De Luister-en-Vertel-Tournee

29.9.06

Hoor en wederhoor in The Times of India

Dharamsala, vrijdag 29 september 2006, dag 5 van de Luister-en-Vertel-Tournee in het ballingsoord van de Dalai Lama

Op het terras van Nick's restaurant eet de Nederlander zijn ontbijt. Hoed op, want ook al is het pas half acht, de zon schijnt al hard in dit dorp in de bergen van Noord-India. Hij heeft ook nog niet de tijd genomen sunblock te kopen.

Zijn dagelijkse ochtenddilemma heeft hij al opgelost. Zal hij muesli met fruit en yoghurt nemen, een verstandige keuze, of scramblled eggs on toast, waar hij eigenlijk zin in heeft? Vandaag is hij voor zijn apetijt gegaan. Morgen maar weer verstand gebruiken.

Hij wil een verhaal schrijven over het Tibet Museum, dat hij gisteren voor de tweede keer heeft bezocht. Een verhaal over de gruwelijkheden van de 20ste eeuw. Te beginnen met de Britse concentratiekampen in Zuid-Afrika tijdens de Boerenoorlog. Een bedenking van Lord Baden Powell. Jawel, dezelfde als van de padvinders. Tot en met de wreedheden op de Balkan in de jaren '90 van die eeuw. Maar het wil hem maar niet lukken de juiste woorden te vinden. Soms is schrijven net hard werken.

En dus pakt hij maar iets te lezen. Passief is schrijven gemakkelijker dan actief. Zoals de meeste zaken in het leven trouwens. Hij leest wat uit het boek, dat hij eergisteren heeft gekocht. De laatste publicatie van Paolo Coelho, een Braziliaanse schrijver, die elk jaar een nieuw boek uitbrengt. Vers van de pers; het is ee week geleden in India uitgekomen. Dit keer valt het de Nederlander met de hoed tegen. Het is niet echt een nieuw boek. Meer een verzameling al eerder verschenen columns en korte verhalen. Een beetje teleurgesteld in het gebrek aan creativiteit van de Braziliaan legt hij het boek opzij en pakt de krant, the Times of India. Een oude, die van afgelopen maandag, en de Delhi-editie.

Al bladerend komt hij bij de opinie-pagina, altijd een goed middel te zien wat er leeft. Nou ja, wat er volgens de journalistiek leeft onder mensen. Zijn oog valt op een kleine kop: 'Nederlandse diplomaat noemt Delhi een vuilnisbelt'. Getriggered door zijn eigen nationaliteit leest hij verder. Het blijkt een korte polemiek tussen een redacteur van the Times en een lezer.


Times' standpunt
Het is een zeer kromme kijk

Arnold Parzer, een ervaren diplomaat van de Koninklijke Nederlandse ambassade in Delhi, heeft recentelijk aan een Nederlands nieuwsblad verteld dat Delhi de ellendigste plaats is waar hij ooit heeft geleefd. "Alles wat maar verkeerd kan gaan, gaat ook verkeerd; iedereen bemoeit zich met iedereen; de mensen zijn een constante bron van ergernis; het klimaat is een hel, de stad een vuilnisbelt", had hij gezegd.

New Delhi heeft reden zich beledigd te voelen. Parzer's opmerkingen getuigen van een zeer slechte smaak. Zelfs als dit zijn echte gevoelens zijn over de stad, hij had er beter aan gedaan het te bewaren voor zijn memoires of in ieder geval totdat hij uit Delhi was overgeplaatst voor het publiekelijk te maken. Je valt je gastland niet af terwijl je daar je diensten verricht. Dat is net zoiets als de gast die de gastvrouw aan tafel vertelt hoe afschuwelijk het eten smaakt.

Het is niet alleen dat diplomaten geacht worden tactvol en correct te zijn. Parzer verknipt de werkelijkheid door alleen op de negatieve zaken te focussen. Indiase gastvrijheid en warmte, iets waarover de meeste bezoekers aan India niet ophouden te praten, schijnen hem onberoerd te laten.

Delhi is niet de schoonste stad in de wereld, dat is waar. Maar hitte en stof zijn het lot van de gemiddelde Delhier. Diplomaten zijn een vertroeteld slag. Ze worden deel van de elite zodra ze hier landen. De diplomaten-enclave, waar de ambassades zijn gevestigd, is de meest luxueuze plaats van de stad. Hun medewerkers leiden een gekussende levensstijl. Voor de meesten van hen zijn de enorme huizen, de batterij aan bediendes, kok en chauffeur ondenkbare gemakken als ze weer thuis zijn. In de meeste westerse hoofdsteden is het equivalent misschien een krap appartement in een voorstad.

