De Luister-en-Vertel-Tournee

30.8.07

Een kleinigheid in New York

Woensdag 29 augustus 2007, Dag 8 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
The Bean, New York

Frappant hoe ogenschijnlijk onbetekenende kleinigheden gemoed kunnen beinvloeden. Een stimulans kunnen zijn. Bruisend van energie en vol goede moed verlaat de kleine man met de hoed St Josep House. Hij loopt het korte stukje over 1st Street naar First Avenue. De frisse ochtendlucht bevordert het geloof in het stoute idee dat hem vanmorgen onder de douche te binnen schoot.

Elke dag gaat hij een kaart afgeven voor Donald Trump. Nu een aantal van zijn doelstellingen in New York zijn verwezenlijkt of in ieder geval in gang gezet is het tijd werk te maken van de moeilijkste; Donald Trump te spreken krijgen om hem een vraag te stellen. How do we build the beloved community? Het antwoord van de onroerend goed-tycoon van Manhattan, symbool voor de bovenkant van de Newyorkse society, wil hij verwerken in verhalen over dat onderwerp. Het is, niet toevallig, ook het thema van de Gandhi-King Conference, 26 en 27 oktober in Memphis. Inmiddels heeft hij antwoord gekregen dat zijn voorstel er een vertelling te geven niet in het programma is opgenomen. Dan nog is het vast nuttig zelf op zoek te gaan naar een antwoord op die vraag. Wie weet wat daar van komt.

Nou snapt hij ook wel dat een nobody als hij niet zomaar even bij Donald Trump kan aanbellen om even een kopje koffie te drinken. Zelfs niet als het een sterk bakkie espresso wordt. Maar dat doet er niet toe. Soms gaat het niet om het bereiken van het resultaat, maar is het streven ernaar al voldoende. 'Hoe dat nu aan te pakken?', beheerste onder de waterstralen zijn gedachten. A card a day, that should do it. Bij The Bean zijn creatieve kaarten te koop, weet hij. Dollar per stuk. Niet goedkoop, ansichtkaarten van New York zijn op sommige plaatsen 20 voor een dollar, weet hij ook, maar de investering is het hem wel waard. Probeert dan maar op andere kosten te besparen. Internetten voor 6 dollar per uur, daar valt vast op te bezuinigen.

Op de hoek van First Avenue en 1st Street slaat hij linksaf, richting het noorden. Uptown, zeggen Newyorkers. Lopend over First Avenue werkt hij de ingeving verder uit in details. Hoe langer hij met het idee speelt, hoe meer hij erin begint te geloven. Irrationeel zelfvertrouwen. De halve minuut, die hij erover doet om een blok te lopen, is rijkelijk gevuld met mogelijke en onmogelijke ideeen.

In de verte ziet hij Joe tegemoet komen. Die steekt 2nd Street over en ziet de man met de hoed nu ook. "Hi". He, dat is enthousiaster dan het monotone gemurmel dat hij van hem gewend is.
"Hi Joe. How are you?"
"I'm fine", toch weer de gelijkmatige stem, die hij kent van de 61-jarige man, die in St Joseph House het bed tegenover hem bewoont. "And you?"
"Couldn't be better", antwoordt hij. "Did you have a good sleep?"
"Could be better. You? Were the buggs bugging you? Nasty little creatures" Dezelfde gelijke hoogte, geen klemtoon, uitgesproken zonder pauze.
"No. I slept pretty well"

"I cleaned the dishes this morning", begint Joe te vertellen. "Roger always has a hard time cleaning up the dishes in the morning before making the soup." Het is het begin van een lange monotone monoloog. "Joe speaks to himself very often", hadden Paul en Jim hem al gewaarschuwd voor Joe's gewoonte. Spreken zonder luisteraar. Paul en Jim runnen beurtelings zo'n beetje St Joseph House. Echt runnen willen ze het niet noemen. Ze noemen zichzelf anarchisten. Georganiseerde anarchie.

The Bean, op de hoek van First Avenue en 3rd Street, is elke dag om 7 uur open. De man met de hoed begint er elke dag een avontuurlijke dag in New York. Zo ook vandaag. In het kaartenrek zoekt hij een kaart. In de serie 'New York City' kiest hij een foto van een verkeersbord. Een rode cirkel, met daarin een zwarte 'P', rode diagonaal er doorheen. Erboven staat iets in het Chinees. Onleesbaar voor hem. Onder het internationale symbool voor 'verboden te parkeren' staat de Engelse vertaling. Don't even THINK of parking here. De hoofdletters beklemtonen de serieuziteit van het verbod. Stoere jongen die het nu nog aandurft op die plaats zijn auto achter te laten.

Hij loopt naar de toonbank, bestelt een espresso en vraagt wat hij verschuldigd is. 2,50. Hij geeft twee dollars en drie kwartjes. De jongen met de morningshift neemt het aan, wil het in de kassalade stoppen, aarzelt, ontdekt dan dat het meer dan het verschuldigde is, wil de man met de hoed een kwartje terug geven. "You made a mistake, sir". No, it was no mistake". Even verschijnt een verbaasde blik op het gezicht van de jongen. "Oh, a tip", blij als een kind stopt hij het kwartje in de fooienpot. 's Morgens vallen niet alle kwartjes even snel.

De man met de hoed gaat op het terras, buiten op de stoep van First Avenue zitten. Het terras is niet meer dan vier kleine, ronde aluminium tafeltjes met stoeltjes van hetzelfde materiaal. Op de kaart noteert hij alvast datum en plaats, en de adressering: to Mister Donald Trump. Wat hij de man precies gaat schrijven, daar denkt hij nog even over na. Er schiet hem even niets te binnen. Nog tijd genoeg, Mister Trump zit er toch niet op te wachten. Hij begint een nieuwe brief, eentje aan twee Nederlandse politici, en als hij even geen productie-inspiratie meer heeft, leest hij wat in Louis Fischer's biografie van Gandhi. Dat helpt hem de boodschap voor Donald Trump te vinden. Eenvoudigweg rechttoe rechtaan vragen wat hij te vragen heeft. Dear Mister Trump, I have only one question to ask you: How do we build the Beloved Community? Sincerely your's, en dan in een snelle handbeweging onleesbaar zijn naam.

Een paar uur later zal hij deze kaart, gepaperclipped met een visitekaartje van De Luister-en-Vertel-Tournee in de Trumptower, 54 blokken uptown, aan een strak in het pak gestoken beveiligingsman achter de desk bij de lift naar de kantoren van Donald Trump geven. "I'll make sure it goes up", zal die zeggen, "but I can't promise you it'll be on his desk. I'll give it with someone who works for him". "That's ok. It's all I can ask of you. See you tomorrow", zal de man met de hoed hem antwoorden. Maar dat is nu nog toekomstige tijd. Wie weet wat er tussen komt. Voorlopig zit hij nog hier bij The Bean. Hij schrijft twee andere, goedkopere en toch meer belangrijke kaarten, en drinkt zijn espresso.



