De Luister-en-Vertel-Tournee

7.11.07

Starbucked op het vliegveld van Memphis

Dinsdag 30 oktober 2007
Starbucks, Memphis International Airport

"How you´re doin, sweety?" Opgewekt begroet de Starbucksbarista de reiziger.
"Fine. What about yourself?"
"Fine too. What can I get you today, baby?" in hetzelfde, beetje lijzige zuidelijke accent. Tennessee hoort bij de zuidelijke staten van de VS. Een grote zwarte populatie (afro-amerikaanse populatie hoor je te zeggen). Erfenis van de slavernij. Een beetje een laidback atmosfeer. Groot contrast tussen rijk en arm. Rijk is veelal blank maar niet altijd, arm vaak zwart en evenzo niet altijd. De gekleurde scheidslijn arm/rijk is ook erfenis van de slavernij, en van de segregatie die erop volgde nadat Abraham Lincoln de slavernij had afgeschaft.

Dat van die grote afro-amerikaanse populatie en het grote verschil tussen arm en rijk langs zwart/wit lijnen weet de reiziger alleen maar van wat hij gelezen en gehoord heeft. Dat van die relaxede atmosfeer heeft hij hier in Memphis zelf gemerkt. Hoe anders is deze stad dan New York. Of in ieder geval hoe anders dan Manhattan.

Hij bestelt een espresso dopio, neemt die van het plateautje twee meter verderop en gaat op een van de barkrukken zitten aan de hoge tafel tegenover de counter.

"What can we give you, sugar" hoort hij dezelfde afro-amerikaanse barista een andere reiziger vragen, terwijl hij verder schrijft aan een brief die hij al een maand of vier eerder begonnen was. Het eerste deel ervan is verloren geraakt; het zat in de rugzak die in New York gestolen is. Vanuit zijn geheugen herinnert hij zich nog dat het over een mooie avond in Enschede ging, over wereldse ambities van een startende onderneming en over persoonlijke ambities van een mens die eigenlijk nog niemand is. Hij zou willen nakijken hoe hij die ambities ook alweer verwoord had, maar dat gaat dus niet meer. Dat deel van de brief is met rugzak en al door iemand anders meegenomen terwijl hij op een bankje langs Central Park lag te slapen.

Het is nog vroeg, zeven uur. Afgelopen nacht heeft hij op een bankje in de vertrekhal van dit vliegveld geslapen. Rond vijf uur werd hij als vanzelf wakker. Combinatie van genoeg energie opgedaan en de geluiden die horen bij het begin van een werkdag op een vliegveld. Geroezemoes van pratende voorbijgangers, getik en gepiep van voorbijlopende mensen. Het getik is van hooggehakte dames, vast passagiers, het gepiep van de gemakkelijkere schoenen van het luchthavenpersoneel op de gladde tegels. Gerinkel en andere ringtones van mobiele telefoons. En de geluiden die horen bij het inchecken, ongeveer 10 meter van het bankje waar hij ligt te slapen.

Hij staat op, pakt de helblauwe dunne lakenzak waarin hij heeft liggen slapen in het hoesje en stopt die in de nog nieuwe rugzak. Haalt daar de ook nog nieuwe zwarte flightbag uit, waar de blauwgrijze Deuter-backpack gemakkelijk in past. Alledrie in New York aangeschaft ter vervanging van die 17 jaar oude paarslila rugzak die hij er is kwijt geraakt.

Het is pas 5.22 als hij wil inchecken voor de vlucht naar Chicago van 9.40. De vrouw achter de balie vraagt of hij een vlucht eerder wil. American Airlines vliegt ook om zes uur naar O´Hare, het vliegveld van Chicago. Dat hoeft voor hem niet. Het vliegtuig naar Brussel vertrekt toch pas half vijf vanmiddag. Waarom zou hij zich nu haasten om dan in Chicago drie uur langer te wachten? Hij kan die tijd beter hier in Memphis gebruiken om op zijn gemak wat te schrijven en te lezen en straks in Chicago verder te gaan.

De andere vrouw achter de balie probeert hem in te checken op een van de self-chekin automaten in de hal, maar dat gaat niet. De paspoortlezer op de automaat herkent zijn Europese paspoort niet. Dan maar met de hand.

