De Luister-en-Vertel-Tournee

26.9.06

Dan, de Canadees

Manali, zondag 24 september 2006

Hoe Dan te beschrijven? Om te beginnen: hij is een 21-jarige Canadees uit Vancouver. Hij is opgegroeid in British Columbia, een Canadese provincie in de Rocky Mountains. Zijn ouders zijn Amerikaans; zijn vader komt uit Californie en zijn moeder uit West-Virginia. Hoe die in Canada terecht zijn gekomen is niet helemaal duidelijk. Dan schijnt ook Mormoonse familie te hebben, die in Salt Lake City wonen. Maar misschien is Dan wel het best te beschrijven door te vertellen van het voorval van afgelopen vrijdag.

* * * * *

Vrijdag 22 september 2006, onderweg van Leh naar Manali, ergens in de Indiase Himalaya

De Tourist-bus stopt op ongeveer 40 meter van de bergstroom. Het kletterende geluid is in de bus goed te horen. Diep is de stroom niet, en breed al evenmin. De stenen en rotsen van de bedding zijn goed te zien, glad van het water en glimmend in de zon. Op sommige plaatsen is het water een meter diep, anderhalf misschien. Van de ene naar de andere oever is 25 meter, 30 misschien. Veel verder zal het niet zijn. En eigenlijk zijn het ook geen echte oevers; de overgang van droge keien naar natte gaat heel glooiend.

Er staat een witte Tata-jeep in het water, vanuit de bus gezien op een kwart van de breedte van de rivier. Met zijn neus richting de bus. Hij staat een beetje scheef. Aan de linkerkant komt het snelstromende water net tot aan de wielnaaf, aan de andere kant is de band niet te zien; verdwenen onder het schuim van het wateroppervlakte. Kennelijk heeft de jeep zich vastgereden. Terwijl twee mannen tot aan hun knieen in het koude bergwater aan de achterkant de Tata duwen, treken vanaf de oever een paar mannen aan een touw, dat aan de voorkant is vastgemaakt.

De bus is onderweg van Leh in Ladakh naar Manali. Een tocht van 475 kilometer in twee dagen. Door de Indiase Himalaya, over passen van tussen de 3900 en 5300 meter hoog. In de bus zitten voornamelijk toeristen. 4 Israeliers, 2 Schotten, 2 Japanners, 2 Oostenrijksen, 1 Zwitserse, 1 Duitse en 1 Amerikaan. Allemaal rond de 27 jaar oud, behalve de Amerikaan; die is rond de 54. En dus een 21-jarige Canadees; Dan.

De rest van de stoelen is bezet door Ladakhi. Naast de man met de hoed zit een moeder met een baby. Het meisje is niet ouder dan een maand of 6. 7 misschien. Dat is bij kinderen sowieso moeilijk te schatten, en al helemaal bij een baby met Tibetaanse gelaatstrekken.

Fantastische rit. Geweldige panorama's. Veel gebump door de slechte weg. Meestal is de weg, net breed genoeg voor een bus of truck, geteerd. Maar bijna evenzovaak is het niet meer dan een keien- of grindpad. Stijl omhoog en stijl omlaag. Soms een brug om een ravijn of een rivier over te steken. Nergens een vangrail. Niet bepaald een prettig uitstapje voor mensen met hoogtevrees.

Eigenlijk hoort die witte Tata helemaal niet in de rivier te zijn. Een kleine 100 meter naar links is een brug te zien. Er lopen mensen overheen. Aan de overkant, op de andere oever, staan een stuk of zeven jeeps. Daarachter een paar vrachtauto's en de onvermijdelijke legertrucks. Het lijkt erop dat ze staan te wachten tot de witte Tata de weg door de rivier heeft vrijgemaakt. Het lijkt erop dat de brug is afgesloten en dat al het verkeer door de bergstroom moet. Dat dat niet altijd even gemakkelijk is, blijkt uit de vastgelopen Tata.

Al tijdens de rit totnutoe was duidelijk dat Dan niet het type is om stil te zitten. Geregeld loopt hij, ondanks het vervaarlijk gehotseklots, door de bus om links en rechts foto's te nemen. En bij iedere stop, hoe kort ook, is hij de eerste om buiten te zijn. Hij is ook duidelijk niet het type om stil te zijn. Geregeld vraagt hij de passagiers om hem heen van alles en nog wat of vertelt hij van de Rocky Mountains thuis in Canada. Het is duidelijk dat Dan een dynamisch en energiek type is. Om een of andere reden roept hij daarin veel sympathie op. In ieder geval bij de man met de hoed. Zijn drukdoenerij stoort hem geen moment, ontlokt hem zelfs meer dan eens een glimlach.

