roept iets naar een paar cameramannen, die het huis van Gandhi binnen willen lopen om tv-opnames te maken. Hij verstaat het Gujarati niet, maar hij begrijpt dat zij hen aanspreekt hun schoenen uit te doen. Zoals een bord bij de ingang iedere bezoeker verzoekt te doen. En iedereen dus doet. Ook tv-mensen.

ton

14.11.06

De Luister-en-Vertel-Tournee, zomaar een !dee

Woensdag 9 maart, dag 8 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Roopalee Guest House, Ahmedabad

Vijf uur 's morgens. Het alarm van zijn telefoon wekt de vreemdeling met de hoed in de dormitory. Eigenlijk is hij al een tijdje wakker, maar nu is het tijd om op te staan. Geen tijd meer om te blijven fantaseren.

Hij neemt een douche. Nou ja, 'douche' is een groot woord. Er staat een zinken emmer met een plastic maatbeker. Hij vult de emmer met water. Koud, de enige mogelijke keuze. Hij stort de volgeschepte beker boven zich uit. Na de koude douche scheert hij kin en kruin.

De vreemdeling met de hoed steekt de Dr. Tankaria Road over. Dat gaat op dit uur nog gemakkelijk. Op een paar vroege Indiers en wat loslopende zwerfhonden na is de weg verlaten. Over een uurtje en de rest van de dag is dat anders, weet hij inmiddels. Een niet-ophoudende stroom fietsers, scooters, motors, autorickshaws, bussen, auto's en vrachtwagens perst zich bellend en vooral toeterend door de straat. Wachten voor een gaatje kan uitlopen op een eeuwigheid. Hij heeft zich dan ook de oversteektechniek van de Indiers eigen gemaakt. Ogenschijnlijk stoicijns storten de voetgangers zich in het verkeer. Dat stroomt er vervolgens omheen, als water om een rots.

De man met de hoed loopt het open theehuis tegenover Roopalee Guesthouse binnen en gaat onder de klok zitten. Half zes. Hij schrijft zijn dagelijkse verhaal en leest ter afwisseling in 'Long Walk to Freedom', de autobiografie van Nelson Mandela. Hij is pas op een derde van de 750 pagina's over het leven van de man, waarvan Richard Branson wel eens zei dat hij het waard is de reincarnatie van Gandhi te worden genoemd. Het schrijven gaat vandaag wonderwel soepel; in een uur is het verhaal van gisteren af. Een goed begin van de dag van vandaag.

Rond kwart voor zeven komt Chethan Kothari bij hem zitten. De 31-jarige vertegenwoordiger uit Poona is in Ahmedabad om een klant te bezoeken, Tata Motors. Hij werkt voor Metric Consulting. Wat het bedrijf precies doet wordt de hoed niet helemaal duidelijk. Hij zal het eens opzoeken op internet. Om zijn klanten te bezoeken reist Chethan door heel India. Vaak reizen van meerere dagen, soms zelfs een of twee weken van huis. Voor zijn bezoek aan Tata Motors is hij zo'n 14 uur met de bus vanuit Poona onderweg. Hij was eergisteren bij Roopalee Guesthouse aangekomen. In de dormitory slaapt hij in het bed tegenover dat van de vreemdeling.

Hij was gisteren naar zijn klant gegaan, om erachter te komen dat het bedrijf gesloten was. In Gujarat, de deelstaat waar Ahmedabad de hoofdstad van is, is 8 maart een feestdag. Daar was de hoed zelf ook al achter gekomen; het postkantoor bleek gesloten te zijn. Kennelijk is India zo groot en verscheiden dat zelfs een ervaren vertegenwoordiger niet de moeite neemt rekening te houden met de vrije dagen van de verschillende deelstaten. 'Vergelijkbaar met Europa', denkt hij. En kennelijk gaat Chethan zonder vooraf
gemaakte afspraken naar zijn klanten. Een beetje op de bonnefooi.

