De Luister-en-Vertel-Tournee

16.11.09

Brief aan Jeroen uit Oisterwijk en Detroit

Woensdag 28 oktober 2009
Mansion Hotel Bos en Ven, Oisterwijk


Hoi Jeroen,

Het is elf uur 's avonds. Ik zit bij het open vuur in de lobby van dit mansion hotel. De verdoving van de tandarts, vier stuks, en die van de kaakchirurg, drie prikken, beginnen hun uitwerking te verliezen. Echt ondraaglijke pijn doet het niet, nog niet in elk geval, maar een onprettig gevoel van druk begint zich steeds nadrukkelijker in mijn kaak en in mijn mond te nestelen. Pijnlijk genoeg om me er bewust van te maken dat van slapen voorlopig wel eens niet veel zou kunnen komen. Bovendien begint die verkoudheid, die 'Mexicaanse griep', ook nog eens op te spelen. Het lijkt af en toe wel of mijn hoofd op exploderen staat.

Onderweg van Veldhoven naar Oisterwijk trof me de briljante ingeving om niet naar De Reebok te gaan en dan in mijn tent te pogen de slaap te vatten. Laat ik de slapeloosheid van pijnlijke ontwaking uit plaatselijke verdoving gebruiken om je een brief te schrijven.

En zo kom ik hier terecht, in het chiqueste hotel van het dorp. Glas wijn erbij et voila, ik ben geinstalleerd voor weer een van mijn beroemde brieven. Jan, de nachtwaker, brengt me een schaaltje pinda's. Een mooie entourage om je het verhaal te vertellen van Wim Alferink en mijn sporttas. Wim, de broer van Joop geloof ik, was vrijwel vanaf het begin een actieve SDO-er. Als je het precies wil weten moet je het Joop maar vragen of in de geschiedenisannalen van de club duiken.

Anyway, op een dag ongeveer 27 jaar geleden gingen we naar een tournooi bij Blauw Wit in Amsterdam. Het was een paastournooi als voorbereiding op de tweede veldhelft. Ik speelde in junioren I. Tegenwoordig zouden we dat de A1 noemen. Ik mocht spelen met mensen als Marion van Kempen, Nel Kox, Marie-Antoinette Verhoeven, Karin Daems, Rinie Coppelmans, Rene van Oorschot en Rob Veenstra. Zeker en vast vergeet ik er een stel, want in die tijd bestond het middenvak nog en bestond een veldteam dus uit 12 spelers.

Pasen viel vroeg dat jaar en dat was te merken; het sneeuwde een groot deel van de dag. Ik hoef je vast niet uit te leggen dat korfballen niet echt leuk was. En toch had ik het reuze naar mijn zin. Alleen een beetje verkleumd en bevroren vingers. Het veld was een blubberzooi geworden en tussen de wedstrijden door dromde en drong iedereen in de kantine samen. Misschien ken je dat oude veld van Blauw Wit wel. Ingeklemd tussen lage flats aan de Joos Blankerweg en de Admiraal de Ruyterlaan, midden in Bos en Lommer. De kantine was op de eerste verdieping van een twee-etagesgebouw. Beneden waren het materiaalhok en de kleedkamers. Er was een ballustrade vanwaar je alle velden kon zien; het gebouw stond een beetje in het midden. Aan de verste einder stond een rij majestueuze populieren.

Of Blauw Wit daar nu nog zit en hoe het eruit ziet weet ik niet. Het gras is vast vervangen door kunstgras en er zal wel een hal staan. Blauw Wit is altijd een topclub geweest.

In de jeugd was SDO dat destijds ook, in ieder geval in Zuid. Frans Bakkers was trainer-coach en mede dankzij zijn bezielende leiding waren we in de zaal kampioen geworden in de hoogste klasse, toen nog op districtsniveau. Op het Nederlands Kampioenschap kwamen we echter schromelijk tekort. Tegen de sterspeler van de latere kampioen Deetos kreeg ik in 12 minuten wel 5 goals om mijn oren. Uiteindelijk is SDO vijf of zes jaar op rij kampioen van Zuid geworden, maar heeft het op NK's nooit echt iets klaar kunnen maken. Een of twee keer zijn we niet laatste van de vijf geworden.

Afijn, terug naar die witte tweede paasdag in Amsterdam. Hoe we die dag gepresteerd hebben ben ik vergeten. Misschien zijn we wel eerste geworden, wie weet. Zou best kunnen, want er stonden een paar hele goede spelers en speelsters in ons team. Slecht weer nivelleert kwaliteitsverschil en het kan dus best dat eigenlijk completere en daardoor betere ploegen toch van ons verloren. Mooi aspect aan sport trouwens: de beste wint niet altijd, net zoals de zwakste niet per se hoeft te verliezen. Als dat op die sneeuwerige maandag het geval is geweest zwerft er misschien ergens in Veldhoven wel een beker rond. En misschien is er in de archieven van de SDO-er wel een verslag van die dag te vinden.

