De Luister-en-Vertel-Tournee

20.3.07

Kinderarbeid in Deir ez-Zur

Dinsdag 20 maart 2007
dag 20 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Syrie
cafe Al Kaiam, Deir ez-Zur

Het is tien uur 's morgens. De man met de hoed zit op het terras van cafe Al Kaiam. Half in de zon, half in de schaduw. Zijn paars-lila rugzak staat tegen een paal van de luifel, gepakt om naar Palmyra te gaan. Het terras is een trottoir van 2 a 3 meter breed. Langs de gevel van het cafe staan op een rij 10 houten stoeltjes met rieten zitting, en vijf tafeltjes. Verder staan op het trottoir-terras nog zo'n tien van die stoeltjes. Er zitten naast de man met de hoed nog zes mensen te genieten van de ochtendzon.

Een jongetje van een jaar of twaalf komt naar hem toe. Aan het kistje en het verfblik herkent hij een schoenpoetser. In gebaar vraagt de jongen of hij zijn dienst mag leveren. De man met de hoed gunt hem zijn bussiness. Hij doet zijn schoenen uit en geeft die aan de jongen. De slippers die hem ter vervanging worden aangeboden weigert hij beleefd; voor eventjes durft hij wel een held op sokken te zijn.

Al toen hij vanaf Hotel Al-Jamira al-Arabiyya hierheen liep had hij zich voorgenomen de eerste de beste schoenpoetser die zich zou aanbieden zijn zin te geven. Vier nachten is hij in Deir ez-Zur geweest. En vier ochtenden is hij de dag begonnen met een turkish coffee op dit terras. Mooie routine in een verder ongeregeld leven.

Elke morgen aanschouwde hij het tafereel van de schoenpoetsers op het plein voor het cafe. Kinderarbeid, want zo te zien zijn ze tussen 10 en 15 jaar oud. Zodra een man op het terras gaat zitten, komt een van de jongens naar hem toe, maakt met zijn hand een vaag gebaar en wijst op de schoenen van de man. Die zegt ja of nee. Bij ja doet hij zijn schoenen uit, meestal instappers, en verruilt die voor de slippers van de jongen. Die zet zich op een omgekeerd verfblik op de straat naast het trottoir en poetst de schoenen van zijn klant. Na gedane arbeid verwisselen de slippers en de schoenen weer van bezitter en overhandigt de klant de poetser de beloning.

Tot nu toe poetste de man met de hoed op zijn reizen zijn schoenen zelf. Het ene paar althans. Hij reist met twee paar Bommels, een paar aan zijn voeten en een paar in de rugzak. Identieke schoenen, halfhoog model, alleen is de een van glad leer en de ander van suede. Die laatste hoeven niet te worden gepoetst.

Schoenpoetsen is als een eerbetoon aan de koe, die haar leven gaf om mogelijk te maken dat hij gelederd over de wereld reist. Het minste dat hij terug kan doen is aandacht besteden aan haar stukje huid, dat ervoor zorgt dat zijn voeten beschermd worden tegen de oneffenheden op zijn pad.

De jongen doet er toch wel een kwartier over. Langer, zo lijkt het, dan bij de instappers van de andere klanten. Als hij klaar is en de schoenen teruggeeft, geeft de man met de hoed hem een briefje uit zijn rechterbroekzak, denkende dat het 50 pond is. De jongen lijkt er een beetje verlegen mee. Hij loopt naar binnen en komt terug met twee briefjes van 100. "10, maybe 20 pounds is enough", zegt Ahmed, de Syrier naast hem waar hij kort mee heeft gesproken. De man neemt de twee honderdjes aan en geeft uit zijn andere broekzak een muntje van 25.

Even later komt een vrouw in een zwarte niqaab naar hem toe. Ze steekt haar hand uit, het enige stukje huid dat hij van haar ziet. Hij legt er een munt in. Het zijn er niet veel, maar ook de bedelaars heeft hij de afgelopen vier dagen op het plein bezig gezien. De jongen die zijn schoenen heeft gepoetst zit nog vlak voor hem op de straat en ziet het gebeuren. Zojuist heeft die man met de hoed hem 25 pond betaalt, en daar heeft hij 15 minuten werk voor geleverd. Wat moet hij wel niet denken, nu hij ziet dat de vrouw ook geld krijgt, in een oogwenk, en daar alleen maar een beetje zielig voor hoeft te doen?

Aan zijn gezicht is niets te zien, dus naar zijn gedachten valt alleen maar te raden. 'Let's make magic', denkt de man met de hoed. Hij scheurt een bladzijde uit de schrijfblok in zijn rugzak en schrijft er in het Engels een bericht op. Hij vouwt het blaadje dicht en stopt er een briefje van 100 pond in. Het witte papiertje met het verstopte bankbiljet geeft hij aan de jongen als hij van het terras wegloopt. Toen hij in zijn haast op 1 maart uit Tilburg vertrok was hij de schoenpoetsspullen vergeten in de rugzak in te pakken en nu heeft de jongen dus zijn werk gedaan. Dat is eigenlijk wel 100 pond waard. Echt wroeging heeft hij niet, maar met een wrang bijsmaakje realiseert hij zich nu te hebben bijgedragen aan het in stand houden van kinderarbeid.


3 brutale vragen:

1.
Onzinnige beeldspraak, dat van het schoenenpoetsen als eerbetoon aan de koe, nietwaar? Of misschien zit er toch wel wat in.

2.
Misschien vindt u die onzinnige beeldspraak van schoenpoetsen als eerbetoon aan een dode koe toch wel vermakelijk genoeg om met een ander te delen. Als dat zo is, stuur of vertel het door.

3.
Kinderarbeid, dat is not done, toch? Maar misschien is dit verhaal u toch een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het dat waard vindt. Anders niet. Want waarom zou u bijdragen aan kinderarbeid?



Vriendelijke groet, ton.