Een pittig twistgesprek, opgetekend langs de Eufraat
Zondag 18 maart 2007,
dag 18 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Syrie,
Deir ez-Zur
De ondergaande zon kleurt de zandstenen gebouwen aan de overkant van de Eufraat oranje-violet als de man met de hoed het restaurant met uitzicht op de rivier verlaat. Bij de hangbrug naar de andere oever, alleen toegankelijk voor voetgangers en motorrijders die hun vehikel de trappen op en af kunnen laten rijden, slaat hij rechtsaf, richting centrum. Het is een kwartiertje lopen naar Cliq internetcafe.
Die tijd is net genoeg om te bedenken welk verhaal hij zal gaan versturen. Misschien dat stukje over de Syria Times? Over het verslag in die krant van het bezoek door Javier Solana aan Damascus? Of een oud verhaal uit Damascus, van het gesprek met Walid Shibly, die hem vroeg of hij in Amerika Bush ging doden? Of het gesprek met Astrid Rijbroek, directeur van het Niasd, die hem vertelde dat Damascus in 2008 culturele hoofdstad van de Arabische wereld is en hem vroeg of hij daar misschien een idee voor had? Nah, hij zal wel zien als hij bij Cliq is.
* * *
Vrijdag 16 maart 2007, twee dagen eerder,
dag 16 van de Luister-en-Vertel-Tournee in Syrie,
Qamishle
Onderweg van het centrum naar het station komt de man met de donkerbruine hoed en de paars/lila rugzak Abu Basil tegen. Eigenlijk is het omgekeerd: Abu Basil komt hem tegen. Terwijl hij door de hoofdstraat van het stadje loopt, en zich bedenkt of hij te voet naar Hasake zal gaan of toch maar de trein naar Deir ez-Zur zal nemen, hoort hij vanuit een zijstraat zijn naam roepen. Hij draait zich om en ziet de Arabier op hem afkomen. "How are you? Come have some tea!" Abu Basil heeft geen tijd het antwoord op de eerste vraag af te wachten. Hij neemt de uitnodiging aan. De thee wordt koffie. Geen Turkish Coffee dit keer, maar espresso zonder suiker uit een koffie-automaat.
Zijn laffe en luie inborst wint: het wordt de trein. Hij gelooft Abu Basil niet als die zegt dat Hasake 100 kilometer is, zelf gelooft hij ongeveer 70, hij neemt toch maar de trein naar Deir ez-Zur. Het gezelschap van Abu Basil bevalt hem wel. Sinds hij de 50-jarige Arabier al meteen bij aankomst in Qamishle ontmoette, heeft die hem al een paar keer goed geholpen. En hij spreekt ook nog behoorlijk Engels, dat vergemakkelijkt de conversatie.
Of hij zin heeft mee te lopen naar het station? Dat heeft hij wel. Het is vrijdag, en hij heeft toch niets bijzonders te doen. Zelf denkt de man met de hoed dat hij op andere dagen ook niets bijzonders te doen heeft, maar misschien is dat te snel geconcludeerd na drie dagen Qamishle.
Bij een eetstalletje vlakbij het station stelt hij de Arabier voor hem eens te tracteren op thee of koffie in plaats van omgekeerd. Dat weigert hij vriendelijk, maar als hij zelf wat wil drinken, dan is dat goed. De man met de rugzak gaat naar binnen; misschien drinkt Abu Basil toch wat mee als hij eenmaal aan de thee zit.
Nog voor hij de kans krijgt iets te bestellen heeft Abu Basil hem al bij de stalhouder geintroduceerd als Hollander. "Hoe gaat het?", vraagt die in goed Nederlands. "Goed", antwoordt de Hollander in zijn eigen taal, verrast die hier te horen. De man, of is het een jongen?, moeilijk te zien, zou zomaar 27 kunnen zijn, blijkt verder een voor Syrische begrippen behoorlijke woordenschat in het Nederlands te hebben. Keiharde G, en bijna even harde H, dat wel, en soms moet de Nederlander moeite doen te verstaan wat de Syrier bedoelt. Ze voeren een praatje-pot over het weer in Syrie en Nederland, over de tijd en het tijdsverschil, over leven en eten. Wat in het Nederlands niet lukt, gaat wel met het Engels van Abu Basil.
De Hollander, nieuwsgierig naar de verrassende taalvaardighied van de stalhouder, komt te weten dat de vrouw van de jongen in Nederland woont. Al 6 jaar. Wat ze daar precies doet wordt hem niet helemaal duidelijk. En waarom ze daar is ook niet.
Als het gesprek met de stalhouder even dood valt, begint Abu Basil te vertellen wat het probleem van Europa is. De man uit Nederland had de afgelopen dagen al gemerkt dat Abu Basil niet zo van stiltes houdt. Die moeten zo snel mogelijk worden gevuld, vindt hij kennelijk. Europa is niet open, zo beweert hij. En er zijn in Europa te weinig kinderen. Waarom maakt Europa het zo moeilijk voor Arabieren om naar Europa te gaan? Het zou voor Europa veel beter zijn om mensen van buiten, zoals Arabieren, te laten komen om te werken. "They can make money for the government".