3 brutale vragen:

1.
Hoe zou u dat nou aanpakken? Zo'n mission impossible? Of zou u er niet eens aan beginnen? U gelooft alleen maar in acties die tot het beoogde resultaat leiden, niet in acties omwille van de actie?

2.
Misschien vindt u de dagelijkse routine van de man met de hoed wel leuk genoeg om het met iemand anders te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Denk wel eerst even na.

3.
Misschien, heel misschien is de onmogelijke ambitie van de man met de hoed u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet.



Vriendelijke groet, ton.

29.8.07

Een spelletje tennis in een park in New York

Maandag 27 augustus 2007, dag 6 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
Union Square, New York

Op een bankje in het park van Union Square zit een jongen. Hij droomt het weekeinde na. Geweldig leuk geweest. Staat even stil bij de positieve flow, waar hij nu al bijna een week in zit. Dat zou vandaag alleen maar sterker worden, maar dat kan hij nu nog niet weten.

Een jonge vrouw komt op hem af. Clipboard in de hand, een soort microfoontje voor haar mond, rondom haar middel zijn draden te zien. Ze lijkt op zoek. "Are you into tennis?"
"Yes". Nee zeggen is altijd al niet zijn sterkste eigenschap geweest.
Ze kijkt hem een beetje sceptisch aan, alsof ze hem niet gelooft: "Really?"
"Yes" herhaalt hij zijn bevestiging van zojuist. Helemaal waar is dat niet. Zal een paar jaar geleden zijn geweest dat hij voor het laatst een partijtje heeft getennist. En veel bakte hij er toen niet van. Maar onwaar is het ook niet.
Ze vraagt of ze hem mag interviewen voor CBS Sport. Hij vindt het best. Het is een uur of elf, en hij heeft hier pas om een uur een afspraak met Month. Ze vraagt hem mee te komen.

Of ze zelf ook 'into tennis' is? Nee, ze komt uit Brazilie, dus houdt ze van voetbal. Wat een toeval; hij gaat dit najaar naar Brazilie. Wie haar favoriete speler is? Kaka. Wat een toeval; hij heeft zijn zoon vorig jaar nog een AC Milan shirt van Kaka gegeven.

Ze brengt hem naar het camerateam. Een andere vrouw neemt hem van de Braziliaanse over en stelt een paar vragen. Wie hij is, waar hij vandaan komt, wat hij van tennis weet, dat soort dingen. En of zij hem een paar vragen over tennis mag stellen. De cameraman zoekt in het zonnige park een goede plaats. "Wat wil je dat ik doe?", vraagt hij de interviewster. "Zingen en dansen" zegt ze met een ondeugende blik. "Tuurlijk", en ze maken samen een paar danspassen. 'Ziet er vast potsierlijk uit', denkt hij. "Laten we een show beginnen", grapt zij. "Geloof niet dat CBS daar veel kijkers mee gaat halen".

Als de cameraman een goede plek heeft gevonden begint ze: "Weet je dat vandaag de US Open is begonnen?"
"Ja, hoe zou ik dat kunnen missen? Op iedere bus pocht Chase dat zij de geldautomaten voor het tournooi hebben geleverd"
"Wie is je favoriet?"
"Federer, maar dat is een beetje gemakkelijk. Hij is de beste speler van dit moment. Ben benieuwd hoe die Servische jongen het gaat doen"
Ze noemt zijn naam, maar het zegt hem niets. Weet alleen dat er een jonge Servische speler in opkomst is.
"En hoe zit het met de vrouwen?"
"Ja, hoe zit het met de vrouwen?" Flauw spelletje, een serieuze vraag gekscheren door te herhalen. De flauwigheid past wel in de lome sfeer van het park, en in de toon van het gesprek. De televisievrouw schiet in de lach. "Ik bedoel; heb je bij de vrouwen een favoriet?"
"Nee. Ik vond het wel leuk die twee Belgischen te volgen, maar die doen geloof ik niet mee". Mee dat hij het zegt bedenkt hij dat van Kim Clijsters tamelijk zeker te weten, maar van Justine Henin niet.
"Nu een serieuze vraag. Wat weet je van tennis?"
"Geen idee. Wat wil je weten?"
"Nou bijvoorbeeld over de puntentelling. De term voor 0 punten is love. Weet je waarom?"
"Nee, ik zou het niet weten" Hij weet dat hij het ooit heeft geweten, maar ook dat hij het vergeten is.
"Probeer eens", probeert ze hem te verleiden.
"Ik zou het niet weten", herhaalt hij de ontkenning. Hij heeft ook geen zin er een slag naar te slaan. Als je het niet weet, dan weet je het niet.
"Iets anders. 40-40 heet deuce. Waarom?"
Dat denkt hij vaag te weten. "Heeft geloof ik iets te maken met gelijkheid. Stamt tennis niet uit de 18de of 19de eeuw? In die tijd zal deuce in het Engels wel iets van 'gelijk' of 'hetzelfde' hebben betekent". Hij herinnert zich dat 'deuce' in het Frans 'egalite' is.
"Dat klopt", zegt ze.

Het interview is afgelopen.Ze bedankt hem. Een medewerker van CBS komt naar hem toe met een formulier. Dat had de Braziliaanse vantevoren al gezegd. En hij kent het van een Bananasplitervaring in Nederland, jaren geleden. Ongelezen zet hij een handtekening bij het kruisje. De medewerker vraagt hem ook naam en adres in te vullen. "Ik zal het je gemakkelijk maken", antwoordt de jongen en hij geeft hem een kaartje van De Luister-en-Vertel-Tournee. Wie weet wat daarvan komt.


3 brutale vragen:

1.
Een verklaring voor 'love', te vinden op internet, is dat het van het Franse woord voor ei, l'oef, komt. Een ei als symbool voor 0. Maar op datzelfde internet kunt ook verklaringen vinden, die aan het Engels ontleend zijn. 'Love' zou van de uitdrukking 'neither for love nor for money' komen, een plastische manier om 'niets' uit te drukken. Of van de uitdrukking 'to play for love', dat 'voor niets spelen' betekent. En 'deuce'? Dat zou van het ook Franse deux komen; bij 40-40 moet een speler twee achtereenvolgende punten maken om de game te winnen. Het is maar dat u het weet als u Justine Henin, die dus wel degelijk meedoet, in de finale ziet spelen.

2.
Misschien vindt u het interview met de jongen, die dus meer niet dan wel blijkt te weten, wel leuk genoeg om het met een ander te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Maar alleen als u het leuk genoeg vindt.

3.
Misschien, heel misschien is het vraaggesprek voor CBS u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet.



Vriendelijke groet, ton.

28.8.07

A sleepy sunday up the Hudson

Zondag 26 augustus 2007, Dag 5 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
Beacon, up the Hudson river from New York City

Als hij zijn scheerspullen pakt om te gaan douchen hoort hij buiten de hoorn van de Hudsonlijn. 'Zou die
trein al zo vroeg rijden? Op zondag?' Het is stil in het huis. Gistermiddag was hij met de Hudsonlijn
vanuit Grand Central Station midden in New York hierheen gekomen. Slingerend langs de rivier de Hudson
de stad uit. Mooi uitzicht over de rivier op de heuvels aan de overkant. Hij kan zijn nieuwsgierigheid niet bedwingen, hoe laat zou het zijn? 7.23 ziet hij op zijn telefoon.

