De Luister-en-Vertel-Tournee

18.11.07

Een vredige voorstelling in La Paz

Zondag 18 november 2007
dag 18 van De Luister-en-Vertel-Tournee in Bolivia
La Paz

Vandaag is het zondag. Vandaag was John Verkenner van plan de Choro-trek te lopen. Weer van plan. Een Inca-trail niet ver van La Paz. Niet echt spectaculair, het is een veelbewandeld stukje wandelsnelweg uit vervlogen tijden. Maar toen hij vanmorgen wakker werd en op stond is hij van gedachen veranderd. Weer van gedachten veranderd.

Vandaag is het zondag. In een stad als La Paz is de zondag vast anders dan de andere dagen van de week. En in de bergen is de zondag vast gelijk aan de andere dagen. Alleen voor mensen zijn niet alle weekdagen hetzelfde. Alleen voor mensen is de zondag een bijzondere dag. Nou ja, wel voor veel, maar niet voor alle mensen. Voor heel veel andere mensen is de vrijdag de zondag. En voor weer andere mensen is het de zaterdag. Of zijn dat niet echt andere mensen? Alleen maar dezelfde mensen met een ander weekritme? Laat hij deze zondag eens in deze stad blijven en morgen de bergen ingaan. Laat hij eens kijken hoe in deze stad, die voluit La Ciudad de Nuestra Senora de La Paz heet, de Stad van Onze Vrouwe van de Vrede, de zondag wordt beleefd.

Op de klok die bij de voetgangersbrug over Avenido Ismael Montes staat ziet hij dat het net half acht is geweest. De anders zo drukke avenue is bijna verlaten. Er rijden wel wat microbusjes, en hij ziet ook een paar straatstalletjes geopend, maar lang niet de drukte van een doordeweekse dag. Echt warm is het niet in La Paz. De meeste mensen hebben een jas aan. Nu hij erop let, allemaal eigenlijk. Sommige mensen zijn zelfs dik aangekleed. Terwijl het in de zon ook in zijn simpel zwarte t-shirt best aangenaam is.

Hij doolt een beetje door deze stad in de bergen. Loopt via Calle Commercio naar Plaza Pedro de Murillo, waar het presidentieel paleis is. Hij bewondert het standbeeld in het midden van het plein, maar vergeet direct wie of wat het voorstelt. Neemt wel de inscripties in zich op die hij op drie van de vier zijden van het voetstuk leest. Gloria, Union, Paz. Eer, Eenheid, Vrede.

Hij wimpelt een vroege schoenpoetser af. Vreemd hoor, die schoenpoetsers hier. Ze dragen bijna allemaal een bivakmuts. Vorige week zondag, toen hij `s middags met de bus uit Santa Cruz in deze stad was aangekomen en `s avonds eindelijk de hardnekkige modder van zijn Bommels had laten verwijderen die eraan waren gekoekt toen de bus van Quijarro naar Sante Cruz op de kleiweg was vastgelopen en alle passagiers de bus uit moesten, vorige week zondag dus vertelde een van de schoenpoetsertjes hem vanwaar die bivakmutsen. "Discriminado". En ergens in de Bolivia-editie van de Lonely Planet herinnerde Verkenner zich gelezen te hebben dat die bivakmutsen gedragen worden om stigmatisering te voorkomen. Om, als ze niet aan het schoenpoetsen zijn, niet als schoenpoetser te worden herkend. Verkenner gelooft het niet, maar kan niet een andere reden voor de bivakmutsen bedenken. Bizar vindt hij het wel.

Deze poetser op dit plein draagt ook zo`n muts over het bovenste deel van zijn gezicht. Aan zijn blote mond en kin is te zien dat het al een wat oudere man moet zijn. Hij is erg aanhoudend, maar na wel 20 "no gracias" van Verkenner en iets vaags in het Spaans wat door moet gaan voor "mijn schoenen zijn schoon genoeg voor zondag" houdt de man het voor gezien.

Verkenner loopt via Calle Colon naar beneden. Naar waar hij weet dat El Prado is, met zijn favoriete cafe, La Terraza. Op de hoek met Calle Potosi is een klein pleintje met stenen bankjes. In de zon zit een vrouw op een van die bankjes. Naast het plein is een mooi gebouw met een grote dubbele houten deur. Een van die deuren staat wagenwijd open. Een meter of vijf ervoor staat een jongeman in een vaalwit lang gewaad. In zijn hand heeft hij een stapel papieren.

Verkenner loopt recht op de jongeman af. Op twee meter glimlacht hij hem toe. Die glimlacht terug.
"Que hora es service?"
"Ocho"
"Es en diez minutas?"
"Si"
"Puedo entrar aqui?"
"Si. Claro", en hij geeft de vreemdeling met de hoed een blaadje mee.

`Dia del Senor` leest hij, en `Servir al reino trae problemas`. Dat eerste begrijpt hij, het tweede niet. Hij vouwt het blaadje scherp in tweeen en steekt het in zijn rode rugzak. Straks in Terazza eens doorlezen. Hij loopt het mooie gebouw binnen, doet zijn hoed af en gaat in een van de bankjes zitten. Hoed legt hij naast zich. Hij is de enige niet. Er zitten zo´n 50 mensen. Meest vrouwen, meest een beetje op leeftijd.

Van ergens, Verkenner kan niet goed ontdekken van waar, klinkt gezang. Vrouwengezang. Het lijkt van sommige van de aanwezige vrouwen te komen, maar daarvoor klinkt het te luid. Spaans gemurmel. Het enige dat hij er met zekerheid van kan verstaan is `santa maria`. Nog meer mensen komen het gebouw binnen, ziet Verkenner terwijl hij de ruimte bewondert. Een enorm hoog plafond, gedragen door verschillende muren en pilaren. Rijkelijk gevuld met beelden van verschillende mensen. Aan de eerbied die van die afbeelden uitstraalt is te zien dat die mensen bijzonder verdienstelijk zijn geweest. Of in ieder geval voor bijzonder verdienstelijk worden gehouden.

