De Luister-en-Vertel-Tournee

29.3.06

Ingewikkelde materie

Woensdag 29 maart 2006

7.42 uur. Kilometerstand 79.022.
De taxichauffeur vertrekt vanaf de thuisbasis in Oisterwijk. Radio 1 houdt hem op de hoogte van het laatste nieuws. Voornamelijk over de verkiezingen in Israël. Ingewikkelde materie. Over de Tilburgseweg richting Druiventros, en daar de snelweg van Den Bosch naar Breda op. Bij Tilburg-West eraf en via de Bredaseweg richting Reeshof. Bij het Shell-tankstation gaat zijn telefoon. Het is Roland, die kennelijk de centrale bemant. “Laurens is ziek, dus je hoeft de eerste leerling niet op te halen”, meldt hij. “Okay”, antwoordt de chauffeur, “dan rijd ik meteen door naar de tweede leerling”.

8.35 uur. Kilometerstand 79.043.
De taxichauffeur rijdt voor bij het adres op Amarant, het complex aan de rand van Tilburg, waar verstandelijk en lichamelijk gehandicapte mensen wonen. Voorheen heette het Piusoord, weet de chauffeur. Sommigen wonen in aparte paviljoens, sommigen samen met hun familie in een gewoon huis. Terwijl de chauffeur de lift laat zakken rijdt de vader zijn zoon al in de rolstoel door de voordeur van zo’n huis naar buiten. De chauffeur begroet beiden en neemt de rolstoel over. Hij zet de jongen niet op zijn gebruikelijke plaats aan de rechterzijkant; nu hij toch de enige is, kan hij in het midden van de bus. “Zo kun je beter door de voorruit kijken.” De jongen reageert enthousiast, lijkt het.

8.39 uur. Kilometerstand 79.043.
Langzaam rijdt de bus aan, over het terrein van Amarant naar de Bredaseweg. Voorzichtig over de drempels; met passagiers in een rolstoel is het zaak hobbels extra voorzichtig te nemen. Onderweg naar Son, over de snelweg Tilburg-Eindhoven. Het is moeilijk contact te hebben met de jongen achterin de bus. De afstand is te groot, de aandacht van de chauffeur hoort vooruit te zijn, bij het verkeer, en het is sowieso niet gemakkelijk met de jongen te praten. Maar die paar keer dat er gelegenheid is, in de file bij Moergestel bijvoorbeeld, lijkt er iets van een conversatie te zijn. Niet veel hoor, en zeker niet ingewikkeld. De rest van de rit luistert de chauffeur afwisselend naar de verschillende analyses over de uitslag van de Israëlische verkiezingen en de muziek op Q Radio. En na 9 uur naar een interview van Felix Meurders met de President van de Hoge Raad over de toestand van onze rechtsstaat. De raadsheer probeert de ingewikkelde juridische materie zo eenvoudig mogelijk uit te leggen.

9.27 uur. Kilometerstand 79.085.
Voorzichtig rijdt de bus het terrein van Zonhove op, waar de Emiliusschool is gevestigd. De chauffeur parkeert de bus in vak nummer 12 en noteert tijdstip en kilometerstand. Als hij enkele minuten later de jongen tussen de andere rolstoelen naar de klas duwt gaat zijn mobieltje. Het is Leo. Synchroniciteit, want hij dacht er juist vanmorgen aan die te bellen om voor te stellen samen te lunchen. Hij vraagt of hij zo dadelijk mag terugbellen, want hij komt bij de klas aan. Dat mag. De andere vier leerlingen zijn er al. De twee docenten nemen de jongen over.

Terug buiten belt de chauffeur Leo terug. Die vraagt om advies over de taxi-business. Ingewikkelde materie als je er niet thuis in bent. Eenvoudig voor wie de weg weet. Ze spreken af samen te lunchen.

9.52 uur. Kilometerstand 79.085.
De chauffeur rijdt weg uit Son naar Eindhoven.

28.3.06

Een goede dag geplukt

Dinsdag 28 maart 2006

Oranje. Dat is de kleur van zijn auto. Schreeuwend oranje. Maar dat kun je niet zien als de taxichauffeur zijn Volvo uit 1974 door de duisternis van de late avond stuurt. In het donker hebben alle auto’s dezelfde kleur. Bijna dezelfde kleur.

Oranje, dat is de kleur van het shirt van OJC ’98, de korfbalvereniging uit Tilburg. Oranje met rood. Dat kun je goed zien in de felle lampen van het sportveld aan de Rauwbrakenweg in Berkel Enschot. Het team van de taxichauffeur, die ook korfbaltrainer is, speelt daar haar eerste wedstrijd. Melmac, zo heet de club van de korfbaltrainer. Het is een studentenkorfbalvereniging uit Tilburg. Na een paar jaar slapend te zijn geweest is de vereniging weer nieuw leven ingeblazen. En speelt het dus vanavond zijn eerste wedstrijd. Tegen het vijfde van OJC ’98. Uitslag 12-4. Gewonnen!

