De Luister-en-Vertel-Tournee

10.9.12

Brief aan taxiondernemer vanuit Londen

Woensdag 29 augustus 2012,
dag 1 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Argentinie en Uruguay,
Starbucks Terminal 5, Heathrow, Londen.

Hoi Bert,

Wat als ik niet ga?
Wat als ik niet terug kom?
Wat als ik hier blijf?

In ons land leven we met zijn allen in een sprookjesland. Althans vandaagdedag. Het sprookje kan morgen afgelopen zijn. Overmorgen kan ook. Of volgende week of volgende maand. Volgend jaar misschien, wie weet pas over tien jaar. Heel misschien nooit, maar in dat sprookje geloof ik dan weer niet. Nooit bestaat niet.

Maar voor nu leven we nog in sprookjesland. Ga maar na.

De meeste sprookjes eindigen met ´en ze leefden nog lang en gelukkig´. Heb je je wel eens afgevraagd wat dat nou eigenlijk is? Dat lang en gelukkig leven? Hoe ziet dat eruit? Wat doe je dan precies?

Ik bedoel: het plot van een sprookje is net als een James Bond-film. In het begin is er altijd drama en rampspoed. Een boze fee, een kwaadaardige stiefmoeder, kinderen die verdwaald zijn en bij een gemene heks uitkomen die ze gevangen houdt. En net als in een film van 007 komt het aan het eind altijd weer goed. De boze fee wordt voor eeuwig verjaagd, de kwaadaardige stiefmoeder verschrompelt ineen tot stof, de verdwaalde kinderen ontsnappen miraculeus aan de gemene heks en vinden weer veilig de weg terug naar huis. Eind goed, al goed.

En ze leefden nog lang en gelukkig.

Maar wat is dat nou, dat lang en gelukkig leven? Wat houdt het dan in? Wat doe je dan precies, als je bezig bent met lang en gelukkig te leven?

Je hoeft in ons land alleen maar goed om je heen te kijken om het antwoord te vinden. Dan leef je zoals wij leven. Dan doe je wat wij aan het doen zijn.

Al heel lang hebben we geen echte rampspoed meer gehad. De crisis van de jaren ´30, de oorlog 40-45 en daarna de watersnoodramp op 1 februari 1953, dat was het wel zo´n beetje. De laatste echte tragedies die wij hebben meegemaakt. Je ziet, Bert, ver voor jouw en mijn tijd. We zijn een stabiel veilige en welvarende natie geworden. En als je soms denkt dat we nu een crisis hebben: think again. Het enige verschil met de economische crises van de jaren ´70, die van de jaren ´80 en die van de jaren ´90 is dat die al voorbij zijn en we achteraf weten dat het allemaal wel meeviel, en die van nu nog niet. Pas in de toekomst zal de geschiedenis uitwijzen of dit niet weer een tijdelijke terugval zal zijn geweest.

Natuurlijk zijn er wel grote en minder grote drama´s en tragedies geweest, waar individuele mensen en soms zelfs hele families door diep leed werden getroffen. Vliegtuig- en andere verkeersongelukken, faillissementen en massaontslagen, om maar eens iets te noemen. Maar meer dan een rimpeling in de vijver, al was het soms een forse rimpeling, is het niet geweest, volksperspectievelijk gesproken.

De verkiezingen van 12 september gaan niet over de vraag welke ingrijpende revoluties nodig zijn. Niet over de vraag welke grote maatschappelijke misstanden opgelost moeten worden. We verschillen slechts van mening over de vraag wat te doen om te behouden wat we hebben. De vraag is niet hoe we een luxe en comfortabel leven kunnen gaan leiden, de vraag is wie hoeveel luxe mag houden en wie met minder luxe genoegen moet gaan nemen. Welke hervormingen nodig zijn om te zekeren dat het sprookje van onze welvaart in stand blijft.

Je ziet, Bert, met alle ups en downs zijn we met zijn allen bezig lang en gelukkig te leven. We leven in een sprookjesland.

Vannorgen bracht Hub me naar Brussels Airport. Aangename lift. Altijd goed te constateren dat er vrienden zijn, die me helpen bij mijn missie. Vrienden als jij en Hub horen bij het sprookje waar ook ik in leef. Vrienden die ik missen ga als ik niet uit Argentinie / Uruguay terugkeer.

Vanmorgen vloog ik van Brussel naar Londen, en daar ben ik nu.

Drie mogelijkheden zijn er nu. Om 21.55 pas gaat vlucht British Airways 245 naar Buenos Aires. Ik heb een ticket, zelfs al een boarding pass. Kan dus zo instappen en naar Argentinie vliegen. Mijn rugzak met handige maar niet onmisbare spullen gaat sowieso. Die is in Brussel ingecheckt voor Buenos Aires en wordt vanzelf door het grondpersoneel zonder mijn toedoen getransfereerd naar vlucht BA 245.

Mogelijkheid 2 is dat ik terug ga. Vluchten zat naar het vasteland van Europa. En als dat niet gaat: hoe ver is Londen nou van Brabant verwijderd? Overland en per boot duurt het alles bij elkaar een uurtje of 10. Er zijn goede redenen voor, hoor. Ben al te lang een hansworst geweest. Heb al te lang mijn talenten en vaardigheden verkwanseld aan het najagen van een dwaze droom. Heb al lang genoeg te veel mensen tekort gedaan. Zakelijk en prive.

Derde mogelijkheid is blijven waar ik ben. Dat kun je ruim zien: hier in Londen blijven. Of smal: op dit vliegveld blijven. Beide opties zijn aanlokkelijk. Londen is een boeiende stad. Daar valt vast iets te beleven. En een vliegveld als Heathrow is een fascinerende verzamelplaats van reizigers uit alle windstreken. Een bruisend kruispunt van talloze paden.

Simplistisch gezien zijn dat steeds de drie mogelijkheden: vooruit gaan, achteruit of stilstaan.

Naast me staan drie mannen hoorbaar Nederlands te praten. Ik kan hun conversatie goed verstaan, maar kan niet achterhalen met welk doel zij hier op Heathrow zijn. Zijn ze op de heen- of op de terugweg? Werken ze hier? Het zouden drie vrienden kunnen zijn, of ook drie collega´s. Het zou om een lunchbreak kunnen gaan, een stop op een pleziertochtje of een tussenlanding in een werkreis.

Ik vraag het ze: " Mag ik jullie wat vragen?"
"Ja."
"Waar gaan jullie heen?"
"Naar Denver."
"En is het werk of prive?"
"Prive. We gaan in Denver motorrijden."
"In Denver? Daar is toch niet Route 66?"
"Nee. We gaan vanuit Denver naar het zuidwesten. Naar Las Vegas en Californie."
"En huren jullie daar motoren? Of hebben jullie je eigen motor vooruit gestuurd?"
"Nee. Er staan motoren daar op ons te wachten."

Je ziet, Bert, we leven in een sprookje.

De meeste sprookjes eindigen met ´en ze leefden nog lang en gelukkig´. Hoe lang is lang? Hoe gelukkig is gelukkig? Sommige sprookjes eindigen met een olifant met een hele grote snuit. Die blaast het sprookje uit.

Wat als ik niet ga?
Wat als ik niet terug kom?
Wat als ik hier blijf?
Denk het niet, maar je weet ooit nooit.

Vriendelijke groet,

ton.