De Luister-en-Vertel-Tournee

2.12.09

Brief aan Bert vanaf een Newyorks vliegveld over Vincent's Sterrennacht

Woensdag 25 november 2009
Dag 24 van weer een Luister-en-Vertel-Tournee in Amerika
JFK Airport, New York


Waarde vriend Bert,

Voor De Sterrennacht ging ik vandaag naar het MoMA. Ik hoef jou de aantrekkingskracht van dit museum voor moderne kunst denkelijk niet uit te leggen. Als ik het me goed herinner is dit museum voor jou vaste prik steeds als je hier in New York bent. Nou, ik was er vandaag voor het eerst en het moet gezegd: wat een werkelijk fantastische verzameling!

Het kost een paar dollar, $ 20 is nogal aan de prijs om naar een beetje kunst te gaan kijken, maar dan heb je ook wat. Ik ging alleen voor De Sterrennacht, en die vond ik al snel op de bovenste etage. Op die plank hoort Van Gogh ook thuis vind ik, maar ik moet toegeven dat ik niet kan uitleggen waarom dat zo is.

Het is niet moeilijk in het immense gebouw Vincents olieverfverbeelding van een nacht vol sterren te vinden. Gewoon de meute volgen. Bijna voortdurend staan mensen naar het schilderij te kijken. Soms is er weinig ruimte, want echt groot is het doek niet. De volgende keer dat Vincent weer zo’n geniale ingeving heeft moet hij wat minder zuinig met canvas en verf zijn. Zeg jij hem dat of zal ik dat doen? Ik denk dat jij hem eerder ziet dan ik.

Dan heeft Matisse dat beter voor elkaar gepenseeld. Om de hoek hangt zijn Dance. Man, wat een gigantisch groot doek! Je vraagt je af hoe Henri dat heeft gefabriceerd. Ik vraag me ook af wat hem bezield heeft om het zo groot te maken.

Kijk, dat Rembrandt de Nachtwacht meer dan levensgroot heeft gemaakt, dat snap ik wel. Die werkte uiteindelijk in opdracht en het was in eigen belang zijn opdrachtgevers te vleien. En wat doe je dan? Dan maak je ze groter dan ze in werkelijkheid zijn. Iedere commercialisant kan je dat vertellen. Je moet de klant een beetje paaien, niet waar? Zou Henri die Dans ook in opdracht hebben gemaakt?

Damn, ik kan het weer niet laten. Ik onderbreek het schrijven van dit verhaal even om naar de men’s room te gaan en kom in het voorbijgaan langs een van de vele Hudson bookstands op dit vliegveld. Als reguliere Amerikaganger ken jij die boeken-, tijdschriften-, snoep- en souvenirkiosken vast wel. Amerikaanse luchthavens zijn ervan vergeven. In het terugvoorbijgaan kom ik weer langs die Hudson en ik kan niet nalaten dit keer binnen te lopen. Luttele minuten later sta ik aan de kassa een boek af te rekenen. ‘E=mc2’ heet het en het is een biografie van de beroemdste vergelijking ter wereld. Ken jij een bekendere wiskundige of natuurkundige vergelijking?

Die vergelijking en waar het voor staat heeft me altijd al geïntrigeerd. Ik begrijp maar heel weinig van Einstein’s relativiteitstheorie, maar ik begrijp wel dat zijn ontdekking grote gevolgen heeft gehad. Heb er al heel wat boeken over gelezen, ook een enkele van Einstein zelf. Het enige wat ik daarvan heb onthouden is dat ik er nu wel van overtuigd ben dat hij weet waar hij het over heeft. Ik nog niet.

Volgens een recensie van dit kleine boekje in de St. Louis Post-Dispatch, dat op de achterkant te lezen is, staat mij als lekelezer menig aha-erlebnis te wachten doordat de schrijver niet de theorie uitlegt, maar 1 voor 1 de afzonderlijke symbolen van de vergelijking doorneemt, inclusief het =-teken. Nou, het zal me benieuwen. Terug op een stoel bij gate 6 begin ik er alvast wat in te lezen. Prelude op meer leesplezier onderweg van New York naar Parijs.

Vincent van Gogh heeft me ook altijd al geïntrigeerd. Wat bezielt die man toch? Wat bezielt überhaupt een kunstenaar om te maken wat hij maakt? Valt het jou ook op dat er in de geschiedenis zo weinig vrouwelijke kunstenaars zijn? Net zoals er ook maar weinig vrouwelijke filosofen zijn? Pas in de moderne tijd zie ik een serieus aandeel, maar van oververtegenwoordiging is ook vandaag de dag nog bepaald niet te spreken. Misschien zie ik het verkeerd? Mannelijke vooringenomenheid?

Zo’n modern museum als het MoMA laat goed zien hoe gevarieerd kunst is. De vijfde en vierde verdieping gaan nog uit van een klassiek kunstbegrip. Schilderijen en sculpturen hebben altijd al tot het artistieke domein gehoord, ook toen schilderen in het prefotografietijdperk meer nog de karaktertrekken van ambachtelijk vakmanschap had.