De hoed drinkt zijn thee op. Zoals de Indiers het doen. Het veel te vol geschonken kopje veel te hete thee omkiepen en uit het schoteltje drinken. Even later gaan de man uit Oisterwijk en de man uit Poona op weg naar Sabarmati Ashram. Een wandeling van zeven kilometer. Onderweg vraagt de Oisterwijker naar het werk van de Indier. Hij begrijpt er niet veel van. Voor een deel omdat het hem te ingewikkeld is, voor een deel omdat hij het Engels van Chethan niet helemaal verstaat. De combinatie van het Indische dialect, de zachte stem en het lawaai van het voorbijrazende verkeer verdooft zijn gehoor.

'An !dea can change your life'. De reclameslogan van de Indiase variant van Ben was de hoed al eerder opgevallen. 'Een !dee kan je leven veranderen'. Twee jaar geleden, onderweg van Sydney naar Amsterdam met een tussenstop in Kuala Lumpur, was hem een idee ingevallen. Zomaar, toen hij de biografie van Gandhi en de autobiografie van Richard Branson aan het lezen was. Terug in Nederland leek het hem een absurd en onmogelijk idee. Nu, twee jaar en vele gesprekken met bekenden en onbekenden later, denkt hij daar anders over. 'Onmogelijk' is een groot woord voor kleine geesten. Het idee is een concreet plan geworden; het Luister-en-Vertel-Plan. Vlak voor vertrek uit Nederland is een van de doelstellingen voor 2005 gerealiseerd. De Stichting Luister en Vertel Tournee is opgericht en juridisch een feit.

Bij Sabarmati Ashram ontmoet de hoed Tushar Gandhi. De achterkleinzoon van Gandhi organiseert namens de Mahatma Gandhi Foundation de Dandi March, zoals de Saltmarch in India ook wel wordt genoemd. Hij treft hem aan de mobiele telefoon. 'Misschien wel !dea', denkt hij.

"Iemand uit Nederland, die wat meer wil weten van de Dandi March", zegt Tushar Gandhi verontschuldigend als het telefoongesprek is afgelopen. Hij heeft even tijd voor de hoed. Er doen zo'n 350 mensen met de Dandi March mee. Uit India, maar ook uit Amerika, Europa, Australie, Japan, China en Pakistan. Vanover de hele wereld wordt hij door journalisten benaderd met vragen. Tushar Gandhi is dezer dagen een druk man.

Al sinds hij afgelopen zondag voor het eerst in Gandhi's Ashram kwam ziet de hoed iedere dag cameraploegen opnames maken en mensen interviewen. Ook ziet hij hoe een groot podium wordt opgebouwd. Morgen toch eens vragen wat er precies aan de hand is. Zou dat allemaal voor de Saltmarch zijn?


Misschien kent u dat gevoel ook wel; in het buitenland durf je meer dan thuis. Zeker als je je goed en op je gemak voelt. Dus durf ik u drie brutale vragen te stellen.


1.
Gun uzelf 10 seconden. Overpeins een woord, een zin, of een anekdote uit het verhaal. Mag ook een minuut zijn. Zomaar. Wie weet wat voor idee u daar van krijgt.

2.
Misschien vond u het verhaal leuk. Ik hoop het. Misschien kent u iemand, die mij niet kent, waarvan u denkt dat die het ook een leuk verhaal is. Vertel hem dit verhaal. Of stuur het door. Maar alleen als u denkt dat hij het leuk vindt, anders niet. Vraag het hem eerst als u twijfelt. Het hoeft niet meteen.