De enige badkamer in het buitenhuis is bezet. Hij wacht even op de gang. Ziet nu pas dat daar iemand
ligt te slapen. Duurt niet lang of de deur gaat open. Dina komt naar buiten.
"Oh hi" Lijkt wel of zij net zo verrast is hem te zien als hij haar.
"Hi. Did you have a good sleep?"
"Yes, You?"
"Yes, I slept very well"
"I go have some more rest"
"Ok. See you later. I'll have a shower"
"There's beer in the bathroom"
"In the shower too?"
"Yes"
"Well, we'll see"
Dina stapt over de slaper heen, naar de kamer beneden toe.

In de badkuip, gevuld met een laagje water, ziet hij nog flesjes Stella Artois. Niet alles is gisteravond
opgegaan. Dina is nog niet helemaal wakker, denkt hij; de douche is leeg. Leek hem ook al een rare plek om bier koud te houden. Het lekker warme water maakt hem nog wakkerder dan hij al was. Onder het scheren van hoofd en kin bedenkt hij wie hij zijn dagelijkse brief gaat schrijven.

Plotseling schiet hem te binnen dat zijn zus 2 september heeft geplukt en dat hij de aantekeningen
daarover vergeten is mee te nemen. Had iets te doen met een film waarvan ze eerst de naam niet meer wist. Alleen dat het een lange titel was. 'While you were sleeping' bleek het te zijn. Niet echt een lange
titel. Een goed idee om nu al aan die brief te beginnen, bedenkt hij terwijl het water de resterende scheerzeep van zijn hoofd spoelt, ook al is het nog niet 2 september.

Door heel het huis liggen mensen te slapen. Op het grote bed in de grote slaapkamer, waar hij zelf op de
grond heeft geslapen, liggen Colleen en een jongen waarvan hij de naam is vergeten. Naast het bed
ontwaart hij een slaapzak, die zachtjes ademt. Lijkt Adrian wel, de gastheer. Op de grootste van de twee
banken in de woonkamer liggen Adriana en Nathaniel. Op de grond Chris en Leiff.

In de keuken ziet hij een gedaante staan. Zachtjes loopt hij op zijn blote voeten er naar toe. Het is Charlotte. Hij legt een hand op haar schouder. Ze schrikt, erger dan hij verwachtte. "Oh, sorry. I didnt
mean to scar you. Did you have a good sleep?". "Hm, fairly. Could have been better". "Sorry to hear". "Oh,
it's ok. I'll try tp sleep some more".

Hij loopt door de eetkamer naar de woonkamer. Naar de stoel in de hoek met de ramen. Prachtig uiticht naar beneden op de Hudson rivier, op de heuvels aan de andere zijde. Onderaan ziet hij tussen de struiken en bomen door een trein voorbij komen. In de tuin een wasbeer. Hij draait de stoel naar het raam toe.

Charlotte loopt achter hem aan. "Are you using the couch?", vraagt ze. Naast de stoel staat een bank, die
nog ongebruikt is. "No, go for it" moedigt hij haar aan. Charlotte heeft duidelijk nog wat slaap nodig. Eenmaal op de bank wil die maar niet komen.
"Do you have any plans for today?"
'No, no plans today"


3 brutale vragen:

1.
Zomaar een lazy sunday. Daar zijn zondagen toch voor? Om even tot rust te komen? Toch?

2.
Misschien vindt u de lome zondagmorgen in New York wel leuk genoeg om met iemand te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Maar alleen als u daar iemand een plezier mee doet.

3.
Misschien, heel misschien vindt u het zondagse ochtendritueel wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.


Vriendelijke groet, ton

New Kid in Town

Zaterdag 25 augustus 2007, dag 4 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
St. Joseph House, 36 East 1st Str, New York

Hij is er klaar voor. Voor drie weken New York. Afgelopen nacht voor het eerst in deze daklozenopvang geslapen. Voor het eerst in twee jaar dan. Destijds, in oktober 2005, was hij voor een nacht te gast. Beland via het Mary House, de vrouwelijke opvang twee blokken verderop, op 55 East 3rd Str. En dat adres had hij weer gekregen van Gail Presby, de filosofie professor die hij in India was tegengekomen bij de Saltmarch.

Hij heeft een bed en een nachtkastje. Naast hem ligt Whiskers, en aan de andere kant van de kamer op de eerste verdieping Joe. Vaste bewoners. Aan de andere kant van de badkamer schijnt nog iemand te wonen, maar die heeft hij nog niet gezien. Gevieren delen ze een badkamer en een toilet. Goed genoeg voor drie weken.

Als hij de buitendeur openmaakt om de straat op te gaan staat er een jongen aan de deur. "Do you know a place where I can get something to eat?" Over de schouder van de nieuwe gast blikt de jongen naar binnen, schuin door het voorportaaltje de eetzaal in.

"Sorry, I don't know. I came into town just yesterday" Een kort ogenblik probeert hij de situatie in te schatten. Hij ziet iets aan de jongen, maar kan niet thuisbrengen wat. Aparte houding: handje in de zij, lijzige spraak, provocerend en toch meegaand, hoofd schuin, brutale oogopslag maar wel vriendelijk. Is dit een vaste bezoeker? Past niet helemaal bij de gemiddelde; tot nu toe heeft de gast alleen maar oudere homeless people in St. Joseph House gezien. Op zaterdag is er geen soep. Vier dagen in de week, van dinsdag tot vrijdag wordt in dit opvangtehuis soep met brood geserveerd voor de daklozen in de omgeving. Ook dan zijn er alleen maar oudere mannen, had hij gisteren gezien. En een enkele vrouw. Maar vandaag dus niet.

"Is someone in who works here?", vraagt de jongen, die de gast ziet twijfelen. Paul en Jim heeft de gast vanmorgen nog niet gezien. Paul en Jim zijn de twee mensen van The Catholic Worker die deze opvang runnen. Terwijl hij toch al wel naar ze heeft gezocht, om een paar praktische afspraken te maken. En om te vertellen wat hij de komende weken in New York komt doen. Hij werpt een blik de eetzaal in, alsof hij mirakuleus toch een van die twee te hulp kan roepen. Ziet er drie mannen, die hij gisteren ook al was tegengekomen. Hun namen is hij vergeten, maar niet dat je niet veel aan ze hebt als je niet heel erg precies bent in wat je ze vraagt en zegt. En precies, dat is nou precies wat de gast niet is, uit onwetendheid. Hij zal het zelf op moeten lossen. "I haven't seen anyone yet this morning", antwoordt hij de jongen.

De gast is een beetje onwennig met de situatie. Hij weet zeker dat er geen soepkeuken is vandaag, anders was het nu wel veel drukker geweest dan die drie, maar heeft gisteren gemerkt dat er ook wel op andere tijden door een van de ramen aan de straatkant eten wordt uitgedeeld als daar om gevraagd wordt. Voor het overige weet hij niet hoever de dienstverlening aan de daklozen van New York in dit huis gaat. Hij zou de jongen wel willen helpen, maar weet niet hoe. Weet nog niet genoeg de weg hier om te weten waar hij wat halen kan.

