De Luister-en-Vertel-Tournee

13.5.06

Kleine koopmansgeest in Mumbai

Dinsdag 2 mei 2006,
dag 2 van de tweede Luister-en-Vertel-Tournee in India

4.30 AM plaatselijke tijd op het vliegveld van Mumbai. De Nederlander grijpt zijn legergroene vluchtzak met daarin zijn rugzak van band nummer 8, waarop de bagage van vlucht IA 136 uit Frankfurt langskomt. Het gebruikelijke ritueel na aankomst op weer een luchthaven: rugzak uit de flightbag halen, tent en matras bovenop binden, vluchtzak opvouwen en bovenin de rugzak wegstoppen, grote rugzak omsnoeren en kleine om schouder slingeren, door de douane lopen (nee, niets aan te geven), bij de eerste de beste gelegenheid europees geld omwisselen in lokale valuta (250 euro ruilen voor 13.000 roepies), en dan naar buiten.

Het is nog donker in Mumbai, en het is nog niet druk. De Nederlander met de rugzak wimpelt de taxichauffeurs en andere commercialisanten die hem een dienst willen verkopen vriendelijk maar beslist af. Hij loopt naar waar hij weet dat de rickshaws staan en gaat recht op de voorste af.

"Where you want to go?", vraagt de chauffeur.
"Andheri Station. Hoeveel kost dat?". De Nederlander weet van vorig jaar dat dat ongeveer 30 roepies kost.
"Oh, that's up to you, Sir", antwoordt de chauffeur, zo te zien een wat oudere man. Jaartje of 55. In ieder geval niet een jonge jongen.
De Nederlander vraagt nog een keer naar de prijs, maar krijgt hetzelfde antwoord. Zelfs als hij het nog een derde keer vraagt, antwoordt de rickshaw-chauffeur hetzelfde: "That's up to you, Sir. You decide.".
"Nou goed dan, als dat is wat je wil, breng me maar naar Andheri Station."

Zo vroeg in de morgen is zelfs het anders drukke verkeer in de wereldstad Mumbai nog niet op gang en na een klein kwartiertje zijn ze al bij Andheri station. Onderweg vraagt de chauffeur de Nederlander de inmiddels bekende vragen.
"Where you from?".
"Europa".
"First time in India?".
"Nee, ik tel het niet meer".

"En?, vraagt de Nederlander, als ze bij het station stoppen, "Wat moet ik je betalen?".
"Oh, that's up to you, Sir", antwoordt de chauffeur, terwijl hij bedeesd naar de grond kijkt.
"Okay, ik zal je 50 roepies geven", en de Nederlander houdt hem een briefje van 100 voor. "Heb je 50 terug?". Benieuwd of de chauffeur het echt meent of dat het gewoon een truc is om zoveel mogelijk te vangen.

Wat de Nederlander al die tijd al vermoedde gebeurt. Natuurlijk is 50 roepies veel te weinig! De rickshaw-rijder weet wel honderd redenen te bedenken waarom zelfs 100 roepies karig betaald is. De Nederlander aanhoort het geduldig. Hij is in een te goed humeur om zich te irriteren aan de smoesjes van de man of aan diens onoprechtheid. Hij zit te lekker in zijn vel om zich druk te maken om de oude hoe-klop-ik-een-klant-zoveel-mogelijk-geld-uit-zijn-zak-truc.

"Je kunt 50 roepies hebben, en anders betaal ik niets", zegt hij, als de chauffeur is uitgekletst. Weer volgt de serie excuses, waarom dat toch echt te weinig is. "50, of niets", is het korte antwoord. Met een big smile natuurlijk.

Te lange leste haalt de rickshaw-rijder een vijftigje uit zijn broekzak en ruilt het voor het honderdje van de vreemdeling. Die stopt het in zijn broekzak en loopt weg.

Even bedenkt hij zich. Dan draait hij zich om en loopt terug naar de rickshaw-chauffeur. "Hier, dit mag je ook hebben." Heeft de truc toch nog gewerkt.

11.5.06

Oranje op het WK Voetbal in India

Donderdag 11 mei 2006, dag 11 van de tweede Luister-en-Vertel-Tournee in India
Leger des Heils, Mumbai.

