Zenobia, koningin van Palmyra
Vrijdag 23 maart 2007,
dag 23 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Syrie,
City Cafe, Homs.
Kwart voor negen geeft de klokketoren aan als de man met de hoed op het terras van City Cafe gaat zitten. Hij is de enige. Dat is ook niet zo gek: het is vandaag vrijdag en net zoals in Nederland op zondag is het levensritme die dag een beetje trager dan de andere dagen van de week. Trager?, je kunt ook zeggen rustiger, meer gelegenheid om eens wat tijd voor leven te nemen. De meeste winkels zijn nog niet open, zullen vandaag ook gesloten blijven. De meeste mensen slapen lekker lang uit, zullen de rest van de dag ook niet veel meer doen. Er is nog weinig verkeer op straat.
De klokketoren staat schuin tegenover het cafe. Een slanke marmeren toren aan het einde van een brede, korte boulevard. Twee rijen palmen verraden dat het hier meestal warm weer is. Hij bestelt een espresso, even later ook een Arabisch ontbijt, en schrijft het laatste stukje van een brief aan Laure en Tom, zijn kinderen, die hij eergisteren in Palmyra is begonnen. Het is het verhaal van Zenobia, de koningin van Palmyra.
* * *
Woensdag 21 maart 2007,
Palmyra, Syrie
Er was eens een koningin. Haar naam was Zenobia. De stad waar Zenobia koningin van was heette Palmyra. Palmyra was een rijke en welvarende stad.
Vroeger, toen Palmyra nog Tadmor heette, was het een belangrijke handelsplaats op het kruispunt van twee veelgebruikte handelsroutes. De ene route ging van Afrika naar Arabie en Mesopotamie, de andere van Europa naar India en China. De koopmannen konden zo'n reis niet in een keer maken. Zij moesten onderweg stoppen om uit te rusten, en om hun paarden en kamelen eten en water te geven. Op zulke rustplaatsen kwamen ze dan weer andere kooplieden tegen, waar ze een praatje mee konden maken. Tadmor was zo'n rustplaats. Het stadje groeide en groeide, en werd een welvarende handelsstad. Toen de Romeinen ook in dit deel van de wereld de baas werden, veranderde zij de naam van Tadmor in Palmyra.
Zenobia was niet vanzelf koningin van Palmyra geworden. Ze was getrouwd met Odainat, een edelman uit de buurt van Palmyra, die de Sassanijnen had verslagen en zichzelf toen tot koning van Palmyra had uitgeroepen. De Romeinen vonden dat maar niks, want nu konden ze Palmyra niet meer als een eigen handelsplaats gebruiken. Maar omdat de Sassanijnen vijanden van de Romeinen waren, mocht Odainat toch koning van Palmyra zijn. Eigenlijk waren ze maar wat blij dat hij hen had verslagen. Nu hoefden ze niet zelf tegen die gevaarlijke en beruchte Sassanijnen te vechten.
Op een dag werd koning Odainat vermoord. Wie dat heeft gedaan, dat is onduidelijk. Misschien waren het wel Sassanijnen, die boos waren omdat ze door Odainat in de pan waren gehakt en wraak wilden nemen. Misschien waren het wel Romeinse koopmannen, die nu zelf geen geld in Palmyra konden verdienen. Misschien waren het wel mensen uit Palmyra zelf, die jaloers waren op het succes van Odainat en zelf ook wel koning wilden zijn. We zullen het wel nooit te weten komen. In ieder geval was koning Odainat dood.
Odainat en Zenobia hadden een zoon, Vabalathus. Maar die was nog te jong om koning te worden. Dus besloot Zenobia in zijn naam dan maar zelf koningin te worden. De Romeinen vonden dat maar niks, een vrouw om de stad te regeren! En bovendien was Zenobia nog donker van kleur ook, dat kon toch nooit goed gaan?! En waren er geen geruchten dat zij iets te maken had met de moord op koning Odainat? De Romeinse keizer stuurde een leger naar Palmyra om met Zenobia af te rekenen.