De jongen aarzelt. De gast aarzelt. Te lange leste loopt hij maar door naar buiten, doet de deur achter zich dicht. Ongesproken taal; hij kan de jongen niet helpen.

"Do you know what time it is?", vraagt die, terwijl hij zoekend naar de deur staart. De gast kijkt op zijn telefoon. "9.25", drie minuten afgerond. De jongen kijkt op een blaadje op de deur. Daar zijn plaatsen vermeld met de dagen en tijden. "From nine thirty to twelve on the corner of Houston and First", vat hij hardop samen. Draait om en loopt richting First Avenue.

Net als de gast, die op weg gaat naar cafe The Bean, op de hoek van First Avenue en 3rd Street. "What's your name?", vraagt hij de jongen.
"Meandir". De gast verstaat het gemompel niet zo goed.
"How did you say?"
"Meandir", geprononceerder nu.
"Sounds Indian". Geen spectaculaire conclusie; de jongen ziet er heel erg Indisch uit. Bruine teint, fijne Aziatische gelaatstrekken, zwart sluik haar op het vette af, kleine tengere gestalte. De jongen loopt veel sneller dan hij, is al drie meter verder. Nu hij er wat beter zicht op heeft, heel erg tenger. 'Uitgemergeld', denkt de gast onwillekeurig, 'meer dan hongerig', en krijgt al een beetje wroeging.
"It is. It is Hindi"
"Do you speak Hindi?. I do some"
"I don't. I believe in the holy spirit"
Einde gesprek. De jongen is al meer dan 10 meter vooruit. Life in the fast lane.

Plotseling valt de gast het kwartje. 'Gay, definitely very gay'.


3 brutale vragen:

1.
New York is zo'n plaats waar het snelle leven veel verschillende mensen bij elkaar brengt. Soms heel snel. Maar ook een plaats waar datzelfde snelle leven mensen uit elkaar laat gaan. Soms heel snel.

2.
Misschien vindt u de komst van de nieuwe gast in de stad wel bijzonder genoeg om het met een ander te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Maar alleen als u denkt dat dat voor die ander ook bijzonder genoeg is. Als het voor u alledaagse kost is, laat dan maar.

3.
Misschien, heel misschien spreekt deze ontmoeting u wel aan. Misschien is het u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet. En als u aarzelt, kijk dan of u misschien hulp bij uw aarzeling kunt krijgen. Zo niet, dan zult u zelf over uw euro moeten beslissen.



Vriendelijke groet, ton.

26.8.07

Zaterdag in New York, going to a party

Zaterdag 25 augustus 2007, Dag 4 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
The Bean, Manhattan, New York

Zaterdagmorgen, half tien. Op First Avenue is al volop leven. Mensen die hun hond uitlaten. Mensen die met elkaar staan te praten. Mensen aan het joggen. Mensen op een wielrenfiets. Eentje rijdt net zo hard als de voorbijrazende taxi's. Merk Bianchi, ziet hij in een flits. Doet hem aan een goede vriend denken. Gauw smsje gestuurd. Mensen, mensen, mensen. Allemaal in de grote stad.

In een speeltuintje in 1st Street zag hij twee mannen kaatsen. Soort squash, maar dan zonder racket. Een klein balletje wordt met een gelederde hand hard tegen een muur geslagen. Van opzij kan hij goed zien hoe het na de stuit bij het terugkomen van de muur snelheid verliest. Net genoeg om de andere speler de kans te geven het balletje weer tegen de muur te slaan. Het doet hem denken aan Frankie en Johnny, een film met Al Pacino en Michelle Pfeiffer. Speelt zich ook af in New York. Misschien wel zelfs in Manhattan, maar kan ook Brooklyn, Bronx of Queens zijn. Er zit een kaats-scene in. Een film over de eenzaamheid van mensen in de grote stad. Een film over de ondoorgrondelijke wegen van liefde.

Het belooft een warme dag te worden. De man met de hoed zit buiten op het straatterras van The Bean. Anja had hem dit cafe op de hoek van First Avenue en 3rd Street aangeraden. Snelle internet en goede chai latte, zei ze. Gistermiddag ontdekte hij dat haar advies betrouwbaar was. De Indiase thee met melk is heerlijk, en de internetverbinding snel en betrouwbaar.

Iedere keer als hij weer op een nieuwe plek ergens op de wereld aankomt heeft hij een paar prioriteiten. Allereerst moet hij een plaats vinden om te slapen die binnen zijn budget past. Dat is in landen als India en Syrie niet zo'n punt, maar in een stad als New York des te moeilijker. Eigenlijk gaat het hem niet eens om dat slapen. Dat kan hij overal, ook buiten als het moet. Belangrijker is het om een plek te vinden om te douchen en te scheren, en om de grote rugzak veilig achter te laten. Hij hecht eraan iedere dag schoon en glad te beginnen. En het is nogal een gedoe dat paars-roze ding met tent en matras bovenop overal mee naar toe te sjouwen.

Voor de komende drie weken heeft hij deze prioriteit ingevuld. Tot 13 september, als hij vanuit New York naar Delhi, India vertrekt, kan hij in St. Joseph House logeren. Dat is een daklozentehuis in 1st Street, tussen First Avenue en Second Avenue. Hij gaat er ook helpen in de gaarkeuken. Van 9 tot 12 mensen bedienen en na afloop de eetzaal zwabberen. Verder kan hij er allerlei nuttige karweitjes doen. Boodschappen doen, eten mee bereiden, dat soort werk.

Een tweede prioriteit is een plek te vinden om verhalen te schrijven, te lezen, en die verhalen via internet te versturen. Voor het schrijven en lezen komt hij meestal bij een cafe uit, een restaurant of een hotellobby. Soms een vliegveld, een trein- of een busstation. Bij mooi weer mag het ook een park zijn. Als het maar een levendige plaats is. Een plaats waar mensen komen. Mensen om te ontmoeten, mee te praten, naar te luisteren. Voor het internetfaciliteiten zijn zijn mogelijkheden beperkter. In de regel belandt hij in een internetcafe, soms bij mensen thuis of op hun kantoor. En in de VS hebben de meeste bibliotheken goede internetaansluitingen, soms zelfs gratis.

The Bean is een prima plaats om te schrijven, te lezen en te internetten. Vlakbij St Joseph House. Bij mooi weer, zoals nu, buiten. En anders binnen. En ze hebben er heerlijke chai latte. Brengt hem al een beetje in Indiase sferen.

Het belooft een interessante dag te worden. Vooral naar de avond kijkt hij uit. Hij is uitgenodigd voor een feest in Beacon. Dat is een plaatsje op anderhalf uur rijden ten noorden van New York. Amerikaanse vrienden, die hij twee jaar geleden in India heeft ontmoet tijdens Gandhi's Saltmarch geven daar een party en toen ze hoorden dat hij in town is nodigden ze hem uit te komen. He'll be guest of honor, hoe zou hij kunnen weigeren? Als hij dat al zou willen. Hij ziet uit naar dat feestje. Verheugt zich er al op oude vrienden weer te zien. En misschien wel weer nieuwe mensen ontmoeten. Vast wel.


