De Luister-en-Vertel-Tournee

17.10.12

Brief aan jarige vriend over kinderachtige hulp in Boekhandel Oisterwijk


Zaterdag 13 oktober 2012
Boekhandel Oisterwijk, Oisterwijk

Hoi Bert,

Wat doe je als een goede vriend 50 wordt en een feest geeft?
Wat doe je als twee meisjes juniorverkoper in de Boekhandel zijn?
Hoe kan ik je helpen?

Als een goede vriend jarig is, 50 wordt, en een feest geeft, dan ga je op zoek naar een leuk cadeau. In mijn geval betekent dat een gang naar Boekhandel Oisterwijk. Kan ik mooi in de koffiekamer ook wat schrijven. Ben vandaag aan nog maar 1 brief begonnen, en volgens de Argentijnse formule 3-2-1-100 moeten er vandaag dus nog twee bijkomen.

Dus loop ik de loopplank over de drietreedse trap naar de ingang van de boekhandel op. Het is er zaterdags druk. Ik slenter langzaam naar achter, hopend op een ingeving voor een leuk en toepasselijk cadeau door al het moois dat ik onderweg tegenkom. Richting het koffieapparaat. Als ik daar de hoek omdraai, word ik aangesproken door twee meisjes: "Kan ik u helpen?"

Een beetje schrik ik ervan. De aplomb van de meisjes brengt me even van mijn stuk. Even maar, hoor. Van twee lagere schoolmeisjes valt niets te vrezen. "Nee, dank jullie wel. Ik kijk even rond."

De twee meisjes staan bij een geimproviseerde toonbank bij de kinderboekenhoek. Met zo'n ouderwetse kassa. Op hun borst allebei een kledingsticker. 'Juniorverkoper'.

"Hoe heten jullie?" vraag ik hen.
"Lotta," zegt de een.
"Anne," de andere.
"En wat doen jullie hier?"
"Wij helpen in de boekhandel."
Nog maar net terug uit Argentinie ben ik nog niet helemaal geland. Ben nog niet helemaal in Nederland geaard. Maar er daagt me wel een licht: "O, wacht eens. Vanwege de Kinderboekenweek?"
"Ja," antwoorden ze allebei tegelijk.
"En hebben jullie al veel mensen kunnen helpen?"
"Ja, best wel. Maar we hebben nog niets verkocht."
Hoorbaar spijtig.
"En op welke school zitten jullie?"
"In Haghorst."
"In Haghorst?" Verbaasd, wat doen meisjes uit dat 1000 zielen tellende dorp in een boekhandel in Oisterwijk?
"Ja."
"En wonen jullie ook in Haghorst?" Domme vraag natuurlijk: waarom zouden kinderen, die niet in Haghorst wonen, in Haghorst naar school gaan?
De meisjes antwoorden dan ook in koor bevestigend: "Ja."
"Okay. Nou, veel plezier vandaag met helpen en veel succes met verkopen."

Ik neem een espresso uit het koffieapparaat en ga aan een tafeltje in de hoek bij het raam zitten. Zie hoe Lotta en Anne ook andere bezoekers even plompverloren hun hulp aanbieden. Realiseer me dan dat ze me misschien toch helpen kunnen.

"Zeg. Misschien kunnen jullie me toch helpen."
"Nou. Zegt u het maar."
"Een goede vriend van me wordt morgen 50 en hij geeft een feest. Ik heb al een cadeautje voor hem uit Londen, maar dat vind ik eigenlijk niet zo leuk om te geven. Weten jullie iets? In deze boekhandel kun je meer dan alleen boeken kopen, toch?"
De meisjes aarzelen. Tja, van kinderboeken weten ze alles, maar zo'n grotemensenvraag, dat is andere koek. Ik probeer ze een beetje te helpen.
"Jullie hebben vast een vader?"
"Ja."
"En als die jarig is, dan geef je die vast een cadeautje?"
Dat beamen Lotta en Anne ook. En nu ik het idee van een cadeautje voor hun vader in hun hoofd geplant heb, en daarmee mijn abstracte hulpvraag een stukje dichter bij hun eigen belevingswereld is gekomen, is de vervolgvraag niet meer dan logisch: "Wat zou je je vader cadeau geven voor zijn verjaardag?"