3.
Misschien, heel misschien, sprak het verhaal u aan. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Zoals je een taxichauffeur of een serveerster een euro fooi geeft als hij u goed bediend heeft. Maak dan een euro over op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt, anders niet.

ton

13.11.06

De Luister-en-Vertel-Tournee over India

Maandag 7 maart, dag 6 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Ahmedabad, Gujarat

De man met de hoed loopt door de oude stad. Dit keer neemt hij niet de route over de Nehru-bridge om bij Ashram Road te komen, de weg naar Gandhi's Ashram. Niet de route via de brede 400 meter lange brug over de Sabarmati Rivier met de honderden fietsers, scooters, motorrijders en autorickshaws. Dit keer baant hij zich een weg door de menigte voetgangers in de smalle straten.

Het valt hem nu pas op dat Ahmedabad een gemengde hindoe- en moslimstad is. De gemengde hindoe- en mosimgeschiedenis van India ligt op straat. In de ene straat stuit hij op een tempel, een straat verderop komt hij langs een moskee. Gesluierde vrouwen, sommigen helemaal gehuld in burka, afgewisseld met kleurige sari's. Azuurblauw, kanariegeel, knaloranje, appelgroen. Of zachtturkoois, lichtmint, safraan, roze. Aan de mannen kun je minder goed zien welke goden ze aanbidden. Als ze al een god in hun hoofd hebben. Behalve dan de god van roepie en dollar, die is universeel. Al is die laatste dan vervangen door de god van euro.

De hoed heeft sinds zijn vertrek, nog maar een paar dagen geleden, gemerkt dat die Eurpese munt net zo universeel is als de Amerikaanse. Op het vliegveld van Tel Aviv kon hij met euro's betalen. Wisselgeld in Israelische shekel voor lief nemen. Ach ja, als je 3 euro 90 moet betalen en je rond af in hele vijftallen kun je met een briefje van vijf gepast betalen. 'Beter 1 euro teveel dan teveel variatie aan geld in mijn broekzak', had hij nog gedacht.

En Saud, zoon van een textielfabrikant uit Ahmedabad en die hij een paar keer heeft gesproken bij het eetstalletje om de hoek bij Roopalee Guesthouse, had hem laatst verteld liever euro's dan dollars voor zijn broeken te ontvangen. "Waarom?".
"Omdat 1 euro 53 roepie waard is, en een dollar maar 45".

India is ruim 50 jaar een onafhankelijk democratisch land. Zeg maar twee generaties. Om precies te zijn sinds 15 augustus 1947. Daarvoor was het meer dan honderd jaar een Engelse kolonie en deel van het trotse British Empire. In hun drang een wereldrijk te stichten met aan het hoofd een koning of koningin in Londen hebben de Engelsen vanaf de 17de eeuw met de Portugezen, de Fransen en de Hollanders geconcurreerd om de hegemonie in dit deel van Azie. Nadat in het begin van de 19de eeuw in Europa de kruitdampen van de veldslagen van Napoleon waren afgelopen en hij ten zuiden van Brussel zijn Waterloo had gevonden, was ook in Brits Indie het pleit beslecht. Afgezien van een paar overgebleven kleine Portugese kolonies regeerde Brittania van Afganisthan in het westen tot Birma in het oosten. En van Kashmir in het noorden tot Kanyakumari in het zuiden.

Bij de onafhankelijkheid in 1947 werd dit Brits Indie opgesplitst in twee afzonderlijke landen. Hindustan, dat wij beter kennen als India, in het midden. En aan weerszijden Pakistan. Pas in 1971, na een boedige strijd, werd de onhoudbaarheid van deze ene staat met twee veruiteenliggende grondgebieden door de autoriteiten erkend. Het deel ten oosten van India, tot dan toe gemakshalve Oost-Pakistan genoemd, werd een aparte staat; Bangla Desh.