3 brutale vragen:

1.
Wat zijn uw prioriteiten eigenlijk? En hoe vult u die in?

2.
Misschien is het verhaal van de man die drie weken in New York gaat wonen voor u wel leuk genoeg om het met een vriend te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Maar alleen als die er ook naar wil luisteren. Anders kunt u het beter voor u zelf houden.

3.
Misschien, heel misschien vindt u de prioriteiten van de man met de hoed wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet. Waarom zou u de prioriteiten van een man die feestend de wereld overreist belonen? Dan kunt u die euro beter voor andere prioriteiten bewaren.

Meer verhalen van De Luister-en-Vertel-Tournee?: http://ton27.blogspot.com/


Vriendelijke groet, ton

25.8.07

De prijs voor veiligheid

Woensdag 22 augustus 2007, dag 1 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
Vliegveld Zaventem, Brussel, Belgie

Veiligheid is een bewerkelijke en dure luxe. De man met de hoed constateert het op dit vliegveld voor de zoveelste keer. Lange rijen voor de security. Rare taferelen; uitkledende mensen, mensen die op sokken lopen, riemen worden verwijderd, detectiepoortjes. Overal geuniformeerde beveiligingsmensen. Het is niet overdreven te zeggen dat er een complete veiligheidsindustrie op de been wordt gehouden.

Het begon al bij het inchecken. Nog voor hij naar de balie kan gaan wordt hij verhoord. Caroline heet ze. Ze werkt bij Securitate en spreekt Nederlands. Ze is Belgische. Of ze hem een paar vragen mag stellen? Dat mag. Of ze zijn paspoort en ticket mag hebben? Hoe zou hij haar kunnen weigeren?

"Ik zie dat u twee paspoorten bij u heeft?"
"Dat klopt. Het ene is niet geldig meer. Ik heb vorige week een nieuw paspoort gekregen"
"Waarom heeft u het oude meegenomen als het toch niet meer geldig is?"
"Bij het boeken van de ticket moest ik het paspoortnummer opgeven. Toen ik dat ticket kocht had ik nog het oude paspoort en heb dus dat nummer ingetikt. Nou weet ik niet of op een of andere manier het paspoortnummer bij het e-ticket wordt geregistreerd, maar het leek me wijzer het voor de zekerheid maar mee te nemen"
"Ik heb zoiets nog nooit van gehoord. Waar heeft u het ticket gekocht?"
"Via internet"
"Waar precies?"
"Op cheaptickets.nl"
"En hoe heeft u betaald?"
"Met creditcard"
"Hoe gaat u van New York naar Memphis?" Caroline heeft gezien dat de heenvlucht van Brussel naar New York is, en de terugvlucht vanuit Memphis is.
"Dat weet ik nog niet. Ik wil in Amerika op verschillende plaatsen mensen opzoeken. Met de bus of de trein. Miscchien boek ik wel een binnenlandse vlucht. Misschien ga ik wel liften"
"Bent u dan zo avontuurlijk? Liften? In Amerika?"
Hij schiet in de lach. Om haar opmerking over zijn geaardheid, over de impliciete verwijzing naar de vermeende gevaarlijkheid van liften, en dan nog wel in Amerika, maar vooral om haar bezorgdheid. Lief, toch? "Het wordt wel eens gezegd, ja"
"Hoe lang blijft u in Amerika" Zou dat een strikvraag zijn? Ze kan op het ticket zien dat de heenvlucht vandaag is en die terugvlucht op 17 oktober. Ze was scherp genoeg op te merken dat die terugvlucht vanuit een andere stad is dan de heenvlucht heen gaat. Er is niet veel wiskundig inzicht voor nodig om te begrijpen dat tussen nu en 17 oktober 2 maanden is.
"Drie weken dit keer", antwoordt hij naar waarheid. Caroline kan niet weten dat hij op 13 september naar India gaat en op 27 september weer terug gaat naar de VS. Ze gaat niet in op de inconsistentie.
"Even wat vragen over uw bagage. Waar heeft u die ingepakt?"
"In Den Bosch, op mijn kantoor"
"Wanneer"
"Afgelopen nacht"
"Is alles wat erin zit uw eigendom?"
"Ja"
"Er zitten geen bezittingen van anderen bij? Cadeautjes of zo?"
"Nee"
"En bent u na het inpakken de hele tijd bij uw bagage geweest?"
"Ja"
"Er is niemand anders in uw bagage geweest?"
"Nee"

Of het door haar vriendelijke voorkomen komt, haar rustige manier van doen, gewoon omdat ze een leuke vrouw is, of omdat hij zich op zijn gemak voelt, hij weet het niet, maar feit is dat de herhaling van vragen hem niet irriteert. Eigenlijk bevalt deze vrouw hem wel. Mag best lang duren.

"Waar woont u?"
Kijk, dat is in zijn geval een tricky vraag. Hij woont niet meer, daar is hij voorlopig mee gestopt. "In Oisterwijk" Eigenlijk woont hij nergens, maar hij snapt ook wel dat zo'n antwoord in dit geval vragen om moeilijkheden is.
"Waar zegt u?" Caroline vraagt het op een toon alsof hij een bizar antwoord heeft gegeven. Had hij nou toch maar 'nergens' geantwoord, dan had hij die toon tenminste kunnen plaatsen. Maar waarschijnlijk heeft Caroline nog nooit van Oisterwijk gehoord en is ze een beetje uitgeschoten met haar stem.
"Eh, in Nederland", zegt hij voorzichtig, "in een dorp dat Oisterwijk heet"
"Oh, ik dacht dat u Oostenrijk zei" Vandaar dus haar verbazing. "En waarom vliegt u dan vanuit Brussel?"
"Dat was het goedkoopst" 'Nederlander he, dat blijf je houden?', houdt hij in. Zou ook niet kloppen trouwens.
"Wat is uw adres in Amerika?"
"Dat weet ik nog niet"
"Toch moet u een adres hebben. Zij willen dat weten", ze wijst naar de incheckbalie achter haar.
"Dat weet ik wel. Ik zeg wel Marriet Hotel of zo." Hij heeft twee jaar geleden, op het vliegveld van Washington, zijn lesje wel geleerd. Het is niet altijd goed rechtlijnig te zijn.
Caroline glimlacht hem toe. Zou zij ook wel weten hoe relatief de beveiligende waarde van dit soort informatie is? Doet zij alleen maar haar werk zoals het is opgedragen en denkt ze er zo het hare van? Hoe dan ook, ze laat hem doorlopen naar de incheckbalie. Jammer, afgelopen.