Kijk, nu weten de meisjes wel raad. Een van de twee, ben vergeten of het Lotta of Anne is, zegt: "Mijn vader houdt heel erg van zelf koken en hij houdt ook van auto's. Dus ik vind dit wel grappig om te geven." En ze wijst naar een kaasrasp in de vorm van een antieke auto, die tussen de kookboeken staat. "Nou, dat komt goed uit. Die vriend van mij vindt het ook leuk om te koken, en hij heeft best wel wat auto's, want hij is een taxibaas en hij vindt oude auto's ook erg leuk. Dus ik vind die kaasrasp een goed idee van jullie."

Vriendelijke groet, ton.

8.10.12

Brief aan Nepalganger over Chinezen en Joden in Argentinie en Robbie Rensenbrink

Brief aan Nepalganger


Zaterdag 6 oktober 2012,
dag 39 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Cafe Sorti, Tres Arroyos.

Dag Paul,

Hoe internationaal is humor?
Wat was er gebeurd als Rensenbrink niet op de paal had geschoten, maar in de goal?
Welke Alchemist schreef Schopenhauer in Oisterwijk, het allermooiste dorp van de hele wereld?

Op Ezeiza Aeropuerto, het internationale vliegveld van Buenos Aires, komen een Chinees meisje uit San Francisco en een Joodse jongen uit New York elkaar tegen. Ze zijn allebei voor het eerst in Argentinie. Spreken allebei alleen Engels en hun eigen taal. Chinees en Hebreeuws. Geen Spaans dus. Ze zijn allebei op de bonnefooi op een spirituele queeste door Latijns Amerika. Dat andere Amerika.

Voor ik verder ga eerst dit. Wat kan koffie toch fantastisch zijn!

...

Het Chinese meisje en de Joodse jongen weten allebei niet zo goed wat te doen. Hier staan ze dan. Voor het eerst buiten de States, in een vreemd land, in een vreemde stad, met een vreemde taal. De een ziet de ander twijfelen, de ander de een, ze spreken elkaar aan en besluiten eerst een Coke bij de McDonald's op het vliegveld te gaan drinken en dan samen een plan te trekken.

Zo geschiedt. Op een gegeven moment krijgen ze woorden over hoe het toch komt dat Chinezen en Joden zo'n hekel aan elkaar hebben.

"Ja," vraagt het Chinese meisje aan de Joodse jongen. "Hoe komt het dat jullie Joden zo'n hekel aan ons Chinezen hebben?"
"Nou, simpel," antwoordt de Joodse jongen meteen. "Vanwege Pearl Harbour natuurlijk."

Even is het meisje stil, peinst ze. "Ja maar," stamelt ze dan. "But, but, that wasn't us. That was the Japanese!"
Zegt de Joodse jongen: "Japanese, Chinese, Vietnamese. All the same!"

En hij wedervraagt haar waarom de Chinezen zo'n hekel aan Joden hebben.

"Zeg, maar waarom hebben jullie Chinezen zo'n hekel aan ons, Joden?"
"Ja, simpel," antwoordt het Chinese meisje meteen. "Vanwege de Titanic natuurlijk!"

Nu is de Joodse jongen even peinzend stil. "But, but, that wasn't us. That was an iceberg!"
"Well. Iceberg, Goldberg, Steinberg. All the same!"

Als Rensenbrink had gescoord in plaats van op de paal geschoten, dan was hij topscoorder van het WK Voetbal 1978 geworden, dat hier in Argentinie is gespeeld. Tot aan de finale had hij al vijf doelpunten gemaakt, het zou zijn zesde geworden zijn. Mario Kempes, de Argentijnse spits en de enige Argentijn die in Europa speelde, had in die finale de 1-0 gemaakt, en was daarmee ook op 5 gekomen. Dat schot op de paal was in de 46ste minuut van de tweede helft bij een stand van 1-1. De wedstrijd zou dan zo goed als afgelopen zijn geweest, al weet je natuurlijk nooit wat er in een paar seconden gebeuren kan. De paal heeft dus voorkomen dat Robbie Rensenbrink WK-topscoorder werd en heeft er zodoende voor gezorgd dat hij niet in het rijtje Fontaine - Garrincha - Muller - Lato - Rossi - Schillaci - Stoitsjkov - Ronaldo - Sneijder komt te staan, om er maar een paar te noemen die wel op een WK Voetbal topscoorder geworden zijn. In zijn plaats staat daar nu Mario Kempes, want door de misser van Rensenbrink bleef het 1-1, werd er verlengd, en in de verlenging scoorde Kempes wel, waarmee hij met 6 doelpunten topscoorder van het tournooi werd. En dat allemaal door een schot op de paal in plaats van in het net!
...
Vriendelijke groet, ton.

