De Luister-en-Vertel-Tournee

27.9.06

Bedelbeleid in India

Dharamsala, woensdag 27 september 2006,
dag 3 van De Luister-en-Vertel-Tournee in de woonplaats van de Dalai Lama

Het is nog maar pas 8 uur in de morgen, maar in dit dorp in de bergen van Noord-India schijnt de zon al uitbundig. Om niet weer net als gisteren zijn hoofd te verbranden neemt de reiziger uit Nederland zich voor zijn hoed op te houden. Ook als hij zo dadelijk op het terras van Nick's restaurant ontbijt gebruikt.

Hij loopt de steile trap af van het guesthouse naar de straat. Onderaan gekomen gaat hij rechtsaf, richting centrum. De weg loopt tussen de bomen door omlaag. Bijna net zo steil als die trap van daarnet.

Aan de linkerkant van de weg zit de oude vrouw, die daar gisteren ook zat. Net als eergisteren. Ze steekt haar arm uit met de vingerloze hand open. Klaar om een aalmoes te ontvangen, zoals ze gisteren ook deed. Net als eergisteren.

"Hi. How are you?" In misschien wel haar enige Engels vraagt ze hem hoe het met hem gaat. Waarschijnlijk zonder te weten wat ze nou eigenlijk vraagt, want zonder zijn antwoord af te wachten vraagt ze om een roepie. "Rupee please, Sir". Dezelfde vraag als gisteren. En als eergisteren.

De man met de hoed voelt in zijn linkerbroekzak. "Sorry, no. Je past vandaag niet in mijn bedelbeleid". Hetzelfde Nederlandse zinnetje als gisteren. Maar niet als eergisteren. Toen had hij haar een 5roepie-munt gegeven. Hij tikt met de wijsvinger van zijn linkerhand aan de rand van zijn hoed en loopt verder.

* * * * *

Ruim een jaar eerder, Delhi, 23 juni 2005,

Dezelfde man met de hoed loopt door de galerij met winkels in de binnenste ring van Connaught Place. Dit deel van Delhi is een commerciele mix van west en oost. Britse architectuur uit eind 19de/begin 20ste eeuw, winkels en andere zaken van westerse merken als PizzaHut, McDonald's, Levi's en Adidas, en Indiase straatkraampjes waar vrijelijk boeken te koop zijn die in Europa niet of moeilijk te krijgen zijn.

Mein Kampf bijvoorbeeld, of een boek over Jezus de Nazareener, waarin wordt uitgelegd, en met argumenten onderbouwd, dat deze man als jongeling in Kashmir heeft geleefd, daar toen zijn wijsheid heeft opgedaan en die wijsheid gedurende drie jaar in Palestina in zijn predikingen heeft verkondigd. Volgens dat boek is hij weliswaar gekruisigd, maar daaraan niet gestorven. Hij heeft die straf miraculeus overleefd, is terug naar Kashmir gegaan en daar op zijn 80ste overleden.

Of deze boude theorie waar is, dat weet de man met de hoed niet, maar het is wel interessant. Het zou in ieder geval een aantal lacunes in de officiele christelijke lezing verklaren. En het zou het heiligdom verklaren, dat hij in Srinagar, de hoofdstad van Kashmir, heeft bezocht, en waar volgens de Kashmiri een voetafdruk van Jezus is vastgelegd.

Terwijl hij deze voor sommige mensen heiligschennende theorie overpeinst, voelt hij dat aan zijn shirt wordt getrokken. Een meisje steekt haar arm naar hem uit, de hand met de vingers in een kom geopend. In vloeiend Hindi vraagt ze hem om een aalmoes. Nou ja, het kan ook best een andere Indiase taal zijn; de man met de hoed kan het verschil tussen Hindi en die andere 18 talen van India niet horen. Met duim en wjsvinger van haar andere hand maakt ze korte eetgebaren naar haar mond.

"Sorry, no". Op zachte toon maar duidelijk maakt hij haar duidelijk dat het niet in zijn bedelbeleid past haar iets te geven. Zijn beleid is namelijk niets te geven. Verschillende Indiers hebben hem meermalen op het hart gedrukt toch vooral niets aan bedelaars te geven. Zij legden hem uit, en met argumenten onderbouwd, dat het geven van aalmoezen de bedelindustrie in stand houdt.

Want een bedrijfstak, zo kun je het wel noemen. Het schijnt dat er zelfs sprake is van een werkgevers/werknemers-verhouding. Veel bedelaars zijn in dienst van een ander, aan wie ze een deel van hun bedelopbrengst moeten afdragen. De bedrijfstak is, als hij die Indiers mag geloven, zelfs zo goed georganiseerd, dat de beste bedelplekken niet voor iedere bedelaar toegankelijk zijn. Indiers vertelden hem van praktijken als opzettelijke verminking, verhuur van babys en training in zielig gedrag. Dat alles met als doel een hoger bedelresultaat te krijgen.

Of die verhalen allemaal waar zijn, dat weet hij niet. Hij kan het niet nagaan. Hij gaat er maar van uit dat er in ieder geval een kern van waarheid is, en dus is zijn beleid niets te geven. Nou ja, bijna altijd niets. Soms, heel soms, geeft hij een bedelaar geld. Want hij gelooft niet in rigide beleid.