De kunstmatige opdeling van Brits Indie in 1947 had ook al tot grote tragedies geleid. Weliswaar was Pakistan overwegend moslim, en India vooral hindoe, in werkelijkheid leefden in iedere stad en in ieder dorp beide groepen naast en door elkaar. In de loop van eeuwen was een gemengde samenleving ontstaan. Uit angst voor de op handen zijnde splitsing en de mogelijke gevolgen daarvan trokken miljoenen moslims met have en goed naar het nieuwe Pakistan. Evenzo vluchtten miljoenen hindoes in omgekeerde richting naar India, vaak ales achteratend wat niet op de rug of op een ossekar kon worden meegenomen. En zefs dat raakte onderweg vaak verloren.

Op gevoel loopt de hoed richting Gandhi-bridge. een kilometer of zo stroomopwaarts van de Nehru-bridge en ook op Ashram Road uitkomend. Hij probeert de opschriften op de winkels te ontcijferen. Het meeste is in sanskriet. Af en toe ontwaart hij leesbare tekens. Zijn verwachting zich met Engels goed te kunnen redden blijkt vals. De meeste mensen, die hij tot nu toe heeft ontmoet, spreken Gujarati of Hindi. De Engelse woordenschat beperkt zich tot de dingen van alledag. Genoeg om alle praktische zaken te regelen. Maar een goed gesprek zit er meestal niet in. 'Zal ik toch het Hindi & Urdu phrasebook van Lonely Planet van buiten moeten leren', bedenkt hij zich, 'dat wordt me wat'.

Slechts af en toe treft hij iemand met een breder vocabulaire in Engels. Zoals Praleen, de kok van het eetstalletje om de hoek bij Roopaee Guesthouse. Bijna iedere avond zit de hoed daar. Om te schrijven, te lezen en om met mensen te praten. Praleen is een Nepalees van 23 jaar. Op zijn achttiende is hij uit Kathmandu weggegaan.In verschillende steden in india heeft hij gewerkt als kok en ober. Delhi, Poona, Mumbai, Bangalore en Goa. En nu dan vijf maanden in Ahmedabad. Hij spreekt Nepali, Hindi en behoorlijk Engels. Hij blijkt boedhost te zijn. Niet uit zichzelf, maar vanuit zijn familie.

Al lopende herkent de hoed het gebouw in de verte. Een soort watertoren, die hij steeds passeerde als hij de Nehru-bridge opliep. 'Verdraaid', denkt hij met spijt, 'ik heb in een rondje gelopen'. Hij steekt de Nehru-brug over. Een uur later is hij bij Gandhi's Sabarmati Ashram.

's Avonds eet hij een kom gebakken rijst op zijn Manchuriaans. Wat dat dan ook maar zijn mag. In ieder geval vegetarisch. Een stuk of vijf jongens schuiven bij hem aan. Hij herkent er een van de avond tevoren. Niet meteen; hij ontmoet zoveel nieuwe gezichten met rare en soms onuitspreekbare namen dat hij moeite heeft ze uit elkaar te houden. 'Is dat nou dezelfde, of niet?'. Maar al snel in het gesprek blijkt dat het dezelfde jongen is, die gisteravond wilde weten waar hij vandaan komt.
"Netherlands. Europa."

En wat voor beroep hij heeft.
"Being me", had hij gezegd, omdat hij niet zoveel zin had weer een keer uit te leggen dat je best en taxichauffeur en jurist en consultant en ondernemer kunt zijn. En omdat hij het eigenlijk zelf ook niet goed weet.

"Being myself".
Misschien wel de beste manier om te omschrijven wat hij doet.


Misschien kent u dat gevoel ook wel; in het buitenland durf je meer dan thuis. Zeker als je je goed en op je gemak voelt. Dus durf ik u drie brutale vragen te stellen.

1.
Gun uzelf 10 seconden. Overpeins een woord, een zin, of een anekdote uit het verhaal. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien vond u het verhaal leuk. Ik hoop het. Misschien kent u iemand, die mij niet kent, waarvan u denkt dat die het ook een leuk verhaal is. Vertel hem dit verhaal. Of stuur het door. Maar alleen als u denkt dat hij het leuk vindt, anders niet. Vraag het hem eerst als u twijfelt. Het hoeft niet meteen.