5.10.12

Brief aan oud-Tweede Kamerlid vanaf busstation van Tucuman


Brief aan oud-Tweede Kamerlid


Dinsdag 31 juli 2012
Boekhandel Oisterwijk, Oisterwijk


Dag Boris,

Hoe professioneel is het ambacht van parlementarier?
Waar in Argentinie ligt Oisterwijk?
Welke moraliteit begrenst vrijheid?

...

Is het in onze moderne democratie mogelijk als vrijwilliger parlementarier te zijn?
Met overwegend passie als drijfveer?
Voortgestuwd door idealisme?

Of is het een professie geworden?
Een beroep, inclusief carriereplanning?
Een ambacht zoals pottenbakker?


*   *   *


Vrijdag 28 september 2012,
dag 31 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Terminal de Omnibus, Tucuman,
wachtend op de bus naar Buenos Aires.

...

Inmiddels ben je parlementarier-af. Precies twee weken voor de Tweede Kamer-verkiezingen vloog ik naar Buenos Aires om zes weken door Argentinie en Uruguay te reizen. Op de bonnefooi: ik ga waar de wind me heen blaast. 12 september heb ik hier via internet gevolgd. Op tv en in de kranten heb ik er niets van vernomen.

Gisteren, nog in het superrelaxte Salta, twee boeiende discussies mogen hebben. Eerst 's morgens in Cafe Van Gogh aan de Plaza 9 de Julio in het oude stadshart met Michael, een Australische medereiziger die ik in het hostel trof waar ik een week verbleef.

Ging over religie en reincarnatie, over de vrijheid van meningsuiting en Mein Kampf, over de broers Vincent en Theo van Gogh en die andere Theo van Gogh, over een Amerikaanse anti-islamfilm en rellen in Sydney, over de speech van Obama voor de VN-jaarvergadering, over de president van Europa en de rol van Europa in de wereld, over wijsheid en ambitie.

En later die dag bij het uitchecken uit Hostel 7 Duendes met Ernesto, een van de vier partners van het hostel.

Op de in Argentinie alomaanwezige televisie is Christina Kirchner te zien, die de VN-jaarvergadering toespreekt.
"That's our dear presidenta," zegt Ernesto. De intonatie verraadt dat hij Christina helemaal niet zo 'dear' vindt.
"You don't like her?" vraag ik toch maar.
"No. I think she is stupid."
"Then how did she become president?"
"Because of her husband, Nestor Kirchner. A pity he died."
"But wasn't she elected herself at the last elections?"
"Yes."
"Then why did people vote for her?"
"Because she gave away money to people, so they don't have to work for it. That's what politicians in a democracy do to get elected."
De toon is gezet. Het is maar goed dat ik Ernesto al een week meemaak en deze toonzetting van hem kan relativeren.

Cynisme is van alle tijden, van alle plaatsen en, ik vrees, van alle mensen.

Zou ik je mogen ontmoeten? Het liefst nodig ik je uit voor een espresso of een cappuccino in de koffiekamer van Boekhandel Oisterwijk, de allergezelligste boekenwinkel van heel Nederland in het allermooiste dorp van de hele wereld. Maar als Brabant je te ver is, kom ik evenzo graag jouw kant uit, hoor. Op de schaal van Tucuman naar Buenos Aires is niets in Nederland ver weg.

Groet, ton.

Brief aan Twentse vriend over schande en kakavisie in Tres Arroyos


Brief aan Tukker

Hoeveel impulsen kan de reiziger verwerken?
Hoeveel vrienden kan hij handelen?
Hoeveel schande verdragen?


Vrijdag 5 oktober 2012,
dag 38 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Cafe Sorti, Tres Arroyos.

Hey Ronald,

...

Zes televisies hangen er verspreid over dit cafe op de hoek van Avenida Colon en Avenida 9 de Julio in dit onbeduidende stadje 500 kilometer zuidelijk van Buenos Aires aan de muur.

Zes!

En op alle zes verschillende kanalen. Geluid uit, dus de kakafonie blijft gelukkig beperkt tot beeld. Kakavisie zou je kunnen zeggen.

Welk geluid klinkt dan wel in dit prachtige cafe? Covers van oude en minder oude klassiekers uit de westerse, dus vooral Engelse en Amerikaanse popmuziek. Guess what? Venus van Shocking Blue komt voorbij, maar dan niet van Shocking Blue. Ook gecoverd, niet het origineel. Zou Robbie van Leeuwen hier ook roalty's voor ontvangen? Las laatst trouwens ergens dat Venus ook niet helemaal origineel van hem is. Schijnt dat hij dat deuntje ook weer ergens gehoord had. Tjonge, waar blijven we als Hollanders als zelfs een van de grootste internationale hits uit de Nederpopgeschiedenis gejat blijkt...?