Oranje. De man met de hoed krijgt het oranje shirt dat bij zijn rol als keeper hoort. Toepasselijk, want hij is een Nederlander. De andere spelers, twee Engelsen, een Ier, drie Fransen en een Canadees die dezelfde taal spreekt, krijgen het witte shirt en de zwarte sportbroek met de geel-rood-zwarte banen van het Duitse nationale team. Het wordt gecompleteerd met twee Indiers, die qua uiterlijk voor Duitsers kunnen doorgaan. De coach is een in India wonende Engelsman. Het is dan wel geen volledig elftal, maar dat geeft voor deze gelegenheid niet.

De 10 spelers en hun coach zitten in een kleedkamer van het stadion waar over enkele minuten Die National Manschaft een belangrijke wedstrijd van het WK Voetbal speelt. Terwijl ze bezig zijn zich mentaal voor te bereiden verschijnt op het grote beeldscherm de leider van het vaderland. Hij wil de spelers nog even rechtstreeks bemoedigend toespreken. Begeesterd door de speech peppen de spelers elkaar verder op. Binnen een paar seconden is de ruimte gevuld van het gebrul van 10 onoverwinnelijke voetbalstrijders. Dat ieder van hen op zijn best maar een beetje kan voetballen, dat doet er niet toe.

In werkelijkheid is de kleedkamer niet in Duitsland, maar in een studio in Film City in Mumbai. Op een filmset is die kleedkamer nagebouwd. Een paar houten bankjes op een linoleumvloer en een wand met kleedkastjes kunnen al een boel verbeelden. En dat van dat stadion en die wedstrijd van het Duitse nationale team, dat is ook niet echt waar. Zoals in een film alles niet echt waar is. Het is alleen maar verzonnen om de elf te helpen hun rol goed te spelen. Hun rol als figurant in een promotiefilmpje voor een Indiase televisiezender.

En die speech op het beeldscherm, die is alleen te horen. Een bekende Indiase filmster heeft een paar Duits-klinkende zinnen ingesproken, en die schallen uit een luidspreker. Voor een Europeaan met een beetje gevoel voor geschiedenis leidt de toon van de speech tot onprettige associaties met de toon van speeches van een andere Duitse leider. Niet onbedoeld, legt de regisseur uit. 'Nou', denkt de Nederlander, 'dat hoef je in Europa niet te proberen in een reclamefilmpje. Zover gaat onze vrijheid van meningsuiting vast niet'. Maar in India, dat haar eigen geschiedenis heeft, wordt heel anders naar de Europese geschiedenis gekeken. Daar is de associatie aanzienlijk neutraler.

De man met de hoed was niet toevallig in Film City beland. De dag ervoor was hij gevraagd mee te doen aan de opname van deze promo-film. Star-TV heeft rond het WK Voetbal in Duitsland een speciaal programma en wil daarvoor een paar promotiefilmpjes laten maken. Voetbal is in India niet bepaald een grote sport en het land heeft zich dan ook nog nooit voor de eindronde van het WK gekwalificeerd. Toch scoort het goed in de media. Er is in de kranten dagelijks aandacht voor de Europese competities en vaak ook voor de Zuidamerikaanse. Zo meldt de Times of India vandaag het ontslag van de trainer van Ajax. Ook de finale van de UEFA-cup in Eindhoven en de aanstaande Champions League-finale tussen Barcelona en Arsenal komen aan bod. En elke dag zijn er wel items over de komende Worldcup.

Voor die promotiefilmpjes worden westerse figuranten gezocht. De man met de hoed werd daarvoor gevraagd toen hij gistermorgen op Prakash zat te wachten op het stoepje voor het Salvation Army Red Shield House, waar hij in de dormitory verblijft. Dat wilde hij wel. Hij heeft vorig jaar goede ervaringen gehad met Bollywood.

En zo komt het dat hij vandaag vanaf ongeveer half tien 's morgens tot zes uur 's middags doorbrengt in een studio in Film City. Om acht uur samen met nog een paar nep-voetballers opgehaald bij het Leger des Heils in Colaba en na een rit van ruim een uur aangekomen bij de studio. Alle spelers worden voorzien van kleren en schoenen. Als keeper krijgt hij ook handschoenen. De hele dag zijn ze bezig met verschillende scenes, en op het eind is er ook nog een fotoreportage.