3.
Misschien, heel misschien, sprak het verhaal u aan. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Zoals je een taxichauffeur of een serveerster een euro fooi geeft als hij u goed bediend heeft. Maak dan een euro over op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee. Maar alleen als u het een euro waard vindt, anders niet.

ton.

De dromen van De Luister-en-Vertel-Tournee

Dinsdag 8 maart, dag 7 van de Luister-en-Vertel-Tournee in India
Ashram Road, Ahmedabad

De Nepalees en de Nederlander lopen naast elkaar op weg naar Sabarmati Ashram. Beiden vreemdelingen tussen de 4,5 miljoen mensen in deze drukke provinciestad. De Nepalees valt niet zo op in de menigte. Als je niet beter wist zou je denken dat hij een Indier is. De Nederlander des te meer. De blanke huid, de kleren en de schoenen, en de Australische hoed onderscheiden hem van de massa.

"Hi"
"Hello"
"How are you?"
"Where you from?"
"What country?"
"Where you go?"

Na vier dagen in Ahmedabad is hij eraan gewend voortdurend te worden aangesproken. Op verschillende en toch vaak dezelfde manieren. Meestal door kinderen, jongens en meisjes, jonge mensen, alleen jongemannen, en door autorickshawchauffeurs, jongeren en ouderen. Soms klampt een oudere hem aan. Dan is het steevast een vrouw met een baby op haar arm of een kind aan haar zij. Om te bedelen. Hij geeft niets. Zelfs niet een losse roepie uit zijn linker broekzak. Ook al is dat maar 2 eurocent. Omdat hij vindt dat je mensen moet geven wat het waard is. En zomaar bedelen zonder er iets voor te doen, dat vindt hij niets waard. Je moet er iets voor doen, hoe weinig ook.

Voor Praleen is het de eerste keer dat hij Gandhi's Ashram bezoekt. De man met de hoed loopt de weg van Roopalee Guesthouse naar de plaats waar Mohandas Gandhi van 1917 tot 1930 woonde al voor de derde keer. Hij begint de drukke Ashram Road met de duizenden fietsers, scooters, brommers, rickshawtaxi's en daartussen bussen, auto's en vrachtwagens al te kennen.

Ze passeren een klein bos. Er loopt een pad vanaf de weg het bos in, onder een poort door.
"Wat staat daar?". De westerling kan de sanskrietletters niet ontcijferen.
"Hier worden de mensen naar toe gebracht als ze dood zijn", antwoordt Praleen.
"Het kerkhof?" vraagt de hoed.
"Nee. De mensen worden hier verbrand"
De hoed herinnert zich nog de hoopjes as, die hij er de dag tevoren had gezien. Nog smeulend. Hij had zich afgevraagd wat daar werd verbrand.
"Worden mensen hier open en bloot verbrand?"
Het antwoord van Praleen bevestigt zijn vermoeden.

De Nederlander staat met zijn hoed in de hand in het museum, dat op het ashram-terrein is gevestigd. Hij leest de tekst over 'The Great Trial'. Mohandas Gandhi moest zich voor een Engelse rechter in Brits Indie verantwoorden voor zijn opruiende geschriften. "Schuldig", zie hij tegen de rechter. "En als u werkelijk gelooft in het systeem dat Engeland mijn land heeft opgedrongen, moet u mij de zwaarste straf geven". Hij kreeg zes jaar. Veel heeft het niet geholpen. Zijn schrijfsels hadden hun werk al gedaan en na zijn vrijlating ging hij weer op dezelfde voet verder.