Niet voor de eerste keer verkondigt Abu Basil hem die visie. Eergisteravond nog, in een coffeehouse, probeerde hij de Nederlander onder het drinken van Turkish Coffee ook al zijn kijk op de Europese problematiek uiteen te zetten. Die vond het wel interessant, al had hij instinctief als reactie de gedachte 'wie is hij om mij te vertellen wat het probleem van Europa is? Wie is hij om mij als Europeaan te vertellen wat dan de oplossing is? Wie is hij om Europa te vertellen wat te doen?' Maar toen hij die instinctmatige reactie te boven was, lukte het beter naar de Arabier te luisteren en te proberen te begrijpen wat hij nu precies bedoelde. Soms is de mening van een buitenstaander of een leek minstens zo nuttig en treffend als die van een insider of een deskundige. Misschien wel vaker dan alleen maar soms.
Eergisteravond probeerde hij hem nog wel uit te leggen dat het allemaal toch iets ingewikkelder in elkaar steekt dan de eenvoud van Abu Basil's woorden doet vermoeden. En dat oplossing ervan derhalve ook niet zomaar een-twee-drie bedacht is, laat staan uitgevoerd. Echt ontvankelijk echter schijnt Abu Basil niet te zijn voor de nuanceringen van de Europeaan. Al gauw geeft die het op, ook al omdat Abu Basil's begrip van Engels onvoldoende is om de nuanceringen te volgen. Of misschien is hij zelf wel niet duidelijk genoeg. Dat kan natuurlijk ook.
En nu, in dit eetstalletje, herhaalt Abu Basil zijn visie. In het begin luistert de Hollander er nog aandachtig naar. Al was het maar om te horen of misschien toch iets van zijn tegenwerpingen van eergisteravond met vertraging zijn overgekomen. Als dat uit niets van de woorden van de Arabier blijkt, merkt hij dat hij zich begint te irriteren. Misschien komt dat wel doordat Abu Basil, net als in het coffeehouse, zijn mening met dominante stemverheffing kracht bijzet. Of misschien komt die irritatie wel doordat hij in zichzelf merkt moeite te hebben niet met de Arabier 'omhoog' te gaan. Voorzichtig herhaalt hij de tegenargumenten van eergisteren. Zoveel mogelijk vragenderwijs. "Don't you think there's more than one reason for Europe to be strict on immigration?". "Do you really believe all people of Europe hate all muslims?". "Do you really believe all Arabs coming to Europe have good intentions?". Als het al lukt de woordenstroom van Abu Basil te onderbreken, lijken zijn vragen niet aan te komen.
Uiteindelijk wint de irritatie het van de beheersing. Niet goed, hij weet het, en ook heel erg onwijs, maar het gebeurt. "Luister", onderbreekt hij het betoog, "ik zal je vertellen waarom mensen in Europa niet graag nog meer Arabieren of moslims naar hun land zien komen. Omdat er Arabieren en moslims zijn die met kwade bedoelingen komen. Omdat sommigen helemaal niet komen om te werken, maar om geld op te halen om naar huis te sturen. Of erger nog: ze komen al met geweld in hun hoofd. En natuurlijk zijn dat er maar weinig, maar zeg nou niet dat die er niet zijn. Natuurlijk willen de meesten gewoon een goed bestaan opbouwen, maar jij weet best wel dat er ook zijn met andere ideeen. En zolang er moslims of Arabieren zijn die staan te juichen als er 3000 mensen in New York door geweld doodgaan, onschuldige mensen, of 150 in Madrid, of 60 in Londen, of een filmmaker in mijn eigen land, zo lang zullen mensen in Europa bevreesd zijn zomaar Arabieren of moslims naar hun land te laten komen. En ga me nou niet vertellen dat dat niet gebeurt. Ik wed dat hier in Qamishle mensen 11 september hebben gevierd in plaats van betreurd. En jij vraagt me nog waarom Europa niet open is voor Arabieren? Denk je soms dat de Europeanen gek zijn, of zo? En nog eens wat anders; waarom zouden rijke mensen arme mensen rijker maken, als die arme mensen dat zelf niet kunnen? Nou?"
3 brutale vragen:
1
Wow! Soms kan een vriendelijk gesprek een beetje uit de hand lopen. Ontaarden in uit-hun-verband-gerukte beweringen, onkiese suggesties, onterechte generalisaties, tot aan jij-bakken toe. Gelukkig maar dat ik daarna nog gewoon met Abu Basil naar hetstation ben gelopen en op lagere toon met hem heb kunnen praten. Ook iets om over na te denken.
2.
Misschien wilt u dit verhaal wel met iemand anders bespreken. Als dat zo is, vertel of stuur het door. Zorg er dan wel voor dat het een goed gesprek blijft.
3.
Misschien vindt u deze optekening van een twistgesprek in een uithoek van Syrie wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het dat waard vindt. Anders niet.
Vriendelijke groet, ton.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home