Terwijl hij daarmee bezig is klinkt vanaf de naburige set Arabische muziek. In de pauzes had hij al gezien dat die set een Arabische tent of bazaar voorstelde. Nieuwsgierig gaat hij na afloop van de photoshoot even kijken. Twee als Arabieren verklede Indiers kijken vanaf hun sofa naar een wonderschone voorstelling van twee buikdanseressen. Twee meisjes, Russisch uitziende schoonheden in prachtige doorschijnende gewaden, laten zien hoe gracieus en bevallig ze kunne dansen op de geluiden van Duizend-en-Een-Nacht. Het spijt de man met de hoed dat het tijd is om terug te gaan naar Colaba.

Tijd ook om eens na te denken over wat hij de komende dagen gaat doen. Gisteren heeft hij voor het eerst na zijn aankomst in Mumbai Prakash vi-a-vis ontmoet. Ze hebben het opnieuw lopen van de Saltmarch besproken en het boek, dat de man met de hoed erover wil schrijven. Salt. Prakash bevestigt nog eens graag met hem mee te willen lopen en hem te helpen bij dat boek. Maar hij heeft eigenlijk vanaf volgende week 15 dagen verplichtingen in Bengal, aan de andere kant van India. Ze spreken af dat hij in ieder geval die verplichtingen nakomt.

Verschillende opties resten de Nederlander. In zijn eentje lopen, al is dat geen aantrekkelijk vooruitzicht. Het levert een aantal praktische problemen op vanwege de taal, 27 dagen alleen lopen klinkt hem niet als aanlokkelijk in de oren, en last but not least: er zou een thema in het boek verloren gaan.

De tocht dan maar uitstellen tot Prakash terug is uit Bengalen? In de tussentijd kan hij naar Nagpur gaan, de thuisstad van Prakash, en vandaar naar de dichtbij gelegen Sevagram ashram. Dat was van 1931 tot aan zijn dood in 1948 de woonplaats van Gandhi. Maar het zou betekenen dat ze pas eind mei beginnen met lopen, en dan is de kans heel groot dat ze door de regentijd worden overvallen.

Misschien uitstellen tot na de regentijd? Dat is eind augustus. Maar wat gaat hij dan in de tussentijd doen?

Kortom; het is tijd tijd te nemen om een besluit te nemen. Hij heeft voor morgenvroeg om 10 uur met Prakash in Leopold afgesproken.

8.5.06

Hoe in Mumbai een Nederlander een Indier zoekt

Donderdag 4 mei 2006, dag 4 van de tweede Luister-en-Vertel-Tournee in India

Mumbai, in het appartement van Louise Williams.

"Wat ga je doen als je niets van Prakash hoort?", vraagt de Amerikaanse aan de Nederlander.

Hij is sinds eergisteren bij haar te gast. 1 of 2 weken heeft hij nodig om zijn voettocht voor te bereiden. Hij wil de Saltmarch nog een keer lopen, maar dan alleen en ongeorganiseerd. En in omgekeerde richting; van Dandi aan de Indische Oceaan naar de Sabermati Ashram in Ahmedabad. En als het lukt, wil hij er een boek in het Engels over schrijven: Salt.

Nou, niet helemaal alleen; hij heeft vanuit Nederland Prakash gevraagd met hem mee te lopen en die wil dat wel. Hij wilde ook graag helpen bij dat boek. Hij stelde zelfs voor samen de planning te maken na aankomst van de Nederlander in Mumbai. Maar nu die in Mumbai is, heeft hij nog niets van Prakash vernomen. Niet via-via, niet telefonisch en niet per email.

"Dat weet ik nog niet", is zijn antwoord op Louise's vraag.
"Ga je dan alleen de Saltmarch lopen? Ga je later? Of ga je iets anders doen?", wil ze weten.
"Dat weet ik nog niet", is weer zijn antwoord.

