Waarheen gaat het verkeer?
Wat weten wij van wat wij zelf allemaal doen?
Wie zit er te wachten op een brief van een taxichauffeur?
Het gebeurde in de Kraaivenstraat, de autoboulevard van Tilburg. Tenminste het deel dat ik zelf bewust had meegemaakt. Misschien was er eerder elders ook al iets voorgevallen, dat heb ik dan niet bewust meegekregen.
Het gebeurde op een zonnige maandagmiddag in november vorig jaar. Oud nieuws dus. Rond een uur of half een. Ik kwam met een grijze Mercedes Vito taxi vanaf de Efteling over de Midden-Brabantweg naar Tilburg. Geroutineerd en zonder na te denken rijd ik de weg die ik wel blindelings rijden kan. Op het kruispunt met de Heikantlaan/Zevenheuvelenweg ga ik rechtsaf de Zevenheuvelenweg in en meteen weer naar rechts de Kraaivenstraat op. Direct daarop wil ik linksaf draaien, het terrein van onze centrale op, op de hoek van de Zevenheuvelenweg en de Kraaivenstraat. Als ik naar links stuur toetert een auto links van me, die me wil passeren en daar in het korte stukje van 50 meter vanaf de kruising al aan begonnen was. Had deze snelle jongen niet gezien. Was er ook niet op bedacht. Abrupt stop ik de taxibus. Net als de antracietgrijze Audi. Zo te zien een A5 of een A7, heb in de gauwigheid moeite de een van de ander te onderscheiden. Luttele centimeters van elkaar verwijderd staan onze beide auto's met de neuzen schuin naar elkaar toe.
De chauffeur maakt met zijn hand naar zijn hoofd een gebaar naar me, dat ik niet meteen kan thuisbrengen. Wil hij me wijzen op een defect aan de achterzijde van de taxi? Een kapot achter- of remlicht? Een andere bijzonderheid aan de auto? Wil hij me misschien de weg vragen naar een bedrijf op dit industrieterrein? En maant me daarom te stoppen?
Maar nee, hoor. Hij rijdt door. Niet echt heel erg snel, zeker niet langzaam, iets harder dan gewone vaart. Beduusd blijf ik achter. In de niet zo verre verte zie ik de Audi voortrijden. Zo te zien aan het Z-kenteken en de schittering in de zon een fonkelnieuwe.
Een paar seconden weet ik niet goed wat te doen. Iets weerhoudt me de ingeslagen weg te vervolgen. Dan schiet me te binnen 1. dat ik het eerstkomende half uur niets te doen heb, daarom en voor een kop koffie was ik nu juist naar de centrale gekomen, en 2. dat die Audirijder waarschijnlijk ergens op dit industrieterrein zijn moet, waarom anders zou hij hier in de straat rijden? Misschien wel bij het Audi Service Centrum een stukje verderop in de Kraaivenstraat. Zomaar een ingeving.
Dus geef ik gas en rijd die nieuwe Audi achterna. Inderdaad rijdt hij het terrein van het Audi Service Centrum op. Langzaam rijdt hij langs de hoofdingang. Op zoek naar een vrije parkeerplaats? Net voorbij de voordeur parkeert hij zijn auto. De taxi stop ik er vlak achter. De chauffeur stapt uit de Audi. Een keurig uitziende jongeman in een keurig net pak. Meer jongen dan man.
Zelf stap ik ook uit en loop op hem af. "U wilde mij iets vertellen?"
"Je moet beter uitkijken,"antwoordt de jongen. "Het scheelde maar heel weinig of we hadden tegen elkaar gezeten!" Duidelijk opgewonden toon en toch rustig spreekt hij zijn ongenoegen uit. Kwaad oogt hij niet, boos wel een beetje.
"Ik ben me er niet van bewust iets verkeerds te hebben gedaan, maar als ik u gehinderd heb dan spijt me dat." Ik steek mijn hand uit om me voor te stellen. Altijd een goed middel om de angel uit een ontluikend conflict te halen.
Nog voor de jongen mijn uitgestoken hand heeft kunnen aannemen komt er nog een Audi aanrijden, een Q7. Ook al een Z-kenteken. Er stapt een eveneens keurig uitziende heer uit in een ook al keurig net pak. Een rijzige heer met een gedistingeerde uitstraling. Duidelijk senior. Hij loopt naar ons toe, spreekt mij aan: "U moet beter in uw spiegels kijken als u linksaf slaat. U had mij ook op het verkeerde been." Ook aan deze gentleman steek ik mijn hand uit om me voor te stellen en verontschuldig ik me voor ik weet niet wat.