Een klas schoolkinderen staat een paar meter verderop bij een vitrine naar een maquette te kijken. Het stelt het moment voor, waarop Gandhi na een tocht van 241 mijl zout uit de Indische Oceaan wint. 6 april 1930. De leraar vertelt ze over deze bijzondere gebeurtenis in de moderne geschiedenis van India. Toen Gandhi op 12 maart van hetzelfde jaar vanuit zijn woonplaats aan de Sabarmati Rivier vertrok, zwoer hij niet terug te keren voor zijn droom van een onafhankelijk India was verwezenlijkt. Hij heeft zich aan zijn eed gehouden.

De kinderen werpen steelse blikken naar de vreemdeling met de hoed in de hand. Even later trekt een van hen de stoute schoenen aan en loopt naar hem toe.
"Hello"
"Hi"
"Where you from?".
"Netherlands, Europa."
De jongen steekt zijn hand uit. De Nederlander schudt hem de hand. Even later loopt de hele klas voorbij. Allemaal willen ze een hand van die kale vreemdeling.

"Ik geloof dat mensen pas echt succesvol kunnen zijn als ze weten wat hun droom is". Praleen verandert het onderwerp op hun wandeling terug naar de oude stad.
De man met de hoed denkt er het zijne van. "Wat is jouw droom dan?", vraagt hij.
"Ik weet het niet", zegt de Nepalees. Hij vertelt hoe hij vijf jaar geleden op achttienjarige leeftijd uit Kathmandu vertrok. Hoe hij na omzwervingen via Delhi, Poona, Mumbai, Bangalore en Goa nu alweer vijf maanden in Ahmedabad is. En dat hij graag weg wil.
"Waarom?"
"Vanwege de hitte".

"En wat is jouw droom?"
"O, ik heb alleen maar onmogelijke dromen", zegt de hoed. "Ik weet precies wat mijn dromen zijn. Maar ik weet ook dat de meeste van die dromen nooit worden gerealiseerd."
"Wat dan?". Praleen vraagt door.
"Nou, ik wil bijvoorbeeld graag een wijs mens worden".
"Zeg niet nooit."


ton

Misschien kent u dat gevoel ook wel; in het buitenland durf je meer dan thuis. Zeker als je je goed en op je gemak voelt. Dus durf ik u drie brutale vragen te stellen.

1.
Gun uzelf 10 seconden. Overpeins een woord, een zin, of een anekdote uit het verhaal. Mag ook een minuut zijn.

2.
Misschien vond u het verhaal leuk. Ik hoop het. Misschien kent u iemand, die mij niet kent, waarvan u denkt dat die het ook een leuk verhaal is. Vertel hem dit verhaal. Of stuur het door. Maar alleen als u denkt dat hij het leuk vindt, anders niet. Vraag het hem eerst als u twijfelt. Het hoeft niet meteen.

3.
Misschien, heel misschien, sprak het verhaal u aan. Misschien, heel misschien vindt u het een euro waard. Zoals je een taxichauffeur of een serveerster een euro fooi geeft als hij u goed bediend heeft. Maak dan een euro over op rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt, anders niet.

5.11.06

Geen treinkaartje in Dusseldorf

Zaterdagmorgen 28 oktober 2006, ongeveer kwart voor tien
Bahnhof Dusseldorf-Flughafen


Bij het Reise Zentrum van de Deutsche Bahn op het station bij het vliegveld van Dusseldorf staat de reiziger met de rugzak en de Australische hoed te wachten op zijn beurt. Hij is de enige wachtende, die beurt kan niet lang meer duren.

Ruim twee uur geleden is Delta Airlines vlucht 24 uit Atlanta geland en heeft hem veilig uit Amerika terug naar Europa gebracht. Zestien dagen geleden was hij in omgekeerde richting van ditzelfde vliegveld vertrokken en toen al had hij het bewonderd. Werkelijk een prachtige luchthaven. Ruime overzichtelijke vertrekhal; daar omheen een Arkade, zeg maar winkelgalerij; tot in details afgewerkte meubels. Het is allemaal strak vorm gegeven: marmeren tegels, aluminium voor de tafels en stoelen, houten en leren accenten. Oke, je moet ervan houden, maar als het je smaak is, kan de schoonheid je niet ontgaan.