Maar koningin Zenobia was niet zomaar een vrouw. Ze beweerde af te stammen van Cleopatra, de beroemde Egyptische koningin. Ze kon heel erg koppig zijn en had ook grootse ambities. Een geschiedenis-geleerde beschreef haar eens: 'Ze evenaarde Cleopatra in schoonheid en overtrof haar verre in kuisheid en eerbaarheid. Zenobia was zowel de zachtmoedigste als ook de heldhaftigste van alle vrouwen. Haar huid was donker van kleur. Haar tanden waren parelwit en haar grote zwarte ogen vonkten ongewoon vurig, alleen maar gedimd door haar zachte uitstraling. Haar stem klonk krachtig en harmonieus. Ze begreep de mannen door intensieve studie.'
Zenobia versloeg eerst het Romeinse leger en trok daarna ten strijde tegen de andere Romeinse garnizoenen in Palestina en Egypte. Die konden niet tegen haar op. En zo werd koningin Zenobia en met haar Palmyra heel machtig en rijk. Ze voelde zich sterk genoeg om Palmyra onafhankelijk van Rome te verklaren en liet zelfs eigen munten slaan. Daar stonden haar beeltenis en die van Vabalathus op. Zenobia liet hem tot keizer benoemen, en gaf hem de titel Augustus.
Dat was teveel voor de Romeinse keizer Aurelius. Hij had best met Zenobia willen onderhandelen over voorrechten voor Palmyra, want hij bewonderde haar schoonheid en haar dapperheid. En hij begreep best dat hij in haar een goede bondgenoot kon hebben. Maar dat zij de Romeinse titel van Augustus claimde voor Vabalathus, dat ging hem te ver. Zenobia had hem in zijn waardigheid als keizer van Rome teveel uitgedaagd. Hij versloeg met zijn eigen legioenen de soldaten van Zenobia bij Antiochie en Homs en belegerde toen de stad Palmyra zelf.
Aurelius bood Zenobia een gunstige vrede aan, maar zij was te koppig om die te accepteren. Ze wilde tot het einde doorvechten. Ze sprong op een kameel en brak door de Romeinse linies. Ze was van plan naar Perzie te gaan, een andere vijand van de Romeinen, om daar om hulp te vragen. Bij de rivier de Eufraat werd ze door Romeinse soldaten tegengehouden en gevangen genomen.
Zonder hun sterke koningin hielden de soldaten van Palmyra de verdediging van hun stad niet vol en zij gaven zich aan de Romeinen over. Die trokken de stad binnen en maakten er een Romeinse stad van. Twee jaar later kwamen de Palmyreense inwoners nog een keer in opstand tegen de Romeinse overheersers. Ze vermoordden een garnizoen van 600 boogschutters. Keizer Aurelius was woedend. Opnieuw zond hij zijn legers naar Palmyra om de opstand neer te slaan en korte metten te maken met die ongehoorzame Palmyrenen. De Romeinse legioenen veroverden de stad in een oogwenk en staken haar in brand. Dat was het einde van de rijkdom van Palmyra. De stad kwam er nooit meer bovenop.
En Zenobia? Wat er precies van haar is terechtgekomen, dat is onduidelijk. Ze werd als oorlogsbuit van keizer Aurelius naar Rome gebracht en daar, in gouden kettingen, op een kar rondgeparadeerd. Er wordt gezegd dat ze de rest van haar leven in een Romeinse villa van Aurelius heeft doorgebracht. Maar anderen beweren dat ze alle voedsel weigerde. Ze wilde liever omkomen van de honger dan als gevangene leven. Wat waar is? We zullen het wel nooit te weten komen.
3 brutale vragen:
1.
Er is een boel veranderd sinds de Romeinse tijd. Niet zoveel mensen springen tegenwoordig nog op een kameel om hulp te halen. Ja, er is een boel veranderd sinds de Romeinen over de wereld heersten. Of toch niet?
2.
Misschien vindt u het verhaal van Zenobia, de koningin van Palmyra, wel leuk genoeg om uw eigen kinderen te vertellen. Of andere kinderen, die misschien geen kinderen meer zijn, dat mag natuurlijk ook. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Wie weet vinden die kinderen dat wel leuk.
3.
Misschien, heel misschien vond u de geschiedenis van Zenobia, de koningin van Palmyra, wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het dat waard vindt. Anders niet.
Vriendelijke groet, ton.
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home