Terwijl hij onderweg is van Berkel Enschot naar Vessem overdenkt hij de bijna voorbije dag. Een goede dag. Die was vanmorgen vroeg begonnen. De taxichauffeur is al gewend aan de routine van zijn dagelijkse schoolroute. Rond zes uur op. Rond zeven uur van Vessem naar Oisterwijk om de taxibus op te halen. Hij vertrekt ruim op tijd, omdat hij weet dat het starten van die meer dan dertig jaar oude Volvo soms nogal wat tijd vraagt. Vooral als het geregend heeft. Soms wel 10 minuten. Maar vandaag niet. Vandaag slaat de motor in één keer aan. En dus is hij al voor half acht bij het taxibedrijf in Oisterwijk.

Kwart voor acht vertrekt hij in de rolstoelbus naar Tilburg om de twee leerlingen op te halen. Kwart over acht bij de een in de Reeshof, tien minuten later bij de ander op Amarant. Rond kwart over negen komen ze aan bij de Emiliusschool in Son. Weer tien minuten later zijn beide jongens in de klas. De taxichauffeur drinkt een glas water in de aula van de school, samen met een stuk of tien andere taxichauffeurs. Een telefoontje naar Taxi Janssen leert hem dat de centrale hem niet nodig heeft. Dus rijdt hij terug naar Vessem. Naar het café in het voormalige gemeentehuis. Carpe Diem.

Als kerstgeschenk had hij van Taxi Janssen nu eens niet een kerstpakket gekregen. Roland, de eigenaar/directeur, had heel goed begrepen dat een voedselpakket aan hem niet zo besteed zou zijn. In plaats daarvan had hij een boekenbon gegeven. En dus vond de taxichauffeur zichzelf twee dagen later terug in Boekhandel Oisterwijk. Uiteindelijk koopt hij ‘Supermacht Europa’ van Rob de Wijk en het boek van Wouter Bos, die beweert dat dit land zoveel beter kan. Nog voor hij het leest, belooft de taxichauffeur beide schrijvers na lezing te vertellen wat hij ervan vindt. Maar na één keer lezen weet hij dat eigenlijk niet zo goed. En dus besluit hij het nog maar een keer te lezen, maar nu met een meer analytische blik. En zo komt het dat hij de rest van de dag in Carpe Diem doorbrengt, worstelend met de visie van de PvdA-voorman op de toekomst van Nederland.

Om kwart over drie is het tijd om de twee jongens bij de Emiliusschool op te gaan halen. De school is om vier uur uit, en hij wil niet te laat zijn. Nadat hij beide leerlingen thuis heeft afgezet, de laatste klokslag vijf, rijdt hij terug naar het taxibedrijf in Oisterwijk om de witte Mercedes Benz taxibus weer om te ruilen voor zijn eigen oranje Volvo. Even neemt hij de tijd om Carla Janssen te helpen bij een personeelsadvertentie, haalt zijn post op bij het TPG Business Point van Oisterwijk en doet bij de Albert Heijn in de Dorpsstraat kleine boodschappen. Daarna vertrekt hij naar het sportpark aan de Rauwbrakenweg in Berkel Enschot, waar hij zijn team de eerste wedstrijd ziet winnen.

Een goede dag geplukt.

27.3.06

Contact

Maandag 27 maart 2006

De jongen in de rolstoel kijkt de taxichauffeur strak aan terwijl hij met de lift van de rolstoelbus omhoog gaat. Recht in zijn ogen. Die kijken even recht terug. Niet strak, meer met een nieuwsgierige blik. Zou er dan toch contact mogelijk zijn? Of is het toeval dat Laurens hem zo aandachtig aankijkt?

Vandaag rijdt de taxichauffeur voor de tweede week deze schoolroute. Twee verstandelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen naar en van school brengen. Met het taxibedrijf heeft hij afgesproken dat hij tot 28 april de vaste chauffeur van deze route zal zijn. Ideaal zou zijn voor de rest van het schooljaar, maar op 1 mei gaat hij weer naar India. Het geeft Taxi Janssen in ieder geval de tijd een vaste medewerker te vinden.

Vorige week heeft hij Laurens vijf keer naar school gebracht, en vijf keer weer naar huis. En hoe hij ook probeerde, het was niet gelukt contact te krijgen. Met de andere jongen wel. Eenvoudig contact, het moet gezegd. Veel meer dan een uitbundig “ja”, “doei”, en soms een schaterende lach had er niet ingezeten, maar het was tenminste iets. Laurens echter, die liet op geen enkele manier merken dat hij iets had gehoord van zijn vragen of opmerkingen. Laat staan begrepen. Het enige teken van leven was een huilend geluid. De eerste twee dagen had de chauffeur niet goed geweten hoe ermee om te gaan. Betekent het nou dat Laurens het naar zijn zin had, of juist niet, dat viel er niet uit op te maken. En oogcontact, dat was niet mogelijk; meestal draaide Laurens zijn hoofd af, of hij staarde een beetje wezenloos voor zich uit.

Maar nu leek dat anders. Net alsof de jongen iets wilde zeggen. Net alsof hij duidelijk wilde maken blij te zijn weer naar school te mogen. Net alsof hij blij was de chauffeur van vorige week weer te zien. Inbeelding natuurlijk. Had de moeder van Laurens vorige week op zijn vraag niet geantwoord dat zij ook niet weet wat er in zijn hoofd omgaat? Dat ook zij niet weet wat Laurens bedoelt te zeggen? Dat contact heel moeilijk is?

Inbeelding misschien. Misschien ook niet.