Haast had hij niet. Hij besloot nog even van deze schoonheid te genieten. Ingegeven door zijn lust het reisgenot nog een beetje te rekken. Aan zo'n aluminium tafeltje met houten blad in de open koffiehoek in de vertrekhal genoot hij van een espresootje en een broodje brie. De tijd genomen de brief aan een goede vriend af te schrijven, die hij zestien dagen geleden begonnen was. Op ieder vliegveld onderweg werd weer een stukje toegevoegd. Een luchthaven-feuilleton: Dusseldorf - Atlanta - Memphis - Phoenix - Los Angeles - La Guardia, New York - Ronald Reagan, Washington - weer Atlanta - en nu dus als sluitstuk Dusseldorf.

Als hij aan de beurt is, vraagt hij hoe laat de trein naar Nederland gaat. Waar hij precies heen wil?, vraagt de man achter de balie. Eindhoven. De man typt het in de computer in. "Der nachste zug geht um 9.51 von Gleis 4. Umsteigen in Dusseldorf Haubtbahnhof, auch Gleis 4. Das ist siebzehn euro vierzig". De rugzakman geeft hem twee tientjes. Op de klok is het tien voor tien. De man van de Deutsche Bahn geeft muntgeld terug en haalt een biljet van de printer. De reiziger neemt het wisselgeld en het A4-tje, "Tsjuss", en zonder zich echt te haasten rept hij zich naar spoor 4.

De trein heeft een beetje vertraging, maar vijf minuten later zit hij binnen, op weg naar Dusseldorf Hbf. Hij bestudeert het biljet. 'Grote kaartjes hebben ze hier in Duitsland', denkt hij bij zichzelf. 'Wel handig, gewoon DB-papier op A4-formaat uit een standaard-printer. Handig ook dat de overstapgegevens in Dusseldorf en Venlo erbij staan.' Even later helpt de conducteur hem uit die illusie. Het kaartje is geen kaartje, slechts een reisschema.

"Ja, maar hier heb ik 17,40 euro voor betaald", sputtert hij tegen in zijn beste Duits. De conducteur, hoe kan het ook anders, houdt voet bij stuk: "Dat kan wel zo zijn, maar toch is het geen geldig reisbewijs".
"Maar dit is het enige dat ik heb gekregen". Nederlandse eigenwijsheid.
"Toch is het alleen maar een reisschema", Duitse onverzettelijkheid. De conducteur legt hem uit wat hij al begrijpt: "U moet een kaartje kopen".
"Dus dan moet ik nog een keer 17,40 euro betalen?", met de nadruk op 'noch ein Mahl'. De vraag naar de bekende weg is meer een verkapt protest dan een echte vraag.
De conducteur gaat er niet op in. "Waar wilt u heen?"
"Naar Eindhoven"
"Dan moet u in Dusseldorf sowieso uitstappen, ook als ik u niet uit de trein zet. U kunt het beste daar naar het Reise Zentrum gaan. Anders krijgt u hetzelfde probleem met een van mijn Duitse of Nederlandse collega's".

Zo gezegd, iets langer gedaan. Bij het reise Zentrum in het grote station van Dusseldorf is het druk. Er staat een lange rij voor de vier geopende balies. Gelukkig is het met lange rijen net als met files: vroeg of laat sta je vooraan. Het mooie aan lange rijen op plekken waar je nog nooit eerder bent geweest is dat je dan mooi de tijd hebt te kijken hoe het eraan toegaat. Zo hoort de reiziger dat de medewerkers van de Deutsche Bahn sommige passagiers ook in het Engels te woord staan. Da's mooi; Engels ligt hem na twee maanden India en Amerika beter dan Duits.