Aan de andere kant: wie zal zeggen wat origineel is en wat plagiaat? En wat als plagiaat gewoon lekkerder klinkt?

Op twee van de overdaad aan televisie is sport te zien. Naast Fox Sport is ook ESPN serieus aanwezig in Argentinie. De goals uit de Europa League komen voorbij.

Ik zit te ver om het goed te kunnen zien. Vooral de letters kosten me net iets teveel moeite. En de schermen met de sportzenders op hangen allebei achter de bar; geregeld lopen er mensen voorlangs me het zicht te belemmeren. Zo komt het dat ik Twente te zien krijg zonder de Tukkers te zien. Van de wedstrijd krijg ik niets mee, en als mijn ogen me niet bedriegen staat Twente nu derde in de poule.

PSV zie ik ook in een flits. Dat wil zeggen: een speler die zojuist gescoord heeft. Duidelijk herkenbaar aan de rood-wit verticaal gestreepte shirts en de zwarte broek. O ja, en aan de zwarte letters van de shirtsponsor op het shirt natuurlijk, mocht ik nog twijfelen om welke club het gaat.De Eindhovenaren hebben dus tenminste eenmaal gescoord. Raar, maar het doet me goed dat te zien. Word er nog vrolijker van dan ik al was.

PSV en Philips helpen me vaak om hier in Argentinie duidelijk te maken dat ik wel uit Nederland kom, maar niet uit Amsterdam. Oisterwijk komt niet over, dat snap je. Kan net zo goed Oldenzaal zeggen. En dat hele verhaal dat ik nergens woon, ook in eigen land een reiziger ben, is me in het Spaans te ingewikkeld. Eindhoven, PSV of Philips kennen ze hier wel. Dat ligt met Enschede, Twente of Grolsch toch wel even anders.

Verder is Nederlands voetbal in Argentinie vooral La Machina Naranja of Ajax, hoor. Afgelopen woensdag, nog in Buenos Aires onderweg naar Cafe Van Koning, zag ik de Amsterdammers van Real Madrid verliezen. Dat wil zeggen: in een Subway in Avenida Callao zag ik Christiano Ronaldo 3-1 en 4-1 maken, en toen hield ik het maar voor gezien. Ben geen Ajax-fan, maar wel Nederlands genoeg om toch liever goals van Ajax te zien. Tom zal wel ziek zijn, die is echt voor Ajax. Pleister op zijn wonde is dat Ronaldo zijn held is. Liep nog voor de wedstrijd afgelopen was verder naar dat Nederlandse cafe in Palermo, een wijk in Bs As.

Realiseer me nu trouwens wat ik opchrijf.

In een Subway!

Hier ben ik dan, helemaal aan de andere kant van de wereld. En dan ga ik een broodje eten in een broodjeszaak, die evenzo goed in Sydney, Mumbai, New York of zelfs Tilburg had kunnen zijn! Werkelijk overal precies hetzelfde. Zelfs de geur is krek eender. Er zijn in dit land, en zeker in deze stad parillas (steakhouses), panaderias (broodjeszaken) en cafe's (koffiehuizen) te over, en dan verlaag ik me tot een sub in een vestiging van een Amerikaanse fastfoodketen.

Wat je noemt een schande.

Groet, ton.

3.10.12

Brief aan steradvocaat over boeken en meer vanuit cafe in Buenos Aires

Brief aan advocaat


Woensdag 18 juli 2012,
Boekhandel Oisterwijk, Oisterwijk.

Goededag meneer Bram Mosckowicz, beste Abraham,

Hoe gewichtig is in ons rechtssysteem waarheidsvinding nog?
Wat is de juridische consequentie van een sportief verliezer?
Waar in Brabant staat het New Yorkse standbeeld van de Joodse Gandhi?

Boekhandel Oisterwijk in Oisterwijk is de allergezelligste boekenwinkel van heel Nederland in het allermooiste dorp van de hele wereld. Evident is dat niet waar, maar soms is de waarheid niet ter zake doende. Soms gaat het alleen maar om winnen.