De voorstelling begint. Een man, gekleed in net zo`n gewaad als de jongeman buiten op het plein maar dan met een appeltjesgroene cape eroverheen, leidt de voorstelling. Het is niet een eenzijdige performance; geregeld wordt er vanuit het publiek meegezongen aan de hand van het uitgedeelde blaadje. Enkele malen zelfs draagt een toeschouwer vanuit het publiek een stukje voor. Wat je noemt een interactieve voorstelling. Kennelijk is het voorbereid. Hoe anders weten die toeschouwers wanneer en wat ze zeggen moeten?

Alles gaat in het Spaans. Volgen kan Verkenner het niet. En toch begrijpt hij het. Pikt woorden op die hij herkent en kan thuisbrengen. Senor, domingo, salvador, cheesoes, spiritu sanctu.

De man met de groene cape begeeft zich tussen het publiek. Gewapend met een microfoon spreekt hij als ware hij een politicus het gehoor toe. Opnieuw verstaat Verkenner te weinig om de toespraak te kunnen volgen. Opnieuw begrijpt hij toch wel wat de man bedoelt. Woorden als communidad, socialista, senor, paz, luz en felice zeggen hem genoeg.

Gaandeweg de voorstelling had hij zijn schoenen uitgedaan en was gekruisbeend op de bank gaan zitten. Kan niet zeggen waarom, voelde gewoon zo aan. De voorstelling heeft wel iets spiritueels en vanmorgen was hij te onrustig geweest voor zijn dagelijkse meditatie. Dit voelt als een goede plek en een goed moment om dat gebrek aan discipline goed te maken.

Na de toespraak wordt de voorstelling weer intercommunicatief. Geregeld gaat het publiek van de banken omhoog om mee te zingen. Meezingen laat Verkenner wel uit zijn hoofd. Sinds de eerste les van meester Van de Winkel op de middelbare school kent hij zijn beperkingen op dat gebied.

"Iedereen zingen" had de meester de brugklassers verordonneerd, het eerste uur muziekles na de grote vakantie en dus ook de eerste kennismaking met meester Van de Winkel. Meester Van de Winkel luistert aandachtig naar de 30+ leerlingen. "Stop maar. Alleen de raamkant zingen". Hij loopt door de raamhelft van de klas en stopt bij zijn bankje. "Stop maar. Alleen jullie twee zingen". John en de jongen naast hem zingen. "Stop maar. Jij alleen". John soleert. "Stop maar. Je krijgt van mij een 6 op al je rapporten, en je hoeft nooit meer mee te zingen".

Maar meestaan doet hij wel. Uit pieteit en om niet uit de toon te vallen. De marmeren vloer voelt eerst koud aan, hij prijst zich gelukkig met de dure sokken van smartwool die hij een paar weken in Memphis heeft gekocht, maar verandert later van gevoelstemperatuur.

Wat er allemaal precies gebeurt kan hij niet zien. Zijn bril heeft hij op de brede rand van zijn hoed naast hem op de bank gelegd. Zonder optische hulpmiddelen ziet hij niet veel meer dan vage contouren en kleurvlekken. Dat helpt hem dan weer te focussen op wat hij hoort zeggen en zingen. Maar niet kippig genoeg om niet te zien hoe het publiek vanuit de banken in rijen van twee naar voren lopen, naar het podium toe.

Hij sluit mee aan. Inmiddels blootvoets. Het marmer is genoeg opgewarmd geen sokken meer nodig te hebben. Als hij aan de beurt is ontvangt hij net als de anderen zijn snoeppapier. Hij wist wel wat er gebeuren ging, maar was toch een beetje verrast. Hij is gewend het papiertje in zijn linkerhand gelegd te krijgen en dan met zijn rechterhand zelf in zijn mond te doen. Maar hier wordt het op zijn tong gelegd. Bizar!

Terug in de banken wordt de voorstelling voortgezet. Het eindigt met een massal elkaar de beide handen geven en `paz` toewensen. Verkenner weet best wel hoe dat woord op zijn Spaans uit te spreken, maar kan niet laten het in zijn eigen taal te doen.

De finale breekt aan. Wederom lopen alle toeschouwers naar het podium. Daar ontvangt ieder van de gecapede voorman wat water over zijn handen gesprenkeld. Daarna verlaat het publiek door de grote houten deur het gebouw weer. Zo ook Verkenner.

Hij loopt over het pleintje naar Calle Colon. Ziet een klein straathondje het plein oplopen. Hinkend met zijn ene achterpoot. Fluit ernaar. Waarom?, weet hij niet. Het hondje stopt, kijkt hem vragend aan, hinkt dan weer verder. Zou het voor hem ook een bijzondere dag zijn?


3 brutale vragen:

1.
Vandaag geen vraag. Vandaag een rustdag. Of toch: welke vraag zou u bedenken? Om zelf te beantwoorden, bedoel ik.

2.
Misschien vindt u de voorstelling wel de moeite waard door te vertellen. Wat let u?

3.
Misschien, heel misschien is het toevallige theaterbezoek op de vroege zondagmorgen u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan wie of wat u het maar waard vindt. Mag zo´n theater zijn, hoor. Die zijn er in Nederland vast ook wel. Als het de Luister-en-Vertel-Tournee van Verkenner is, rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het uw euro waard vindt. Anders niet.


Vriendelijke groet, ton