Als hij aan de beurt is, vraagt hij of hij Engels kan spreken. 'Sicher, wie Sie wollen". De vriendelijke mevrouw aanhoort zijn verhaal. Ze kan wel even naar haar collega op het vliegveld bellen, zegt ze. Ze loopt naar achteren, een klein kantooortje. Door de ramen ziet hij haar telefoneren. Niet veel later is ze terug. Haar collega kan zich niets herinneren van een reiziger met een rugzak en een hoed en ook niet van een kaartje naar Eindhoven. En nee, ze kan hem niet zo'n kaartje geven. Niet zonder betaling althans, en dat was nu juist niet zijn plan.

Ze vraagt of hij haast heeft. Nee, dat heeft hij al lang niet meer. Ze raadt hem aan terug te gaan naar het vliegveld; dat is maar een kwartiertje. Aan de telefoon had haar collega geopperd in zijn middagpauze wel zijn kas te kunnen opmaken. Als het verhaal van de reiziger klopt, moet er dus een overschot zijn. "Stimmt", zegt hij, "van 17 euro 40".

Hij gaat terug. Onderweg draait hij zich de film nog eens terug, maar hij weet echt heel zeker alleen maar dat ene A4-tje te hebben gekregen, en hij weet echt heel zeker 17,40 te hebben betaald. Hij neemt zich voor zo gemoedelijk mogelijk zijn best te doen zonder betaling een kaartje naar Eindhoven te bekomen. Stiekum is hij ervan overtuigd dat de man zich hem wel herinnert als hij voor de balie verschijnt. Het menselijk geheugen heeft wel vaker iets tastbaars nodig om te worden opgefrist. Als het maar dezelfde man is, die hem een uur geleden heeft geholpen. Maar als het onverhoopt niet mocht lukken, dan betaalt hij maar voor een tweede keer 17,40. Lesgeld om een volgende keer accurater te zijn.

Gelukkig; het is nog dezelfde DB-er. Er staan acht wachtenden voor hem bij het Reise Zentrum op het vliegveld-station. Goede zaak; dan is er meer tijd voor het geheugen van de DB-medewerker, die hem vast in de rij ziet staan. Vijf van de acht blijken bij elkaar te horen, dat schiet op.

Hij is aan de beurt. Ach ja, de ticket naar Eindhoven. De man van de Deutsche Bahn herinnert het zich nog; daar had een collega van Haubtbahnhof zojuist over gebeld. Maar nee, hij kan zich de reiziger niet herinneren. En ook niet dat hij vanmorgen zo'n kaartje heeft verkocht. Heeft hij het niet onderweg verloren? De DB-er klinkt geergerd. Voor de reiziger de kans krijgt iets te zeggen, snipt de man: "Nah, dan zahl ich mich das aus eigen Tasche", en begint vinnig op het toetsenbord te tikken.

"Okay", antwoordt de reiziger, een beetje overdonderd. De geirriteerde voortvarendheid van de DB-medewerker brengt hem van zijn a propos en van zijn voornemen.

Even vinnig smijt de man een ticket op de balie. "Das zahl ich mich wohl aus eigene Tasche", herhaalt hij zijn goedgeefsheid.

De reiziger heeft zo zijn eigen gedachten bij die goedgeefsheid. Intuitief gelooft hij de baliemedewerker niet, maar hij krijgt zijn wantrouwen niet beredeneerd. Hij neemt het ticket van de balie en wil zich omdraaien om voor de tweede keer richting Eindhoven te gaan. Een paar seconden aarzelt hij. Dan draait hij terug, haalt een tientje uit zijn broekzak en geeft het aan de DB-er. "Let's split".


3 brutale vragen:

1.
Nog maar net terug in eigen land, en dan al reisstress.

2.
Misschien wilt u dit verhaal wel met een ander delen. Als dat zo is, stuur of vertel het dan door aan iemand anders.

3.
Misschien, heel misschien vindt u dit Deutsche Bahn-avontuur van de Nederlandse reiziger wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.


Groet, ton.