Op een zonnige vrijdagvakantiemiddag niet zo heel lang geleden loop ik deze boekenwinkel in het voormalig Koninklijk Postkantoor binnen. Doel: voor Astrid een boekje kopen met babynamen. Niet voor Astrid zelf. Voor een vriendin van haar. Zelf heeft ze even geen tijd.
"Jij komt toch wel eens in die boekhandel?"
"Vaak."
"Hebben ze er ook boekjes met meisjesnamen?"
"Vast."
"Kun je er eentje voor me meenemen?"
"Zeker."
"Dat kan toch ook op internet?" Bert loopt binnen.
"We moeten de boekhandel toch een beetje sponsoren," verdedigt Astrid haar keuze.

En zo komt het dus dat ik op een mooie vrijdagmiddag de oploopplank over de drie treden naar de toegang tot Boekhandel Oisterwijk oploop, de boekenwinkel binnen.

Het gevraagde boek heb ik zo gevonden. Henk wijst me de weg. Verslaafd als ik ben kan ik niet laten rond te neuzen. Een uurtje tijd voor een espresso in de koffiekamer heb ik niet. Een paar minuten om door boeken te bladeren wel. Neem ook uw boek in handen. Om niet met argumenten te onderbouwen redenen is 18,50 me te veel om het te kopen. Toch reken ik even later naast het boekje met de babymeisjesnamen voor Astrids vriendin ook 19,90 af voor 'VSV' van de Leon de Winter. De schildering op de voorkaft heeft me aangetrokken. So much voor donĀ“t judge a book by the cover...

Een man met een hoed, alleen aan een ronde tafel. In een cafe? Fles en glas bij de hand. Een tumbler. Whiskey? Een radiator in de hoek. Schaal met fruit op de vensterbank. Een groot zwart gat, het raam naar de buitenwereld. Ronde vaagwitte vlekken, die in de verte omhoog weglopen de kaft af. Straatlantaarns? Rinchtingwijzers naar de hemel? Stairway to Heaven?
Verstandelijk gezien is het een domme aankoop. Die twintig euro kan ik me eigenlijk niet veroorloven.
...

* * *

Zondag 30 september 2012,
dag 33 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie,
Cafe Ronas, Avenida de Mayo, Buenos Aires.

Ruim twee maanden later. Een ander boek in mijn rugzak. 'De Aleph' van Jorge Luis Borges. Een bundel van verhalen van deze Argentijnse schrijver. In het Nederlands, gekocht bij Boekhandel Oisterwijk natuurlijk. Ik heb ook een Spaanstalig boekje van hem bij me, met deels dezelfde verhalen. De Nederlandse versie is al ondoorgrondelijk bizar en absurd. Aan de Spaanse waag ik me zelden.

Zou ik u mogen ontmoeten? Het liefst nodig ik u uit voor een espresso of een cappuccino in de koffiekamer van Boekhandel Oisterwijk, de allergezelligste boekenwinkel van heel Nederland in het allermooiste dorp van de hele wereld. Maar als Brabant u een wereldreis te ver is, kom ik graag uw kant uit. Op de schaal van Buenos Aires naar Oisterwijk kan niets in Nederland ver weg zijn.

Met vriendelijke groet, ton.


Ps1:

Op een mooie zonnige dag komt Bram Mosckowicz bij Petrus aan de Hemelpoort. Het kost hem een beetje moeite, maar zijn vakbekwaamheid als advocaat helpt hem geduldig naar de lange, saaie, vormelijke introductie van Petrus te luisteren. Ergens is hij ook wel gesteld op dit soort vormelijkheden en formaliteiten, alleen: kan het alsjeblieft allemaal niet een beetje vlotter?

Als Petrus klaar is begint Bram met zijn verweer. Juridisch doorwrocht komt het erop neer dat er een vergissing in het spel moet zijn, dat hij nog niet dood zijn kan, dat het zijn tijd niet zijn kan, dat hij nog zoveel te doen heeft, dat hij nog een heel leven voor hem heeft. En bovendien dat hij Joods is, dat de katholieke Petrus dus niet bevoegd is, dat hij de jurisdictie van deze Hemel niet kan erkennen. Kortom: het kan niet kloppen. "Stuur me maar weer terug."

Petrus neemt het Grote Boek erbij en bladert naar de naam van Bram. Die vindt hij uiteindelijk bij de A van Abraham, merkwaardigerwijs bijna meteen onder de gehighlighte naam van Abraham Lincoln. Met zijn vinger glijdt Petrus langzaam over de regels. Te lange leste vindt hij wat hij zoekt: "Ja. Hier staat het. Het klopt. Vandaag is uw grote dag. Vandaag is uw Hemelvaart. U heeft geluk: u bent wel degelijk aan de beurt. En de Hemel is van iedereen en voor iedereen hetzelfde. Niemand uitgezonderd."