Hun koopkracht, de faciliteiten die hen ter beschikking staan en de voorkeursbehandeling die ze krijgen waar ze ook naar toe gaan maken van India een droompost. Niet alleen diplomaten, er zijn veel buitenlanders die verliefd zijn geworden op Delhi en ervoor hebben gekozen hier naartoe te verhuizen - Mark Tully en William Dalrympe zijn daar maar twee beterbekende voorbeelden van. Er zijn Indiers die na jaren in het buitenland te hebben gewoond, prefereren naar Delhi terug te komen vanwege de mogelijkheden hier. Gegeven dit alles verwondert men zich waar Parzer zich zo over beklaagt.


Daarnaast, in een tegenvisie, staat de mening van een lezer afgedrukt.

Tegenstandpunt
Noem het beestje bij de naam

De gemiddelde Delhier heeft niet bepaald een glanzende reputatie, dat weten we allemaal. Delhiers weten het, de rest van India weet het, Indiers in het buitenland weten het en, okay, nu weten de lezers van een Nederlands nieuwsblad het ook.

Niemand ontkent Delhi's opmerkelijke geschiedenis of haar groeiende status als een levendige metropool, maar laten we het beestje bij de naam noemen: Delhi heeft serieuze problemen. Hoeveel viaducten en metrolijnen er ook zijn aangelegd, het bleek niet in staat het verkeersprobleem op te lossen. Delhi blijft nog steeds een van de meest vervuilde steden ter wereld. Haar infrastructuur kan de groei van de bevolking niet bijhouden, en de verspreiding van sloppenwijken, vuilnis en menselijk afval in de stad zijn een schande.

Zeker, als diplomaat had Arnold Parzer niet moeten zeggen wat hij zei. Hij is een gast in dit land, die het bevoorrechte leven leidt dat India aan buitenlandse zendelingen aanbiedt. Bovendien, de taal die hij bezigde was lomp en antagonistisch. Maar wat hij zei verschilde niet zoveel van gesprekken die in Indiase kleedkamers te beluisteren zijn. Als een fietser voor een rood licht tegen een auto schaart, zul je zien dat onmiddellijk totaal niet-betrokken omstanders er wel voor zorgen beide partijen te vertellen wat ze ervan vinden. Ja, iedereen bemoeit zich met iedereen en, ja, de mensen kunnen een constante bron van ergernis zijn. Bezoekers uit andere delen van India zijn vaak ontzet door de agressie en het gebrek aan hoffelijkheid dat de inwoners van de hoofdstad ten toon spreiden.

Parzer klaagde ook over het klimaat in Delhi. We kunnen niet ontkennen dat het weer in Delhi zonder twijfel hard is. In zijn boek 'City of Djinns' beschrijft zelfs iemand die door Delhi is gefascineerd als William Dalrympe in niet mis te verstane woorden de nietsontziendheid van de wc-stank en de strenge winter in Delhi.

Een diplomaat die Delhi bekritiseert zoals Parzer deed is zonder twijfel slechte PR voor de stad. Natuurlijk zouden we liever niet zien dat onze vuile was zo buiten wordt gehangen. Maar terwijl wij het misschien niet leuk vinden om Delhi een vuilnisbelt te noemen of een ellendige plek om te wonen, zou het best wel eens kunnen dat iemand anders het wel op die manier bekijkt.


De reiziger met de hoed legt de krant neer. Opmerkelijk toch dat je dit soort berichten zo vaak leest of hoort in de hoofdsteden van de wereld. Het had, op wat details na en afgezien van de overdrijvingen, net zo goed over Bangkok, Buenos Aires of Bern kunnen gaan. Of over Belgrado, Boekarest of Budapest. Ja, zelfs over Amsterdam. Of zou dat alleen maar aan hem zelf liggen? Zou je dit soort berichten over iedere stad kunnen schrijven?

Voorlopig laat hij die vragen maar rusten. Vandaag wil hij regelen naar Amritsar te gaan. Met de bus of met de trein? Het ene dilemma is nog niet opgelost, of er is al weer een nieuw.


3 brutale vragen:

1.
Ieder verhaal heeft tenminste twee kanten. In werkelijkheid zelfs oneindig veel meer. Het ligt er vaak maar net aan van welke kant je het bekijkt.

2.
Misschien kent u wel iemand, een Amsterdammer of zo, aan wie u dit verhaal wilt vertellen. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Hoeft geen Amsterdammer te zijn, hoor.

3.
Misschien, heel misschien vond u deze korte polemiek naar aanleiding van de ondiplomatieke uitspraken van een Nederlandse diplomaat wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het dan aan rekeningnummer 1689.67.456 t.n.v. Stichting Luister-en-Vertel-Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vond, anders niet.
Groet, ton.