"Het is nu wel erg heet om in Gujarat te gaan lopen". Mei/juni is de heetste tijd van het jaar. Temperaturen van tussen de 30 en 40 graden zijn heel gewoon, soms erboven. Ook de droogste maand, zo vlak voor de regentijd.
"Dat is een slechte reden om niet te gaan. Tussen 5 en 40 graden is warmte en koudte alleen maar inbeelding en een kwestie van wenning. Daaronder is het koud en daarboven is het warm".

"Jaja, dat klinkt goed, maar het blijft bullshit. De regentijd komt er ook aan. Je kunt wel verdrinken.".
"Dat is ook een slechte reden niet te gaan", lacht de Nederlander de bezwaren van de Amerikaanse weg, "Verdrinken kun je overal, ook hier in Mumbai."

"En die rellen in Vadodara dan? Als vreemdeling loop je al gauw in de gaten.".
"Het zou laf zijn om die reden niet te gaan. Er is altijd wel iets aan de hand waar je heen gaat. We zouden elkaar eens wat minder vaak angst moeten aanpraten. Toen ik drie jaar geleden in Australie was, werd er gewaarschuwd niet naar Nederland te gaan, omdat dat land vanwege de moord op een populaire politicus gevaarlijk zou zijn. Nee, de belangrijkste reden om niet te gaan zou zijn als ik niets van Prakash hoor of als hij niet mee kan gaan.".

"Daar begrijp ik niets van", zegt Louise, "het risico te verdrinken of in elkaar te worden geslagen lijkt me veel belangrijker."
"Prakash speelt een belangrijke rol in het boek dat ik wil schrijven. Ik loop die Dandi Yatra niet alleen maar om hem zomaar te lopen. Eigenlijk is het een Sabermati Yatra, want de tocht gaat in omgekeerde richting. Ik wil er ook een boek over schrijven. Je weet wel, ik heb je er vorig jaar wel eens van verteld: Salt."
"Ja, dat weet ik nog wel, maar ik snap niet wat dat met Prakash te maken heeft."

"Een van de rode draden in Salt is hoe een relatie tussen twee mensen uit verschillende culturen zich ontwikkelt. Ik ben een Europeaan en Prakash is een Indier. Je kunt je voorstellen dat we onderweg veel zullen praten over wat we maar tegenkomen. Dat levert vast wel interessante dialogen op. En we zullen ook wel eens woorden hebben of zo.".

"Maar dat kan toch ook met iemand anders? En onderweg kom je toch ook Indiers tegen?"
"Ja, dat is wel zo. Maar dat is niet hetzelfde. De Indiers, die ik onderweg tegenkom, zijn steeds andere mensen. En zelfs al zouden ze een of twee dagen meelopen, dan nog is dat niet hetzelfde als wanneer twee mensen, die elkaar wel een beetje maar eigenlijk niet kennen, samen aan zo'n tocht van een maand beginnen en ook samen aankomen. Lijkt me leuk te beschrijven hoe na een maand hun vriendschap is"

"En waarom Prakash?"
"Nou, Prakash past heel goed. Hij spreekt heel goed Engels. Veel beter dan dat belabberde gewauwel dat op Engels lijkt en dat zelfs jij vaak niet verstaat. Hij kan Hindi en begrijpt Gujarati, altijd handig voor als we met plaatselijke mensen in de dorpen willen praten. Hij is net als ik geinteresseerd in de ideeen van Gandhi, wat wij vandaagdedag nog van hem kunnen leren. Maar hij is net als ik niet een blinde volger. Hij heeft de Saltmarch al een keer gelopen, en weet dus wat hij kan verwachten. En hij kent mij een beetje, en zal dus onderweg ook niet meteen van mij schrikken.

Dus als ik hem niet te pakken krijg, weet ik niet wat ik dan ga doen. Misschien wel alleen lopen, iets anders in India doen, ergens anders heen gaan. Of misschien wel terug naar Nederland."

7.5.06

Voor Tom en Laure, en alle andere zoons en dochters

Zaterdag 6 mei 2006, dag 6 van de tweede Luister-en-Vertel-Tournee in India

's Morgens vroeg. De Nederlandse gast wordt wakker in de flat van Louise in Andheri, een buitenwijk van Mumbai.