Zoals het een goed advocaat betaamt vraagt Bram om inzage in de bewijsstukken. Niet zonder tegenzin en toch welwillend overhandigt Petrus hem het Grote Boek. In zijn eeuwigheiddurende carriere als Hemelpoortwachter heeft hij al wel lastigere types meegemaakt en in zijn bijna-goddelijke vooruitziendheid weet hij nu al dat hem nog veel te wachten staat.

Bram bestudeert de Heilige Pagina's. Zonder problemen weerstaat hij de verleiding door te bladeren naar de lemma's van clienten, familie en vrienden. Geconcentreerd vindt hij al snel wat hij zoekt. Verheugd richt hij zich tot Petrus: "Ja, er is een vergissing gemaakt. Kijk maar, hier." Met zijn vinger toont hij Petrus een passage. "Er staat hier dat ik vandaag 81 jaar oud ben, maar dat klopt helemaal niet. Ik ben uit 1960, dus pas 52. Ergens heeft iemand een vergissing gemaakt en me te vroeg laten hemelen. U moet me terug sturen."

Petrus neemt het Grote Boek weer terug en leest voor zichzelf de bevestiging van wat Bram zojuist vertelde. Hij bladert Brams lemma ten einde, bladert door naar een noot achterin het Grote Boek. Bedachtzaam laat hij tot zich doordringen wat hij er leest.

"Ik zie het al. Nou, het klopt hoor. De engelen hebben de uren, die u bij uw clienten in rekening heeft gebracht, bij elkaar opgeteld en volgens die optelsom moet u minstens 81 zijn. De zwarte uren zijn nog niet eens meegeteld."

Ps2:

Ridiculisering is de beloning voor roem en faam. Mocht ik u met bovenstaande grap, die u vast en zeker al eens eerder gehoord heeft, gegriefd hebben, dan spijt me dat. Niet omdat ik u daarmee beledigd zou hebben, maar omdat u in dat geval kennelijk onvoldoende relativeringsvermogen heeft de humor ervan in te zien. Bedrijfsblindheid is dan de prijs die u betaalt voor uw uitmuntendheid in uw vak. Hoe beter de jurist hoe moeilijker het wordt in te zien dat de wereld buiten de juridische werkelijkheid groter en echter is.

2.10.12

Brief aan broer over panda's en panters in Iguazu

Wat vooraf ging:

Eindhoven, een paar dagen voor De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay van start gaat.
"Zeg broer?"
"Ja, broertje."
"Als jij nou een van die 126 ongelukkigen bent, die de pech hebben van mij een brief uit Argentinie of Uruguay te moeten krijgen, en het kost je wel een half uur van je dure tijd, wat vind je dan nog leuk om te lezen?"
"Oh, dat is gemakkelijk. Hoe komt het dat de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is?"


Brief aan broer

Lieve broer,

Mooi vraag heb je me als richtinggever meegeven, zeg! Borges had het niet absurder gekund! Hoe deze queeste nu aan te vangen? Waar een afdoende antwoord te vinden? Wat kan hiervan het resultaat zijn? Mijn plan is om naar de Iguazu Falls te gaan en het daar in de jungle gewoon aan een panter te vragen. Dat dier lijkt me nog het meest op een panda. Als ik al niet een antwoord krijg, levert het me in ieder geval een Indiana Jones avontuur op. Ook de moeite van het lezen waard, toch?

...

Donderdag 20 september 2012
dag 23 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay
Cafe Van Gogh, Salta.

Het is alweer een paar dagen later, ik ben weer verder gegaan op deze Argentijnse omzwerving en inmiddels in Salta aanbeland. Een superrelaxt stadje in het noordwesten van Argentinie. Vlakbij het Andes gebergte. In het midden een prachtig plein, en een cafe dat Cafe Van Gogh heet. Aan de muur wel 20 schilerijen van Vincent. Posters natuurlijk, de originelen hangen elders. En bijna was ik die buitengewone ontmoeting in het regenwoud van Iguazu vergeten. Bagheera heette hij.