Soms is het moeilijk dat beleid uit te voeren, zoals nu. Het meisje maakt niet alleen eetgebaren naar haar eigen mond, maar ook naar die van een baby op haar arm. Best knap, als je er even over nadenkt; met de ene hand om een aalmoes smeken en met de andere tegelijk een baby vasthouden en pantomime spelen. Vast geoefend.

Het meisje is ook erg vasthoudend. Ze blijft de man met de hoed achtervolgen, onderwijl aan zijn shirt trekkend of zijn arm vastpakkend. En maar Hindi tegen hem aan blijven praten. Wat ze precies zegt, dat is hem volstrekt onduidelijk, maar de strekking snapt hij drommels goed.

Uiteindelijk besluit hij te stoppen en blijft stilstaan voor een winkel van Pepe Jeans. Het meisje stopt ook en kijkt hem verwachtingsvol aan.
"Luister, ik zeg het je maar 1 keer". In het Nederlands begint hij zijn antwoord op de voortdurende smeekbede in het Hindi. Hij steekt zijn wijsvinger omhoog. Waarschijnlijk zegt dat gebaar haar meer dan al zijn woorden.
"Niet twee keer", wijsvinger en middelvinger schudden langzaam van links naar rechts, samen met zijn hoofd.
"Ook niet drie keer", ringvinger erbij, nog steeds nee-schuddend.
"Een keer maar", alleen wijsvinger omhoog, hoofd stil nu.
"Dus luister goed, anders mis je het", wijsvinger naar zijn oor.
"Begrijp je me?". Onderzoekend zoeken zijn ogen de hare.

Daar valt niets te lezen. Natuurlijk begrijpt ze hem niet. Hoe groot is de kans dat een Indiaase bedelaarster in Delhi Nederlands verstaat en hem begrijpt? Maar dat laatste komt nog wel, ook zonder Nederlands te verstaan.

"Okay. Hier komt het. Goed luisteren nou".
Hij wacht een paar seconden. Het lijkt stil in Delhi.
"NEE". Niet hard, maar wel duidelijk. Zonder stemverheffng, maar wel met klemtoon.
Het meisje begrijpt het, draait om en loopt weg.

De man met de hoed loopt verder. Het hele tafereel zit hem niet lekker. En dan vooral zijn eigen arrogante houding niet. Net zoals zijn bedelbeleid hem eigenlijk niet bevalt.

Hoe beperkt zijn middelen in Nederland ook zijn, in India is hij een rijk mens. Als rijke mensen hun rijkdom niet met andere mensen, minderbedeelden willen delen, zelfs niet voor een klein beetje, dan ziet het er slecht uit. Niet alleen vanwege het egoisme, dat eruit spreekt. En ook niet alleen omdat het niet past in de traditie van die prediker in Palestina, die misschien wel in Noord-India heeft geleefd. Nee, ook uit eigen belang. Want dan komen die minderbedeelde mensen het vroeg of laat zelf halen.

Hij neemt zich voor terug in Nederland dat beleid nog eens te overwegen, en misschien wel te veranderen.

* * * * *

Dharamsala, weer woensdag 27 september 2006,
nog steeds dag 3 van De Luister-en-Vertel-Tournee in de woonplaats van de Dalai Lama

De man met de hoed loopt het complex uit, waar de Dalai Lama woont als hij in zijn tijdeljke thuisstad is. Tijdelijk, want Dharamsala is sinds zijn vlucht uit Tibet in 1959 zijn vrijwillig gekozen ballingsoord. Het werd hem te gevaarlijk in zijn door China bezette thuisland. Eens hoopt hij te kunnen terugkeren naar Lhasa, de hoofdstad van Tibet.

Zojuist is de man met de hoed in het Tibet Museum geweest, een onderdeel van het gebouwencomplex. Een kleine tentoonstelling van het leven in Tibet, zowel voor als tijdens de Chinese bezetting. Maar dat is een verhaal voor een andere keer.

Voorbij de poort zit een bedelaar. De man met de hoed voelt in zijn linkerbroekzak. Hij voelt een munt. Hij neemt het eruit en laat het in de ijzeren bedelbeker vallen.

Zijn beleid is om alle munten en de biljetten tot 5 roepie, die hij als wisselgeld terugkrijgt, niet uit te geven, maar in zijn linkerbroekzak te stoppen. In de rechter gaat het grotere geld. Zolang er in zijn linker nog geld zit, geeft hij iedere bedelaar, die hij tegenkomt, iets uit die broekzak. Zodra die leeg is, heeft de volgende bedelaar pech.



3 brutale vragen:

1.
Globaal gezien is zelfs de armste Nederlander rijk. Durf eens de tijd te nemen dat te overdenken.

2.
Misschien vindt u dit verhaal van de man met de hoed waardevol genoeg om het met een ander te delen. Als dat zo is, vertel of stuur het door. Maar alleen als u dat de moeite waard vindt, anders niet.

3.
Misschien, heel misschien vond u het verhaal over het bedelbeleid van de Nederlander wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het dan aan rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het verhaal een euro waard vond, anders niet. Waarom zou je anders een rijk mens een euro geven?

Groet, ton.