Op het kleine kantoortje in Louise's flat hangt een poster met het portret van Abraham Lincoln. Louise is een Amerikaanse, dus het is niet zo raar dat zij de beeltenis heeft opgehangen van de man die president was tijdens een van de roerigste en zwartste bladzijdes in de geschiedenis van de Verenigde Staten. Die diezelfde geschiedenis is ingegaan als de president die de slavernij heeft afgeschaft.

Daardoor wordt de slavernij ten onrechte beschouwd als de twistappel voor de Amerikaanse Burgeroorlog. In werkelijkheid waren allerlei economische en psychologische motieven er de oorzaak van dat Noorderlingen en Zuiderlingen elkaar bloedig en vaak wreed te lijf gingen. Opvallende parallel met wat volgens een recent onderzoek in Nederland als de oorzaak voor de Tweede Wereldoorlog wordt beschouwd. Volgens de meeste Nederlanders was dat de Holocaust. Hoe gruwelijk ook, dat was niet meer dan een macaber detail bij een bloedige en vaak wrede oorlog, die om allerlei economische en psychologische redenen was begonnen.

Maar het portret van de man is bijzaak. Het grootste deel van de poster wordt in beslag genomen door woorden. Het is een brief van Abraham Lincoln aan de schoolmeester van zijn zoon.

"Gerespecteerde Leraar,

Mijn zoon zal moeten leren, ik weet het, dat niet alle mensen rechtvaardig zijn, dat niet alle mensen eerlijk zijn. Maar leer hem ook dat voor iedere schurk er een held is, dat voor iedere zelfzuchtige politicus er een toegewijde leider is. Leer hem dat er voor iedere vijand een vriend is.

Het zal tijd kosten, ik weet het, maar leer hem, als u kunt, dat een dollar verdiend veel meer waard is dan vijf dollar gevonden.

Leer hem om te gaan met verliezen, maar ook te genieten van winnen.

Houd hem weg van afgunst, als u kunt.

Leer hem het geheim van het stille lachen van binnen. Laat hem al vroeg ontdekken dat de bullebakken het gemakkelijkst te bespelen zijn.

Leer hem, als u kunt, het wonder der boeken... maar geef hem ook rustig de tijd te peinzen over het eeuwige mysterie van vogels in de lucht, bijen in de zon en bloemen op de helling van een groene heuvel.

Op school, leer hem dat het veel eervoller is te falen dan te bedriegen.

Leer hem vertouwen te hebben in zijn eigen ideeen, zelfs als iedereen hem zegt dat ze verkeerd zijn.

Leer hem aardig te zijn voor aardige mensen en streng voor strenge.

Probeer mijn zoon de kracht te geven niet zomaar achter de massa aan te lopen, als iedereen de muziek achterna loopt.

Leer hem naar alle mensen te luisteren, maar leer hem ook alles wat hij hoort te filteren door een zeef van waarachtigheid en alleen het echte dat doorkomt in zich op te nemen.

Leer hem, als u kunt, hoe te lachen als hij verdrietig is. Leer hem dat er geen schande is in tranen. Leer hem cynici uit te lachen, en voorzichtig te zijn met al teveel zoetheid.

Leer hem zijn brille en brein te verkopen aan de hoogste bieder, maar nooit een prijs te zetten op zijn hart en ziel.

Leer hem zijn oren te sluiten voor een joelende menigte, en voor zich op te komen en te vechten als hij denkt het bij het rechte eind te hebben.

Wees aardig voor hem, maar knuffel hem niet, want alleen de proeve van vuur maakt goed staal.

Laat hem de moed hebben ongeduldig te zijn, maar laat hem het geduld hebben moedig te zijn. Leer hem altijd subliem vertrouwen in zichzelf te hebben, want dan zal hij altijd subliem vertrouwen in de mensen hebben.

Dit is een grote opdracht, maar zie wat u kunt doen. Hij is zo'n goede kleine jongen, mijn zoon.

Abraham Lincoln"

De Nederlander pent de brief in zijn schrijfblok. Om later te vertalen. Vandaag gaat hij op zoek naar een andere slaapplaats in Mumbai. Hij heeft nog geen contact met Prakash gehad en is in twijfel wat nu te doen. Wachten tot hij op een of andere manier iets van hem hoort? Maar hoe lang kan dat duren? Dan maar de Saltmarch alleen lopen, of uitstellen tot later? En wat dan in de tussentijd? In India blijven? Naar Australie misschien? Of terug naar Nederland? Hij weet zeker twee mensen, die daar heel erg blij mee zullen zijn.