Marriet Hotel blijkt niet goed genoeg. Hij moet een volledig adres opgeven. Nu begrijpt hij Caroline's glimlach beter. Straat en huisnummer. Hm, zit het Marriet Hotel niet op Times Square? Zou kunnen, maar welk nummer dan? De man achter de balie hoort zijn onzekere gestuntel meewarig aan. "Doe maar 326 Amsterdam Avenue" zegt hij met zelfverzekerdheid in zijn stem, "daar zit het youth hostel" Tenminste 17 jaar geleden zat het in die straat. En nummer 326 vindt hij wel een mooi huisnummer. De man achter de balie tikt het in. 'Nou moet ik wel consequent blijven en straks bij de douane op het vliegveld in Amerika hetzelfde adres opgeven. Anders heb ik daar weer gedonder mee', prent hij zichzelf in.

Hij krijgt drie boardingpassen: een voor Brussel-Washington, een voor Washington-Chicago, en een voor Chicago-New York. Een tussenstop meer dan hij had gedacht. Een meer ook dan op zijn e-ticket staat. Hij gaat door de securitycheck. Gedwee en gelaten ondergaat hij het routineritueel. Valt eigenlijk best wel mee. Daarna zwerft hij door de winkels in de duty-free zone. Hij vindt niets boeiends. Dan maar meteen naar de gate.

Terwijl hij daar zit te lezen, te schrijven en ook nog wat te smsen, komt een man op hem af. Vanuit zijn ooghoek had hij al gezien dat er vanaf een afstand op hem werd gewezen. "Meneer Visser?", vraagt de man. Aan zijn uniform is te zien dat hij van de beveiligingsdienst is. Zijn postuur past daar ook wel bij. Boomlang, imposant figuur, dito stemgeluid. De man met de hoed breekt een sms-je af. Dat smsen zou nog de verkeerde kant uitgaan, maar dat is een verhaal voor later. "Kunt u met mijn collega meegaan?" vraagt de veiligheidsman en maakt een uitnodigende beweging naar een andere geuniformeerde een eindje verderop. Hoe zou hij hem kunnen weigeren? Zonder te kijken ziet hij de andere passagiers hen nakijken.

"Haha, jij weer! Lijkt wel alsof we vooor elkaar bestemd zijn". Die collega blijkt Caroline te zijn. Dat treft. Hij wordt er zowaar nog vrolijk van.

Ze loodst hem terug naar de security check bij de paspoortcontrole. Dezelfde plek waar hij een uur geleden zonder problemen was doorgekomen. Onderweg erheen knoopt hij een gesprek met haar aan. Ze is er leuk genoeg voor. "Zeg, werk je hier iedere dag?"
"Ja, en alleen voor United Airlines"
"Mooi, dan gaan we elkaar nog wel vaker zien de komende maanden. Ik kom hier nog wel een paar keer"
"Elke keer United?" Is het zijn inbeelding, of klinkt haar stem verwachtingsvol?
"Nee, ook een keer Alitalia. Maar misschien wordt die maatschappij wel door United overgenomen. Komen we elkaar toch weer tegen"
"Nou, zal wel niet" Inbeelding, of hoort hij teleurstelling? Ze komen bij de ruimte waar de securitybanen met de scanmachines zijn. Drie van de vier banen zijn in gebruik. Bij iedere baan zijn drie beveiligingsmensen de passagiers en hun bagage aan het controleren. Net zo summier als ze hem een uur hadden gecheckt.

Caroline overlegt met een andere geuniformeerde vrouw wat nou de bedoeling is. Het komt op hem een beetje knullig over. Alsof er ad hoc een extra inspectie moet worden gedaan, alsof het nog nooit eerder is voorgevallen. Het woord 'specialty' valt een paar keer. Wat dat dan precies inhoudt is ook de medewerkers van Securitate zichtbaar niet duidelijk. Zelfs niet waar dat moet gebeuren. Caroline vraagt hem om zijn paspoort en boardingpas. De andere vrouw, kennelijk haar superieur, sommeert een jongen, ook gestoken in het uniform van Securitate dat hem ietwat te ruim zit, de passagier mee te nemen naar de ongebruikte scanmachine. "Schoenen en zo uit en door de scan, en hem fouilleren". Over het hoofd van de man met de hoed heen geeft ze de jongen zijn opdrachten. Zoals een dokter zijn assistente instructies geeft voor een vooronderzoekje. Is het de kolderieke situatie, het lachwekkende gedrag van de uniformen, of gewoon zijn goede zin? In ieder geval ziet hij de humor er wel van in. Heeft geen last van ergernis. Zelfs niet als hij bedenkt dat het eigenlijk al boardingtijd is. 'Als ik door dit gedoe mijn vlucht mis, nou, dan heeft dat kennelijk zo moeten zijn', denkt hij bij zichzelf. Past bij zijn fantasie van vanmorgen om niet te gaan.

Hij begrijpt de instructies van de cheffin. Doet zijn schoenen en riem uit en zet zijn hoed af. Die gaan in een plastic bak. De jongen neemt de bak en loopt ermee naar de scan. Zelf pakt de vrouw zijn rugzak. "Mag ik erin kijken?" Hoe zou hij haar verzoek kunnen weigeren? Ze zet de rugzak op de tafel aan het einde van de veiligheidsbaan en begint de inhoud uit te pakken.

Intussen komt Caroline terug. Ze heeft afschriften van paspoort en instapkaart gemaakt. Van de andere kant, uit de richting van de scanmachine, komt de jongen aangelopen met de bak waarin zijn hoed, riem en schoenen.

"Komt zo'n specialty nou vaak voor?" vraagt de man, inmiddels hoed op, aan Caroline.
"Nee" Vandaar de knulligheid.
"En waarom ik? Staat mijn naam geregistreerd of zo?" Lichte achterdocht is hem niet vreemd.
"Nee hoor. Uw naam komt uit de computer. Toeval"
"O, het is een soort steekproef?"
"Ja", bevestigt Caroline.
Hij hoort geen overtuiging in haar stem. Gelooft haar niet. Overdreven wantrouwen of een rake analyse? Wie zal het zeggen?

Ze zien beiden toe hoe de rugzakinhoud wel heel gedetailleerd wordt onderzocht. De twee boeken worden langzaam doorbladerd. Zelfs het visitekaartje van een wethouder van de gemeente Oisterwijk dat hij als boekenlegger in de biografie van Gandhi gebruikt wordt aandachtig bestudeerd. Net als de plattegrond van het stuk land upstate New York van een vriend waarvoor hij een makelaar gaat zoeken. Die plattegrond zat in dat andere boek, de Lonely planet van USA. De drie pennen in de pennenetui worden er een voor een uit gehaald. Van alle drie wordt de dop verwijderd. Zo, nu weet de beveiligster dat hij met twee ronde Parker rollerballs van het goedkope soort schrijft en met een driehoekige zwarte ballpen met rollerballkwaliteiten. Een chique ogend relatiegeschenk van K.J. de Vries. Klaas voor die relaties, al wordt hij in Duitsland Herr genoemd.

Hij wordt gesommeerd door een detectiepoortje te lopen. Tot tweemaal toe. Niks aan de hand; het poortje blijft stil. 'Ook nog met een detectiestok' gebaart de cheffin de jongen. Die volgt haar instructies prompt op. Weer niks aan de hand; ook de handdetector blijft stil.