Als je naar lagere verdiepingen gaat stuit je op minder orthodoxe kunstuitingen. Fotografie, video’s, mediacollages, films. Niet iedereen zal bij een clip van Blondie of een concertregistratie van Bob Dylan aan kunst denken. En wat zou jij kunsterig vinden aan een artikel op de voorpagina van The New York Times waarin wordt gemeld dat John Lennon het Amerikaans staatsburgerschap verkregen heeft? Een James Bond-film hoort wat jou betreft in de categorie ‘Ontspanning en Vermaak’ en niet in ‘Kunst’. Hm, misschien is dat zo, maar sommige films zijn zo artistiekerig dat ze het etiket ‘Ontspanning en Vermaak’ overstijgen en het MoMA denkt er kennelijk net zo over. Er zijn ook films te zien.

Over de rubricering van De Sterrennacht hoeven we niet te discussiëren. Dat is Kunst met een grote K. Vernuftig hoe onze Vincent in een spel van kleuren, strepen en cirkels ons probeert te vertellen wat hij in zomaar een nacht in 1889 te zien kreeg. Als ik me niet vergis was hij in Saint Remy in de Provence en was het zomer, dus dat moet wel een zwoele nacht zijn geweest.

Een half uur besteed ik eraan een eerste indruk van Vincent’s meesterwerk op te doen. Van verschillende kanten en op verschillende afstanden kijk ik naar een stilstaand tafereel van meer dan 100 jaar geleden. Ik kan niet zeggen dat ik het in het echt veel mooier vind dan de talloze reproducties. Behalve dan dat het echte wel 100 keer mooier is dan namaak, hoe gesofisticeerd die namaak ook is. Nep blijft nep.

Op gepaste afstand lijkt het schilderij in een en dezelfde stijl te zijn. Van dichtbij blijkt Vincents genie om te variëren. De maan, de sterren en de diepblauwe nachthemel zijn met dikke klodders verf geel, wit en blauw op het canvas gesmeerd. Alsof Vincent zich de tijd niet gunde. Alsof hij meteen, in een enkele veeg, het beeld voor zijn ogen met zijn penseel op het doek wilde vastleggen. Hij moet zich beheerst hebben, want de maan, de sterren en de diepblauwe nachthemel zijn in vele korte felle penseelstrepen neergezet. Als ik mijn ogen sluit en in gedachten meer dan 100 jaar in de tijd terug ga zie ik hem fanatiek, bijna obsessief, heftig met zijn armen bezig achter de ezel.

De donkergroene cipressen zijn anders neergezet. Langere penseelstreken, dunner aangebracht. Als je dichterbij kijkt zie je tussen het groen en het bruin het licht van het canvas. Vincent heeft de cipressen niet dekkend gemaakt.

Het dorp op de voorgrond is eerst contourmatig met zwarte lijnen getekend en daarna ingekleurd met hetzelfde blauw als de hemel. Tussen de huizen is alleen de kerk herkenbaar. Het is vast toeval, maar Vincent heeft de kerk niet in het midden gehouden. Dat paste hem niet.

Na die eerste indruk dwaal ik nog een beetje door het Museum. Tussen de Monets, Manets, Matisses en vooral heel veel Picasso’s. Ik verlaag me een paar verdiepingen en kom bij andere vormen van kunst uit. Vormen die jij niet kunst zou noemen. Hooguit amusant vermaak.

Maar ach, wat val ik jou hier toch mee lastig! Jij weet dit allemaal toch al lang! Jij hebt Vincent’s Sterrennacht vast al wel 100 keer gezien. Ik kan de tijd hier op JFK wel beter gebruiken dan jou een brief te schrijven over allerlei nice-to-know-maar-je-hebt-er-geen-flikker-aan feitjes, die jij al lang kent! Ik stop schrijfblok en pennenetui in mijn rugzak en raak in gesprek met Rebecca en Jani. Moeder en dochter uit New York, net als ik op weg naar Parijs. Boeiend gesprek, maar dat vertel ik je wel een andere keer.

Groet, ton.

Ps: Bij het verlaten van het MoMA kon ik het toch weer niet laten. Ik loop de museumwinkel binnen en neus wat rond in al dat fraais dat daar te koop is. Ik heb nog wat losse dollars in mijn broekzak en je snapt het al. Voor ik het weet sta ik in de rij voor de kassa. In mijn handen drie Sterrennachten. Een ansichtkaart voor Laure en Tom, een poster voor Antonette en een boekje dat ik eerst zelf ga lezen en later weg zal geven.


3 brutale vragen:

1.
Einstein en Van Gogh, twee genieën, maar dan op heel andere wijze. Allebei ook onbegrepen, en ook daarin op heel verschillende wijze. De een werd wel oud genoeg om het onbegrip te kunnen overkomen, de ander niet. Begrijpt u het nog?

2.
Misschien vindt u deze brief aan een vriend en kunstkenner over dubieuze indelingsvraagstukken wel leuk genoeg om met iemand te delen. Als dat zo is, feel free. Maar alleen als u denkt iemand er een plezier mee te doen.

3.
Misschien, heel misschien is dit verhaal met een amateuranalyse van een meesterwerk vanaf een vliegveld in New York u wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het dan aan rekeningnummer 1689.67.456, t.n.v. Stichting Luister en Vertel Tournee te Oisterwijk. Maar alleen als u het een euro waard vindt. Anders niet. Anders kunt u beter sparen om zelf een keer te gaan kijken.



Vriendelijke groet, ton.