In het Parque Nacional Iguazu zijn de meeste trails keurig aangelegde, goed begaanbare paden. Tot aan de watervallen toe kunnen zelfs mensen die moeilijk ter been zijn via een stelsel van geplaveide voetpaden en ijzeren steigers van heel dichtbij het naar beneden stortende water bewonderen. En dat gebeurt dan ook. Een stoet van dagjestoeristen, een enkeling in een rolstoel, trekt over de paden en lanen door het oerwoud richting de spectaculairste van de 275 watervallen. En over dezelfde paden en lanen weer terug naar de bus. Echt heel erg avontuurlijk is dit avontuur niet. Heel wat anders dan Indiana Jones. En toch vermakelijk de moeite waard.

Het park heeft ook nog enkele minder goed toegankelijke trails. Een daarvan leidt na 4,5 kilometer naar een waterval. Veel minder spectaculair dan de grote watervallen. Het pad is dan ook zo goed als verlaten. Slechts een handvol opvallende vogels tref ik er, een stuk of drie van die Zuid-Amerikaanse zwijntjes, en coati's, die kom je overal tegen. En Bagheera dus.

Niet meteen, hoor. De eerste die ik tegenkom is een grijsbruine vogel met een opvallend rode borst. Goed te zien doordat hij op een tak zit die voor me boven de trail hangt. Met een schuin kopje ziet het roodborstje me naderen. Het is niet een roodborstje zoals bij ons natuurlijk. Ik weet niet beter dan dat de roodborstjes bij ons geen trekvogels zijn, dat ze samen met de koolmeesjes en de spreeuwen en de mussen overwinteren. En als het toch trekvogels zijn, dan in ieder geval niet naar Zuid-Amerika vliegen. Misschien dat het familie is. Dat ergens in de evolutie van mens en dier leden van dezelfde familie op verschillende continentale platen verzeild geraakt zijn, toen met het schuiven der platen uit elkaar gedreven zijn, en vervolgens ieder van beiden zich afzonderlijk van elkaar ontwikkeld hebben tot wat ze nu zijn. Met behoud van de karakteristieke rode borst. Net zoals de panda en de panter ook ooit familie waren, maar nu al lang niet meer bij elkaar leven. Het is een vergezochte theorie misschien, maar het zou kunnen. In ieder geval is deze vogel flink wat groter dan ons roodborstje. Maat zeemeeuw.

Als ik bijna bij de tak ben, springt de vogel op het pad en begint voor me uit te hoppen, alsof het mij de weg wijzen wil. Overbodig natuurlijk: er is maar een weg: vooruit. Misschien wil het me aanmoedigen op de ingeslagen weg verder te gaan? Dat is dan minder overbodig.

Inmiddels ben ik al een tijdje op dit pad onderweg. Het is warm, Iguazu is tropisch regenwoud, en ik zweet al behoorlijk. Voor mijn gevoel heb ik al veel meer dan 4,5 kilometer afgelegd, ben ik al uren aan het wandelen. Het begint zelfs al te duisteren, dit park sluit om 6 uur. Of zou het donkeren de voorbode van een regenbui zijn? Gisteren rond deze tijd verdween de zon ook al voor zonsondergang achter hevige tropische regenwolken. Zal ik maar terug gaan?

Voor me uit hoppend tjilpt Roodborst me toe door te lopen op dit pad: "Je bent op de goede weg!"
Hoor ik dat goed? Snavelt deze Argentijnse vogel Nederlands?
"Ja, je hoort het goed!"
Wat krijgen we nu? Kan deze Roodborst ook al gedachten lezen?

De nieuwsgierigheid is sterk genoeg om me vooruit te helpen. Weg is dat spoortje van twijfel van daarnet. Wat een vreemde vogel al niet vermag!

Roodborst leidt me naar een open plaats aan het eind van het pad. Het blijkt de lagune te zijn waar de waterval op uitkomt. Eenmaal uit het oerwoud, in het zonlicht, de regenbui is overgewaaid, hoor ik het water op de rotsen kletteren en in een smalle stroom de jungle in stromen. Ik ga op een rots aan de lagune zitten, doe schoenen en sokken uit en laat mijn vermoeide voeten in het verkwikkende water zakken. Geweldig!

"Vind je?" Roodborst hiphopt op de rots naast me. Dus toch! Het was geen inbeelding van me. Nederlands! Met een schuin koppie bekijkt hij me. Glimlachend, alsof hij zich amuseert om mijn verbazing. "Had je niet gedacht, he?"

Nou, ik weet niet zo goed meer wie er hier nu wat denkt. En ik weet al helemaal niet meer wat waar van te denken.