Na afloop van de wedstrijden was het een drukte van gedrang in de kleedkamers, dat kun je je voorstellen. Iedereen was blij de blubber van zich af te kunnen spoelen, onder de warme douche te ontdooien en schone kleren aan te trekken. Het was al best laat geworden; we moesten ons een beetje haasten naar de bus. Die stond een stuk verderop geparkeerd; er was bij het Blauw Wit-terrein weinig parkeerruimte. Hoe het zo gekomen is, dat weet ik niet meer, maar bij de bus aangekomen bleek ik mijn tas te zijn vergeten. Ik ben nog terug gelopen naar de kleedkamers en de kantine, maar nergens te vinden. Uiteindelijk ben ik zonder mijn sportspullen terug naar Veldhoven gegaan. Alles kwijt.

Op een of andere manier was mijn verhaal Wim Alferink ter oren gekomen. Op de eerstvolgende training was hij in de kantine. Stond hij me op te wachten. Hij had een volledige outfit geregeld, inclusief sporttas. Nou moet je weten dat in die tijd jun. I niet gesponsord werd. Iedere speler had zijn eigen spullen. Sommige spullen, zoals een SDO-shirt en een broek, had Wim nieuw bij Sporthuis Olympia gekocht, andere items ergens binnen de club geritseld. Wim was een goede regelaar. Hij had zelfs een paar bijna nieuwe veldschoenen, maar dat bleek toch niet helemaal mijn maat te zijn.

Ik hoef je denk ik niet uit te leggen hoe verbaasd en plezierig verrast ik was. Zeker als je weet dat ik niet een geboren en getogen SDO-er ben. Ik was juist dat seizoen van PSV overgekomen. De geste van Wim was niet mijn enige plezante ervaring binnen SDO. Als ik me er een beetje toe zou zetten, kan ik je nog wel wat anekdotes vertellen. Maar dat moest ik maar voor een andere keer bewaren.

* * *

Woensdag 11 november 2009
Dag 10 van weer een Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika
Howland Cafe, Grand Building, Detroit

Bij gebrek aan een Starbucks in downtown Detroit ben ik maar in dit cafe in de winkelgalerij op de eerste verdieping van dit prachtige gebouw in Art Deco-stijl gaan zitten. Gisteren en eergisteren ben ik steeds met Gail geweest, maar vandaag ben ik op eigen houtje op pad in deze stad. Zo dadelijk ga ik naar het hoofdkantoor van General Motors dat hier om de hoek is. Het is de hoogste toren van Detroit met bovenin een draaiend restaurant. Prachtige vergezichten over de stad en de rivier. Aan de overkant is Canada, dus gegeven het mooie weer van vandaag gaat dat een internationale horizon worden.

Steeds als ik Art Deco zie, doet me dat aan Rinie en Marion denken. Die wonen in Napier, aan de oostkust van Nieuw Zeeland. Het centrum van dat stadje is na een verwoestende aardbeving in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw helemaal in Art Deco-stijl wederopgebouwd. Niet zo groots en grandioos als deze wolkenkrabber hier in Detroit. Meer op een schaal die past bij een stadje als Napier en een land als Nieuw Zeeland. Bescheiden van schaal, zullen we maar zeggen. Maar doordat hele straten bij die aardbeving waren verwoest, kun je nu in Napier straat na straat tussen Art Deco-gebouwen lopen. Waar een kein stadje al niet groot in kan zijn. Als je ooit daar in de buurt bent, kan ik het je zeker aanraden.

Komend weekeinde begint de zaalcompetitie. Het mooie aan korfbal is dat je drie keer per jaar opnieuw kunt beginnen. Veel succes en als ik begin december terug in Nederland ben hoop ik je weer in een of andere sporthal te treffen.


Tot dan, vriendelijke groet,

ton.


3 brutale vragen:

1.
Heeft u dat ook wel eens? Dat u een beetje vergeetachtig bent, en dat dan juist tot een heel prettige en positieve ervaring leidt? Vast wel, ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben...

2.
Misschien vindt u het verhaal met de anekdote van lang geleden wel leuk genoeg om het door te sturen of te vertellen. Ga gerust uw gang. Altijd goed om mooie herinneringen in leven te houden.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal, deels geschreven bij de open haard, u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het dan aan rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet.


Vriendelijke groet, ton.