Ik ben nog niet uitgesproken en ook deze heer heeft mijn uitgestoken hand nog niet kunnen beantwoorden of er komt nog een auto het terrein op. Aangestuifd dit keer. Een Ford Escort bestelwagen. Een man in werkkleren stapt uit en beent ons drieen tegemoet. Of eigenlijk mijn twee gesprekspartners. "Jullie denken zeker dat jullie alles mogen in die grote bakken van jullie!" De man is erg boos, zeg maar kwaad. Dat is zo te zien. Zijn vinger priemt naar de twee nette heren in het keurig nette pak. "Jullie mogen dan wel in dikke Audi's rijden, dan mag je nog niet alles op de weg!"
De gedistingeerde van de twee heren in het nette pak zegt iets terug, kan niet horen wat. Meteen lopen beiden door de automatische schuifdeuren van de hoofdingang het Audi Service Centrum binnen.
Ik blijf achter met de kwade man van de Escort. Ook aan hem stel ik me voor. Misschien komt het door zijn woede, in ieder geval neemt hij wel mijn uitgestoken hand aan maar noemt hij zijn naam niet. "Op de snelweg zaten ze al achter me te duwen! En maar schijnen met die lichten! Bij het stoplicht nog toeteren ook omdat ik bij groen niet snel genoeg naar hun zin optrok! Rijden ze in een dikke snelle bak, dan denken ze meteen dat ze alles mogen op de weg! maar zo is het niet!" Knap hoe hij in iedere zin zijn opgekropte kwaadheid kwijt kan.
Voor een goed gesprek is hij teveel over de zeik. Wens hem nog een fijne dag en rijd naar onze centrale. Blijk langer te hebben dan ik dacht, wel twee uur tot de volgende rit. Kijk, mooi de tijd om een brief aan twee keurige heren in een net pak te schrijven. Als ik snel genoeg ben kan ik die nog persoonlijk aan hen in het Audi Service Centrum gaan geven.
Drie kwartier later loop ik door de automatische schuifdeuren van de hoofdingang het Audi Service Centrum binnen. Helaas te laat: de heren zijn al vertrokken. Snelle jongens, zeg.
Navraag bij een verkoper leert dat beide heren zojuist te gast waren bij Gert, de vestigingsdirecteur. Ik loop naar zijn kantoor, stel me aan hem voor en vraag of hij ervoor kan zorgen dat mijn brief bij zijn gasten van zojuist terecht komt.
"Nee," zegt Gert. "Dat ga ik niet doen."
Even ben ik uit het veld geslagen. Daar sta ik dan met mijn brief. Wat een kluns! Wat een misser! Wat nu te doen? Een beetje sukkelig sta ik daar maar wat te staan.
"Ik ken die heren wel," doorbreekt Gert de stilte. "Het is een hele goede klant van me. Ik doe er veel handel. Sorry, maar ik kan die brief niet aannemen en aan mijn klant geven."
"Weet je wat?" probeer ik een uitweg. "Ik geef deze brief aan u. Open hem, lees hem, en doe ermee wat u wijs dunkt. En als u vindt dat wijsheid de prullenbak betekent, nou, dan is dat zo. Ik vertrouw op uw wijsheid." Overhandig Gert die brief. Maak nog een kort praatje en verlaat het pand.
Terug in de kantine van Taxi Korthout spendeer ik een uurtje om Gert een brief te schrijven.
3 brutale vragen:
1.
Kent u dat ook? Dat het lijkt dat u in het verkeer iemand gehinderd heeft, maar werkelijk niet weet wat u verkeerd gedaan hebt? Of bent u zich juist terdege van al uw verkeersmissers bewust?
2.
Misschien spreekt de anekdote van de taxichauffeur die niet weet wat hij in het verkeer verkeerd gedaan heeft u wel genoeg aan om het te willen delen met iemand anders. Als dat zo is, stuur of vertel het gerust door. Maar alleen als u denkt dat die ander daarop zit te wachten. Anders is de prullenbak een wijzere bestemming.
3.
Misschien, heel misschien vindt u dit verhaal van de brievenschrijvende taxichauffeur wel een euro waard. Als dat zo is, doneer het aan 1389.97.950. Maar alleen als u het dat waard vindt. Anders niet.
Wordt vervolgd.