De bus staat nog niet stil op de langzaam aflopende keienoever, of Dan is al bij de deur om te zien wat er aan de hand is. Hij heeft niet veel tijd nodig om te concluderen dat hier bijzondere plaatjes te maken zijn. Hij opent de deur en springt eruit. De man met de hoed ziet hem richting rivier lopen. Er zijn er meer, die op hetzelfde idee komen. Maar de meesten blijven zitten.

Dat is niet zo gek. Nog maar 10 minuten geleden is de bus vertrokken bij een legercheckpoint, waar noodgedwongen anderhalf uur is gestopt. Noodgedwongen: de dienstdoende officier vertelde de chauffeur dat de brug kapot was, dat het leger bezig was met reparatie, en dat tot die tijd al het verkeer moest wachten. Dus was de bus achteraangesloten bij de tientallen trucks, die ook niet verder konden. Nou ja, niet echt achter aangesloten; de buschauffeur reed de trucks voorbij en parkeerde de bus achter twee andere wachtende bussen. Dan zou hij al die wachtende trucks voor zijn, zodra de brug weer open was. De passagiers hadden de tijd, ook alweer noodgedwongen, doorgebracht in een van de twee tenten, die als restaurant dienen. En ook al hadden de meesten bij een stop even daarvoor al gegeten, uit verveling bestelde bijna iedere passagier wel wat.

Voordringen is van alle plaatsen. Ook van alle tijden trouwens. Maar dat is een item voor een ander verhaal. Net als het verhaal van die noodgedwongen stop van anderhalf uur. Een verhaal met mooie ontmoetingen met mooie vrouwen, samenzweringstheorieen, vooroordelen en een heerlijke chappatti met omelet. Zoals gezegd; dat is een verhaal voor later. Terug, in de tijd vooruit, naar die witte Tata-jeep, gestrand in de witschuimende bergstroom.

Vanuit de bus is goed te zien hoe Dan aan het helpen is die Indiase terreinauto uit de penarie te helpen. Hij is vanaf die afstand ook moeilijk te missen. Zijn gele, volgens sommigen in de bus oranje, shirt steekt fel af tegen de grauwe kleuren van de andere helpers. Ook is hij veel groter dan die anderen, allen Ladakhi, of in ieder geval Indiers. Maar het meest valt hij op door zijn alomaanwezigheid bij die reddingsscene 40 meter verderop. Dan weer is hij duwend aan de achterkant van de jeep te zien, dan weer is hij een van de touwtrekkers aan de voorkant. Soms staat hij op een treeplank aan de zijkant, soms bovenop de motorkap. Wat hij daar aan het doen is, dat is onduidelijk, net zo min als zijn bedoeling.

Om een lang verhaal van zeg een half uur kort te maken: uiteindelijk wordt de Tata vort getrokken en onder luid gejuich rijdt de auto de rivierbedding uit de droge oever op. De chauffeur stuurt de de auto nog een stukje verder en stopt vlak voor de bus.

Een voor een gaan de andere jeeps te water en steken met gierende motor de rivier over. De tweede dreigt zich even ook vast te rijden, maar wordt al snel losgetrokken. Kennelijk leren de volgende chauffeurs steeds beter waar naartoe te sturen, geholpen door de helpers op de kant. De volgende auto's komen in een keer aan de overkant. Voor de trucks is de oversteek een stuk gemakkelijker.

In de tussentijd komt Dan terug de bus in. Zijn broek is nat, net als zijn schoenen. "Zeker koud?", vraagt een van de passagiers. "Yes, the water is freezing". Maar uit niets blijkt dat hij het zelf koud heeft. Zijn energie is hart- en spierverwarmend. Hij droogt zich zo goed en kwaad als het gaat af.

De buspassagiers worden gevraagd de bus te verlaten en te voet over de brug de rivier over te steken. Daar ziet de man met de hoed dat de staat van die brug erg slecht is. Hm, toch niet een truc van de uitbaters van tent-restaurants bij de legercheckpoint om argeloze voorbijgangers te verleiden bij hen te komen eten. Toch geen samenzwering tussen de dienstdoende officier en sluwe restaurateurs.


3 brutale vragen:

1.
Neem eens even de tijd om u de kou in te denken van het water in de bergrivier, als je daar met blote voeten een half uur of zo instaat. Kou, waar Dan de Canadees dus kennelijk geen last van had. En beeld u dan eens in wat voor energie een mens kan hebben. Hoeft geen half uur hoor; een minuutje is genoeg.

2.
Misschien vond u het verhaal van de geslaagde reddingsoperatie in de Himalaya wel leuk genoeg om iemand anders te vertellen. Ga gerust uw gang: stuur of vertel het door. Er rust geen copyright op. Maar denk eerst even na of u die ander er wel een plezier mee doet. Zo niet, laat het dan.

3.
Misschien, heel misschien vond u het verhaal van Dan de Canadees wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het dan aan rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vond, anders niet. Bewaar het dan maar voor een andere reddingsoperatie.

Groet, ton.