"Kan ik je misschien ergens mee van dienst zijn?" vraagt Roodborst me.
Nou, denk ik bij mezelf, bij gebrek aan panters kan een roodborstje me mischien wel uitleggen hoe het komt dat de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is. "Nou je het vraagt," begin ik de vraag van Roodborst te beantwoorden, "Kun je me misschien vertellen hoe het komt dat de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is?"
"En waarom wil je dat weten?"
"Die vraag heeft mijn broer me als richtinggever meegegeven."

Stil houdt Roodborst zijn kopje schuin. Nu is het zijn beurt verbaasd te zijn.

Dus leg ik hem uit wat ik hier doe. Dat ik een reiziger en een schrijver ben, van beroep paviljardair, dat ik bezig ben met De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay, dat ik van tevoren aan tientallen mensen richtinggevers gevraagd heb voor de brieven die ik tijdens die Tournee driemaal daags schrijf, dat die richtinggevers varieren van sport tot natuur, van politiek tot cultuur, van eten tot vervoer, dat sommige van die richtinggevers heel vaag zijn en sommige juist heel precies, dat een van die precieze van mijn broer is. Een vraag van Borgesiaanse allure, zo scherp.
"Hoe komt het dat de panda niet naar Zuid-Amerika is geemigreerd?"

"Oh," zegt Roodborst. "Maar dan moet je bij Bagheera zijn. Die is de oudste van het woud. Die weet het vast wel."
"En waar vind ik Bagheera?"
"Kom maar mee."

Handig hiphopt Roodborst over de rotsen naar de andere kant van de lagune. Iets minder handig klauter ik er achteraan. Aan de andere kant aangekomen blijkt daar, achter een haag van takken en struiken, een smal paadje. Duidelijk niet door mensen aangelegd. Met zijn meeuwehoogte hopt Roodborst probleemloos onder de laaghangende boomtakken door. Gebukt gaat dat mij iets minder gemakkelijk af.

Na een half uur komen we weer bij een open ruimte. Een grasveldje dit keer. Aan de rand ligt majesteitelijk een zwarte panter. Bij gebrek aan leeuwen is de panter de koning van het woud. Hij ligt gewoon te liggen, druk bezig niets te doen.

Roodborst hopt zo eerbiedwaardig als hij kan naar de panter. Aan zijn snavel en velugels zie ik hem praten tegen de panter, en die gromt vriendelijk terug. Horen kan ik het wel, verstaan niet. Kennelijk praten dieren onderling geen Nederlands. De panter knikt goedkeurend, zie ik daar een glimlach? Roodborst wenkt me dichterbij te komen. Dat doe ik, hoed in de hand. De panter gaat staan.

Roodborst opent het woord: "Mag ik je voorstellen aan Bagheera. Ik heb hem van je quest verteld. Bagheera wil weten wat een paviljardair doet."
"Een paviljardair bouwt, verzamelt en onderhoudt paviljarden." Tegelijkertijd kijk ik zowel Roodborst als Bagheera aan.
"Wat is een paviljard?" Dezelfde vriendelijke grom als daarnet, alleen nu in het Nederlands en daardoor in mijn ogen nog vriendelijker. Zet me de hoed weer op, de zon schijnt nog fel.
"Een paviljard is een waargebeurd luchtkasteel."

Bagheera neemt even de tijd dit te verteren.

"En je wilde weten waarom de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is?"
"Ja."
"Hoe kom je daarbij?"

Ik vertel hem wat ik eerder Roodborst verteld heb. Wat ik hier doe. Dat ik een reiziger en een schrijver ben, van beroep paviljardair, dat ik bezig ben met De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay, dat ik van tevoren aan tientallen mensen richtinggevers gevraagd heb voor de brieven die ik tijdens die Tournee driemaal daags schrijf, dat die richtinggevers varieren van sport tot natuur, van politiek tot cultuur, van eten tot vervoer, dat sommige van die richtinggevers heel vaag zijn en sommige juist heel precies, dat een van die preciezen die van mijn broer is. Een vraag van Borgesiaanse allure, zo scherp.
"Hoe komt het dat de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is?"

"Ja, dat weet ik wel," zegt Bagheera. Glimlachend, waarom? "Dat heeft Roodborst me zojuist precies zo verteld. Maar dat bedoelde ik niet te vragen. Ik bedoel: hoe kom je erbij dat de panda niet naar Zuid-Amerika geemigreerd is?"

Nu is het mijn beurt tijd te nemen om dit te verteren.

"Is dat wel zo dan?"
"Het is de verkeerde vraag. De vraag is hoe het komt dat Zuid-Amerika niet in China is."


Vriendelijke groet, ton.