De rugzak is nog steeds onderwerp van onderzoek. Werkelijk alles wordt uitgepakt. Reservevullingen voor de rollerballs, de inhoud van de brillekoker, de pasfoto's van zijn kinderen in de portefeuille, het Indiase geld daar tegenover, de twee schrijfblokken, verpakt tegen de regen in een plastic tasje van Office Centre. Werkelijk alles. Niets aan de hand natuurlijk; hij is clean.

Al met al duurt het 15 minuten of zo. Hij is niet zo'n tijdig mens, dus het kunnen er ook wel 20 zijn geweest. Caroline brengt hem terug naar gate B1. Daar krijgt hij op haar aanwijzingen een voorkeursbehandeling; hij hoeft niet in de lijn voor de boarding te wachten.


1.
Wat mag veiligheid kosten? Hoe veilig zijn wij eigenlijk? Echt veilig? Of schijnveilig? Overdreven lijkt het soms, maar wie zal zeggen wanneer goed goed genoeg is? Neems eens 10 seconden of zo de tijd daar over te peinzen. Mag ook meer zijn hoor, tijdigheid is niet altijd een goede eigenschap.

2.
Misschien kent u wel iemand met wie u deze gedetailleerde beschrijving van de veiligheidsmaatregelen op vliegveld Zaventem wil delen. Wel voorzichtig zijn hoor; voor u het weet staat u geregistreerd.

3.
Misschien, heel misschien vindt u de wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.


Vriendelijke groet, ton.

24.8.07

Spanning in Brussel

Woensdag 22 augustus 2007, dag 1 van De Luister-en-Vertel-Tournee in New York
Vliegveld Zaventem, Brussel, Belgie

De man met de hoed voelt een raar soort spanning door zich heen sidderen. Door zijn lichaam en geest. Eigenlijk zou dit gevoel niet zo raar meer moeten zijn. Hij zou eraan gewend moeten zijn. Iedere keer als hij weer voor een Luister-en-Vertel-Tournee vertrekt overvalt het hem. De prettige opwinding voor wat komen gaat. Wat?, dat weet hij nog niet. Alleen maar dat hij de happening zelf in gang moet zetten. Hoe?, dat weet hij ook nog niet. Alleen maar dat hij dat zelf mag beslissen. En de uitkomst?, dat is nog ongewis. Hij weet alleen dat hij dat niet helemaal zelf zal bepalen; anderen bepalen mee. Dat is dit keer niet anders dan bij andere Tourneeen. En toch voelt het steeds weer raar.

Het is een beetje net als een eerste afspraak met een vrouw. In het begin ook een raar soort spanning. De opwinding van niet weten wat voor persoon zij is. Niet weten wat voor vlees in de kuip te hebben. Je zou denken dat je daar op een gegeven moment toch aan went. Maar, nee hoor. Zelfs als het een oude bekende is, is het nog maar de vraag of zij nog dezelfde als van vroeger is. Is het de vraag wat voor ontwikkeling zij heeft doorgemaakt. De aangename opwinding van niet weten waar het heen gaat.

Drie weken gaat hij naar New York. Op de bonnefooi. Niets geregeld, behalve dan een vliegticket. Er zit niemand op hem te wachten, hij zou ook kunnen besluiten niet te gaan. Jammer van dat ticket, maar die 400 euro verdient hij in Nederland zo weer terug. Onderweg hierheen speelt hij met die gedachte. Drie weken New York is op zichzelf een prettig vooruitzicht. Minder prettig voelt de stress die hij zichzelf heeft opgelegd.

Drie weken New York op een minimaal budget. Een budget toegesneden op landen als India en Bolivia. Niet geschikt voor een rijk en welvarend land als de Verenigde Staten, en al helemaal niet voor de duurste plek in dat land. Zijn budget is verreweg te weinig om drie weken in een hotel te kunnen blijven. Zelfs niet in het goedkoopste hotel. Tenminste twintig verhalen wil hij schrijven, 1 per dag. En die moeten beter en dieper zijn dan het oppervlakkige gekabbel dat hij tot nu toe geproduceerd heeft. Net als de twintig brieven die hij wil schrijven. Sommige brieven zullen geplukte dagen zijn, Carpe Diem tonii. Sommige brieven zullen spontane opwellingen zijn. In een daklozentehuis wil hij vrijwilligerswerk doen. Donald Trump wil hij ontmoeten. Onder- en bovenlaag bijeengebracht op een paar vierkante kilometer. Daar valt vast wel wat over te vertellen op een paar vierkante kilobyte. Die negatieve stress zet hem, in de trein onderweg van Oisterwijk naar Brussel, aan het denken; zal hij maar niet gaan?

Afgelopen nacht heeft hij niet geslapen. Niet vanwege de spanning; slapen gaat hem meestal wel goed af, ook in tijden van stress. Het is om praktische redenen, dat zijn nachtrust hem dit keer is ontgaan. Zoals iedere keer had hij zijn agenda te vol gepropt. Zoals iedere keer had hij tot het laatst gewacht met de noodzakelijke voorbereidingen. Zoals iedere keer had hij zich laten meeslepen door zijn gevoel, zijn gezond verstand genegeerd.

Eerst zo'n prettig spannende afspraak, die nachtelijk laat wordt. Daarna naar zijn kantoor in Den Bosch om de spullen bij elkaar te zoeken die de komende twee maanden mee moeten. Daarna naar de camping in Oisterwijk om zijn twee tenten af te breken. De eerste in het pikkedonker, de tweede bij de vage schemering van het beginnende daglicht. Tussendoor op de centrale van Taxi Janssen email gecheckt en berichtje gestuurd om die leuke afspraak te bedanken. Gauw even douchen, auto wegbrengen naar de garage. Roland brengt hem naar de trein van 6.44 uur. Twee en en half uur later zit hij hier op het vliegveld van Brussel. Vol spanning over wat gebeuren gaat. Of moet hij zeggen: over wat hij laat gebeuren?


1.
Wat is 'raar' eigenlijk? Wel eens over nagedacht? Raar betekent volgens Van Dale vreemd, zonderling. Je zou ook kunnen zeggen: dat het zelden voorkomt. Dat het zeldzaam is. Dat het afwijkt van wat gangbaar is. Dat het afwijkt van het normale. Je zou raar ook bijzonder kunnen noemen. Volgens Van Dale betekent het ook draaierig, misselijk, en het verwijst naar duizelig. Maar ja, wat weet Van Dale daar nu van? Hij is maar een boek.

2.
Misschien vindt u de ontboezemingen van de man met de hoed op het vliegveld van Brussel wel spannend genoeg om het met iemand anders te delen. Mag een oude bekende van vroeger zijn, of een pas kort geleden voor het eerst ontmoete vrouw. Als dat zo is, stuur of vertel het door.

3.
Misschien, heel misschien vindt u de onmogelijke Newyorkse ambities van de man met de hoed wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Bewaar die euro dan maar voor uw eigen ambities. Als die ambites net zo onmogelijk zijn, zult u die euro nog hard nodig hebben.



