De Luister-en-Vertel-Tournee

18.9.10

Oppervlakkige indruk van Iraniers

Donderdag 9 september 2010
Dag 3 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Iran
Imam Khomeiny International Airport, Tehran

Op de bonnefooi reizen heeft zo zijn nadelen. Het is vier uur in de morgen, buiten is het nog donker en twee uur geleden is de man met de hoed vanuit Istanbul op dit vliegveld aangekomen, de internationale toegangsweg van Iran door de lucht. Eergistermiddag uit Oisterwijk vertrokken, een treinreis, twee vluchten en evenzoveel nachten later; met een beetje inleving is voor te stellen dat hij aardig vermoeid begint te raken. En voorlopig nog geen concreet uitzicht op een mogelijkheid goed uit te rusten. Een ticket Dusseldorf-Teheran v.v. en een visum voor Iran is het enige dat hij vantevoren heeft geregeld. Geen hotel geboekt met airportservice. Vanaf nu is hij afhankelijk van de bonnefooi. Dat goed geluk moet wel een handje geholpen worden. Uit zichzelf doet Vrouwe Fortuna niet zoveel.

Nog een uur voordat het hier licht wordt. Mooi de tijd om een eerste indruk van dit land te krijgen. Niet dat een luchthaven als deze representatief is, hoor. Net zoals een vreemdeling die alleen maar op Schiphol is geweest een verkeerd beeld van Nederland krijgt, zo ook zal het Iman Khomeiny International Airport wel niet helemaal het land Iran representeren. Maar bij gebrek aan meer geeft het een idee. Een voorlopig idee om later bij te kunnen stellen.

Het is een nieuw vliegveld, pas een paar jaar in gebruik. In zijn reisgids van Iran uit oktober 2004 is nog sprake van het oude vliegveld, Mehrabad, dat dichter bij de stad ligt. Het ziet er ook allemaal behoorlijk modern uit. Veel glas en staal, overal blinkend betegelde vloer. Ruim opgezet, maar lang niet zo groots als de nieuwe vliegvelden in Europa of zo ingewikkeld als de Amerikaanse luchthavens.

Meestal als hij voor het eerst in een vreemd land aankomt gebruikt de vreemdeling met de hoed de tijd tot aan het daglicht om aan het nieuwe land te acclimatiseren. Zo ook dit keer. Hij wisselt geld bij een van de vele banken in de aankomsthal en probeert vast aan het nieuwe geld te wennen. Het gaat om grote getallen; 1 euro is ruim 13.000 riaal. 250 euro maakt hem ineens een plaatselijke miljonair. Italiaanse toestanden van voor de euro. Lang zal hij wel niet van die status kunnen genieten; een espresso kost 30.000 riaal. Hij telt al gauw vijf verschillende banken en net zoveel geldautomaten. Niet een van die automaten accepteert zijn Rabopas. Hm, dat belooft niet veel goeds.

De voertaal in Iran is Farsi. Farsi is gewoon het Arabische woord voor Perzie, Farsi is dus hetzelfde als Perzisch. Na de Arabische inval in de 7de eeuw en de daaropvolgende arabisering van Perzie is dat ook de benaming voor de taal geworden. De Perzen hebben hun spreektaal behouden maar het arabische schrift overgenomen. Voor de man met de hoed betekent het dat hij van de weersomstuit analfabeet is geworden. Vrijwel niets is in voor hem leesbare tekens weergegeven. Slechts het strikt noodzakelijke is in Engels of uberhaupt in westerse letters: de bestemmingen en vertrektijden van de vliegtuigen, de opschriften en de namen van de banken. Twee van de drie cafe's hebben ook Engelse namen: Boob Cafe en The Coffee Bean. Het derde cafe is naamloos, Cafe Zonder Naam.

Terwijl hij zich verdiept in zijn Phrasebook Farsi en zijn reisgids Iran, allebei van het merk Lonely Planet, bekijkt hij het komen en gaan van mensen. De jongens en mannen zijn westers gekleed. De jongens in spijkerbroek en t-shirt met westerse beeldmerken, veel Adifas en Puma, en engelstalige opschriften. De mannen in vrijetijdskleding of pakken die in een willekeurige Europese stad niet zouden opvallen. Mannen en vrouwen bewegen door elkaar en de man met de hoed ziet ook stelletjes met zijn tweeen door de hal lopen of aan een tafeltje zitten.

Bij de vrouwen is het anders: hun kleding wijkt af van het beeld in een gemiddelde Europese of Amerikaanse stad. De oudere vrouwen zijn gehuld in een chador, die vormeloos het hele lichaam bedekt en alleen het gezicht laat zien. Steevast zwart. De tent - chador is inderdaad het Farsi woord voor tent - heeft geen knopen of ritssluiting; de vrouw die erin woont houdt met een hand, soms twee, beide panden bij elkaar. Boerka's ziet hij niet. De jongere vrouwen en oudere meisjes dragen een soort van manteljas, varierend van net over de heupen tot aan de knieen. Daaronder immer een broek, niet zelden een spijkerbroek. Vrouwen in rokken of jurken zijn niet te bekennen. Schoenen lopen uiteen van gemakkelijke sneakers tot modieuze elegante dames op hoge hakken. O ja, en elke vrouw gehoofddoekt. Soms eentonig van kleur, soms ook bont. Soms tot net boven de ogen, soms tot ver op het achterhoofd gedragen.

Alles dat hij hoort is voor hem onbegrijpelijk koeterwaals. Op zoek naar ansichtkaarten voor zijn kinderen, tevergeefs, probeert hij een kort gesprek met de een of de ander. Eveneens tevergeefs.

Het begint buiten te dagen. Tijd om de rugzak om te doen en naar de stad te gaan.


3 brutale vragen:

1.
Tja, op de bonnefooi reizen heeft inderdaad zo zijn nadelen. Avontuurlijk, dat weer wel. Wat zou u kiezen? Waar zou u voor gaan? Neem eens 10 seconden de tijd om u de vermoeidheid van avontuur in te beelden. Vermoeiend, nietwaar?

2.
Misschien denkt u wel iemand te kunnen verblijden met dit verhaal, dat eigenlijk niet meer dan een oppervlakkige observatie van een saai schouwspel op een vliegveld ergens in het Midden-Oosten is. Wie weet kent u wel iemand die dat desondanks leuk vindt te lezen. Als dat zo is, stuur of vertel het door.

3.
Misschien, heel misschien is deze eerste onbetrouwbare indruk van Iran u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee in Oisterwijk. Maar alleen als er een euro voor over heeft. Anders niet. Want waarom zou je zo'n oppervlakkige observatie belonen?


Vriendelijke groet, ton.