Voorlopig eerst maar een andere verblijfplaats in Mumbai vinden. Begin volgende week heeft hij weer met Tushar Gandhi afgesproken. Die wil hem zoveel mogelijk informatie geven om de Saltmarch te lopen. Daarna ziet hij wel verder.

Van Urdu naar Engels naar Nederlands

Woensdag 3 mei 2006, dag 3 van de tweede Luister-en-Vertel-Tournee in India

Mumbai, om precies te zijn in het appartement van Louise Williams in Kalputi Enclave, Andheri.

"Ik wil je iets laten lezen wat je wel zal aanspreken. Het stond laatst hier in de krant." Louise geeft haar gast uit Nederland een klein stukje papier. "Ik wil het wel terughebben, hoor. Dus niet weggooien of meenemen".

Het is een artikel uit de Hindustan Times, uit de rubriek Inner Voice. Zo'n afdeling in een krant waar aandacht wordt besteed aan minder aardse zaken dan het actuele politieke en economische nieuws, de weer- en beursberichten of de laatste geruchten uit de sport- en amusementswereld. Zeg maar de pagina 2 van het Brabants Dagblad.

Het is geschreven door ene Firoz Bakht Ahmed. Misschien is dat wel een beroemde Indiase journalist, maar het zegt de gast uit Nederland niets. Het had net zo goed door niemand geschreven kunnen zijn. 'Thus spake the Mahatma', staat erboven, inclusief de type- of spelfout.

'We herinneren ons Mahatma Gandhi steeds op zijn geboorte- en zijn sterfdag. Maar is hij het niet waard elke dag te worden herinnerd als de stem van sanity? Ik realiseer me dit opnieuw door de handgeschreven aantekeningen in Urdu van Maulana Azad die ik kortgeleden heb vertaald. Deze aantekeningen komen uit mijn persoonlijk archief en ik zou graag met u willen delen wat Maulana opschreef van Bapu's speech bij een gebedsbijeenkomst in Patna op 12 maart 1947.

- "Religie is 1 boom met vele takken. Als takken, zo zou je kunnen zeggen, zijn religies met velen, maar als boom, is religie slechts een. Geen religie leerde de mens medemensen te doden omdat zij afwijkende meningen hadden of van een andere religie was."

- "Religies zijn er niet om mensen van elkaar te scheiden, ze zijn juist bedoeld hen te binden. Ik verwacht niet dat het India van mijn dromen 1 religie ontwikkelt, dat wil zeggen, dat het helemaal Hindoe is of helemaal Mosselman, maar ik wil dat het helemaal tolerant is met haar religies zij aan zij met elkaar werkend."

- In dezelfde gebedsbijeenkomst stelde de Mahatma de mensen op hun gemak door te zeggen: "Er is geen rechtvaardiging in het argument dat de Hindoes de moskee beschadigden omdat de Moslims in het verleden de tempels ontheiligden. Hindoes aanbidden beelden, terwijl de Moslims dat niet doen, maar ieder mens aanbidt wel het een of het ander."

- Azad had deze woorden van Gandhi als belangrijk onderstreept: "God woont overal, niet in de Bijbel of de Koran, in een moskee of een tempel, maar in de neus, oor, nagel of zelfs een haar van het lichaam. Mij is sinds mijn kinderjaren altijd geleerd dat God overal woont. Het is een en hetzelfde of je Hem nu aanbidt in een moskee, een tempel of een kerk. Ik ben net zo goed een beeld-aanbidder als een beeld-breker. Maar, als ik naar een tempel ga, ben ik blij als ik die netjes en schoon aantref."'

"En", vraagt Louise, "wat vind je ervan?"
"Interessant. Treffend. Typisch Gandhi, ook al valt hij maar moeilijk te typeren. Maar eerlijk gezegd spreekt dat religieuze van Gandhi me niet zo aan. Al weet ik best dat niet-geloven ook een geloof is. Weet je wat: ik schrijf het over om het later in mijn eigen taal te vertalen. Misschien begrijp ik het dan beter."