Vriendelijke groet, ton.

2.8.07

De Luister-en-Vertel-Tournee in New York

Vrijdag 20 juli 2007, Oisterwijk. Even na 7 uur. Op Radio 1 begint Kunststof als de chauffeur bij de centrale van Taxi Janssen aan de Tilburgseweg wegrijdt. Een live talkshow met een gast uit de wereld van cultuur of media vanuit een radiostudio in Amsterdam.

"Floortje Dessing is gek". De taxichauffeur hoort het de presentator zeggen. En is voor een kort moment verbaasd. Even maar. Hij hoort Frenk van der Linden ook de meteene verklaring geven voor de provocerende stelling. "Floortje Dessing woont in Nederland, verdient bij de commerciele omroep veel geld met het maken van reisprogramma's, en stapt dan over naar de publieke omroep Llink." De dubbele Ll hoort de chauffeur niet, dat weet hij toevallig. Heel even begrijpt hij het niet, maar het antwoord van de gaste maakt het duidelijk. De overstap gaat samen met een forse salarisverlaging, wel 25 procent. En kennelijk moet je in een land als Nederland gek zijn om zoiets te doen.

De chauffeur luistert naar de radio terwijl hij onderweg is naar De Rosep. Mensen hebben daar een taxi besteld om naar het centrum te gaan. Een van de aantrekkelijke kanten van het vak van taxichauffeur is dat je dan lekker veel naar de radio kunt luisteren.

Luisterend naar het antwoord op de provocatie rijdt hij routineus door het dorp, via de Groenstraat, de Burgemeester Canterslaan en de Gemullehoekeweg naar de Oirschotsebaan. Even onnadenkend, in gedachten in de Desmet Studio's, draait hij linksaf door de poort, onder de roodwitte slagboom door. Als hij de witte Mercedes-Benz Sprinter, verlengd en verhoogd, voor de hoofdingang van De Rosep draait, ziet hij op het bordes een vrouw staan. Uit haar knikje en lichaamstaal begrijpt hij dat zij zijn klant is. Enigszins onzeker knikje. 'Die had natuurlijk niet zo'n grote bus verwacht toen ze een taxi belde', denkt hij empathisch.

Ze zijn met zijn vieren. Twee stellen uit Maastricht. Het duurt even voordat ze alle vier in de bus zitten. Een van de twee vrouwen had dringend sigaretten nodig en die zijn sinds de invoering van het rookverbod in de horeca niet eenvoudig meer te vinden. Ze willen naar De Swaen, op de Lind. Dat kan.

Onderweg vergeet de taxichauffeur de radio op een andere zender af te stemmen, een muziekzender of zo. Het Kunststof-interview met Floortje Dessing boeit hem teveel. Liever dan naar muziek van doorsnee-smaak luistert hij naar een live gesprek tussen een licht-kritische journalist en een idealistische wereldreiziger. Het levert hem meer dan een eye-opener op. Onderwijl luistert hij naar de drukpratende Maastrichtenaren achter hem. En af en toe wordt hij in het gesprek betrokken. In gedachten ook in het radio-gesprek.

Hij rijdt de 84-PV-TR De Lind op en stopt recht voor De Swaen. 10 Euro vijftig kost de rit. De Maastrichtenaar betaalt hem elf.

Vanaf De Lind gaat hij naar Oirschot. Een verlate Deeltaxirit. De Deeltaxi-centrale zat met die rit omhoog en had Taxi Janssen gebeld met de vraag of dat bedrijf nog een rit Oirschot-Udenhout kon rijden. Liefst meteen. De chauffeur was toen ook de telefonist. Meteen ging niet; op zijn vroegst half acht, en dat was nog krap. Gaf niet, een betere oplossing had de coordinator van de Deeltaxi-centrale op dat moment niet.

En zo rijdt de chauffeur wederom over de Oirschotsebaan, door Spoordonk naar Oirschot. Verder luisterend naar een amusante discussie over de verslaving van radio maken, fair trade, de zogenaamd verstorende werking van Max Havelaar, een televisiearme jeugd. En vooral over reizen.

Michael Palin komt voorbij, een voorbeeld voor de gaste. Ze vertelt over het verschil in budget tussen haar programma's en die van de BBC-reizger. Over de luxe van voorreizen kunnen maken, en zo vantevoren details te kunnen regelen. Maar ook over de achteruitgang in improvisatie en spontaniteit, die met die luxe gepaard gaan.

De chauffeur kan niet helpen in een oude menselijke valkuil te trappen. Kan niet helpen het verhaal dat hij hoort op zichzelf te betrekken. Een vergelijking te maken met zijn eigen stijl van reizen. 22 Augustus vertrekt hij weer. Vanaf Brussel gaat hij via Chicago naar New York. Drie weken is hij daar. Vrijwel niets voorbereid; alleen de vlucht heen, en een vlucht terug. Niks geen voorreis.

Wel een plan; De Luister-en-Vertel-Tournee in New York te houden. Hoe precies?, dat weet hij nog niet. Als het lukt verblijft hij in een tehuis voor daklozen. Hetzelfde als waar hij twee jaar geleden eens overnachtte en Pat ontmoette. Third Street op Manhattan. Mooie plek om mensen te ontmoeten en verhalen te schrijven. Die ontmoetingen en verhalen zijn niet zomaar. Hij wil de verhalen gebruiken voor een vertelling op de Gandhi-King Conference. 26 en 27 oktober in Memphis. Thema: how to build the beloved community.

Drie weken op Manhattan leveren vast genoeg stof op. Over de onderkant van de Amerikaanse samenleving. Zoals Pat, een 82-jarige man. 20 jaar geleden ging zijn bedrijf failliet en strandde zijn huwelijk. Hij had niets geregeld en belandde in de goot. Tot drie jaar terug zwierf hij door New York, totdat hij onderdak vond in het daklozentehuis op Third Street. Waarschijnlijk zal hij daar dood gaan. Manhattan is ook een mooie plek om mensen aan de bovenkant van diezelfde Amerikaanse samenleving te ontmoeten. Is vast wel een heel stuk moeilijker, maar misschien lukt het hem als nobody een mens als Donald Trump te ontmoeten. Mooi voorbeeld van de bovenkant van de samenleving, als je tenminste onder- en bovenkant definieert in termen van financiele status. Kans op succes?: ongewis maar ongetwijfeld laag. Troost; als hij maar laag genoeg begint, kan hij alleen maar stijgen.



3 brutale vragen:

1.
Kent u dat ook? Dat u een verhaal hoort, op de radio of in het echt, en dat u niet kunt laten het aan uw eigen situatie te spiegelen? Schijnbaar hetzelfde en toch weer anders. Of maakt u dat nooit mee?

2.
Misschien vindt u het verhaal over Floortjes Dessing wel gek genoeg om het met een medemens te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door.

3.
Misschien, heel misschien vond u het relaas van de taxichauffeur die zonder voorreis naar New York gaat wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Bewaar het anders maar voor als u zelf eens onvoorbereid op reis gaat. Wie weet komt die euro u dan wel goed van pas.


Vriendelijke groet, ton.