De security-check op weg naar de gates is inmiddels routine geworden, ook al wordt hij uitgeselecteerd voor een uitvoeriger dan standaard onderzoek. Alweer. Een securityman fouilleert hem terwijl een vrouwelijke medewerker zijn kleine rode rugzak doorzoekt. De man vindt niets, alweer niet, de vrouw haalt het kleine nog gesloten flesje jus d´orange uit zijn daypack dat hij gisteravond in één van de drie Hudsonwinkels op het vliegveld heeft gekocht. Het mag niet mee. Dom van hem; hij weet best dat je geen vloeistoffen in het vliegtuig mag meenemen.

"Drink er maar wat van", zegt ze hem, "de rest gooien we weg" Hij doet wat ze zegt, terwijl twee gedachten in zijn hoofd om voorrang vechten. ´Één dollar negenennegentig weggegooid´ is de ene gedachte, de andere is in woorden langer: ´zou ze me de sinaasappelsap laten drinken om te testen of het wel sinaasappelsap is?, of gewoon omdat zij, als mens, ook wel begrijpt hoe ridicuul het eigenlijk is, maar, als securitymedewerkster, niet anders kan? Alleen maar haar werk doet?´ Hij houdt het op het laatste.

En zo is hij hier bij deze Starbucks terecht gekomen. Één van de twee op deze luchthaven. Starbucks is een mooi voorbeeld hoe het kapitalistische systeem werkt. Kan werken, want niet iedere onderneming ontwikkelt zich als dat koffiebedrijf uit Seattle. Het is een voorbeeld hoe een ordinaire commodity als koffie kan leiden tot een multinational, dat past in het rijtje McDonald´s, Hilton, Hudson. Of, om Europees te denken, in het rijtje van Ikea en Cadbury. Albert Heijn en ABN AMRO passen eigenlijk ook wel in dat rijtje. Allemaal bedrijven die erin zijn geslaagd van een doodgewoon consumentenproduct iets bijzonders te maken en zo groot te groeien. Bewonderenswaardig, al is niet iedereen het daarmee eens.

Vier en een half jaar geleden kwam hij voor het eerst in aanraking met Starbucks. Dat was in Sydney, Australie. De vriend waar hij logeerde, zelf een ondernemer met soms grootse ideeen, had in zijn boekenkast, niet toevallig in de logeerkamer, het boek waarin de toenmalige CEO van Starbucks, ene Howard Schultz, het verhaal van de groei van het bedrijf en de filosofie daarachter vertelde. ´Pour Your Heart Into It´ heette het boek, ondertitel ´One Cup at a Time´. Zijn vriend liet het hem lenen en hij las het in no time uit. In een coffeeshop van Starbucks in de haven van Sydney.

Eergisteren kwam de reiziger in een boekwinkel in Cooper Street, vlakbij de kerk waar hij afgelopen week in Memphis heeft gelogeerd, een ander boek tegen. ´Starbucked´ heet het, en het geeft een kritischer beeld van de koffiegigant uit Seattle. De tekst op de achterflap intrigeert hem. Zo leest hij dat Starbucks 2000 nieuwe coffeeshops per jaar opent. Tweeduizend! dat is ongeveer 6 per dag! De doelstelling voor 2007 is 40.000. Veertigduizend! dat is één voor iedere kilometer die de aarde rond is!

25 dollar is hem teveel, anders had hij dat boek gekocht. Altijd goed een succesverhaal ook eens van een andere kant te bekijken.


3 brutale vragen:

1.
Hoeveel heeft u over voor een andere kijk? Een kritischere blik op wat u denkt al te weten? Waar haalt u uw kennis over de wereld vandaan? Ook van horen zeggen en lezen schrijven? Of uit eigen beleving?

2.
Misschien heeft het verhaal u wel genoeg geintrigeerd om het met een vriend te delen. Of een vriendin. Als dat zo is, stuur of vertel het door. Wie weet wat daarvan komt?

3.
Misschien, heel misschien is deze voor een reiziger doodgewone morgen op het vliegveld van Memphis u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan rekeningnummer 1689.67.456 van de Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Gebruik het anders ergens anders voor. Bijvoorbeeld om voor een keer een andere krant te kopen dan die u elke dag leest.


Vriendelijke groet, ton